Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

8 APRIL 2003. - Koninklijk besluit betreffende de technische regels aangaande de werking van de automatische kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse I. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-04-2003 en tekstbijwerking tot 29-06-2009)



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2009009461 



Artikels:

Artikel 1.Elk toestel dat dient voor kansspelen in kansspelinrichtingen klasse I moet :
  1) uitgerust zijn met een intern toezichtsysteem;
  2) [1 ...]1.
  3) [2 ...]2. De gebeurtenissen en de resultaten verbonden aan de spelen moeten afhangen van het toeval als zij voortgebracht worden door een generator van kanscijfers of door een ander middel gebaseerd op de tussenkomst van het lot. De handelingen gesteld door de speler mogen het resultaat niet bepalen. De inwerkingstelling van de gebeurtenissen verbonden aan de spelen mag enkel bepaald worden door de vaste parameters. Het gebruik, bij een nieuwe partij, van gebeurtenissen of resultaten verbonden aan het spel, bepaald of geselecteerd door een speler bij de vorige partij, is toegelaten. Zij mogen evenwel geen voorwaarde uitmaken voor gebeurtenissen of resultaten verbonden aan het spel aangezien deze tijdens de nieuwe partij moeten afhangen van het toeval. Het is toegelaten verscheidene parameters te gebruiken die een verschillend gehalte van herverdeling vertonen en een variabel aantal feiten en resultaten gebonden aan de winsten. De aanvullende parameters moeten alle winstniveaus inhouden, voorgesteld door de automaat, en mogen niet lager zijn dan het minimum herverdelingsgehalte. De interne statistiek van de gebeurtenissen verbonden aan de spelen, waarover het apparaat beschikt om het herverdelingsgehalte te berekenen, mag in geen geval de generator van de kanscijfers beïnvloeden. De generator mag in geen geval aangesloten zijn op tellers of op een systeem van intern toezicht;
  4) beschermd zijn tegen externe invloeden, in het bijzonder tegen elektromagnetische en elektrostatische interferenties en tegen radio-elektrische golven, overeenkomstig de Richtlijn 89/336/EEG;
  5) elk toestel opnieuw kunnen starten zonder verlies van gegevens na een stroomonderbreking.
  6) een theoretisch herverdelingsgehalte vertonen van minstens 84 %;
  7) een gemiddeld uurverlies hebben dat niet hoger mag zijn dan euro 70;
  8) de duur van het spel minimum 3 seconden bedragen.
  ----------
  (1)<KB 2009-06-11/06, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 09-07-2009>
  (2)<KB 2009-06-11/06, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 09-07-2009>

Art.2. Een automatisch toestel dienend voor kansspelen in de kansspelinrichtingen klasse I moet uitgerust zijn met elektronische tellers met minstens acht cijfers en met elektromechanische tellers met minstens zes cijfers.
  De elektronische tellers moeten een precisiegraad van minstens 99,99 % vertonen en zich terug instellen op nul, met aangeving van deze verrichting, zodra ze hun maximale affichagecapaciteit bereikt hebben.
  De elektromechanische tellers moeten beantwoorden aan de erkende technische staat.

Art.3. De elektronische tellers voorzien in artikel 2 van dit besluit moeten minstens registreren :
  1) de geldstroom, in het bijzonder transacties zoals :
  a) het aantal ingevoerde stukken, gewoonlijk genoemd coin in ;
  b) het aantal betaalde stukken, gewoonlijk genoemd coin out ;
  c) het aantal stukken behouden door de automaat, gewoonlijk genoemd coin drop ;
  d) het totaal van de winsten betaald door de centrale kassa, gewoonlijk genoemd handpay.
  2) het totaal bedrag van de inzetten, gewoonlijk genoemd turnover ;
  3) het bedrag van de totale winst, gewoonlijk genoemd total winst ;
  4) het aantal partijen;
  5) de dode momenten, de ontregelingen en onderbrekingen in de werking van de toestellen;
  6) de openingen van de toestellen en vakken waar het geld zich bevindt;
  De elektromechanische tellers moeten dezelfde gegevens registreren als de elektronische tellers, voorzover dit technisch mogelijk is.

Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5. Onze Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, Onze Minister bevoegd voor Justitie, Onze Minister bevoegd voor Financiën, Onze Minister bevoegd voor Overheidsbedrijven en Participaties, Onze Minister bevoegd voor Economie, en Onze Minister bevoegd voor Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 8 april 2003.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  A. DUQUESNE
  De Minister van Financiën,
  D. REYNDERS
  De Minister van Justitie,
  M. VERWILGHEN
  De Minister van Overheidsbedrijven en Participaties,
  R. DAEMS
  De Minister van Economie,
  Ch. PICQUE
  De Minister van Volksgezondheid,
  J. TAVERNIER.