3 APRIL 2003. - Koninklijk besluit houdende het stelsel der toelagen verschuldigd aan het varend personeel van de krijgsmacht. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-04-2003 en tekstbijwerking tot 17-11-2023)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-5
HOOFDSTUK II. - Luchtvaarttoelagen.
Afdeling I. - Algemene bepaling.
Art. 6
Afdeling II. - Bepalingen toepasselijk op de leden van het varend personeel van het actief kader.
Art. 7-9
Afdeling III. - Bepaling toepasselijk op de leden van het gebrevetteerd varend reservepersoneel.
Art. 10
Afdeling IV. - Bepalingen toepasselijk op de militairen gemachtigd om gelegenheidsluchtvaartprestaties te volbrengen.
Art. 11
HOOFDSTUK III. - Loopbaantoelagen bij de luchtvaart.
Art. 12-13
HOOFDSTUK IV. - Kwalificatietoelagen bij de luchtvaart.
Art. 14, 14bis, 15, 15bis, 15ter
HOOFDSTUK V. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 16-17, 17bis, 18-19
BIJLAGE.
Art. N
2006007227 2007007224 2007007262 2007007274 2009007115 2013007182 2014007188 2018040347 2019014743 2020016394
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. (opgeheven) <KB 2007-07-26/38, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2007>
Art.2. Voor de toepassing van onderhavig besluit worden de dagen, maanden, trimesters en jaren beschouwd als kalenderdagen, kalendermaanden, kalendertrimesters en kalenderjaren.
Art.3. De luchtvaartprestaties bedoeld in dit besluit dienen te worden verricht met de bij de krijgsmacht gebruikte toestellen, met toestellen in gebruik bij een buitenlandse luchtvaarteenheid of, in geval van een evaluatievlucht, met ieder ander toesteltype.
Art.4. [1 De in dit besluit bepaalde bedragen van de trimestriële luchtvaarttoelage en de trimestriële kwalificatietoelage worden verminderd met één negentigste per dag gedurende dewelke de rechthebbende militair in non-activiteit is of in zijn categorie geschorst is. De periode tijdens dewelke de militair in non-activiteit is of in zijn categorie geschorst is, wordt niet beschouwd als een tijdelijke beëindiging van de luchtvaartprestaties en blijft onverkort meetellen als basis voor de berekening van de loopbaantoelage en de kwalificatietoelage.
In geval van schorsing in zijn categorie wegens manifest gebrek aan tucht in de luchtdienst, verliest de militair het recht op de trimestriële luchtvaarttoelage en kwalificatietoelage voor de duur van de betrokken periode van schorsing. De periode tijdens dewelke de militair geschorst is wegens manifest gebrek aan tucht in de luchtdienst, wordt beschouwd als een tijdelijke beëindiging van de luchtvaartprestaties en telt niet mee voor de berekening van de loopbaantoelage en de kwalificatietoelage.]1 ----------
(1)<KB 2018-06-28/12, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.5. De bedragen van de toelagen worden gekoppeld aan de mobiliteitsregeling toepasselijk op de wedden van het personeel der ministeries. Zij worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01.
HOOFDSTUK II. - Luchtvaarttoelagen.
Afdeling I. - Algemene bepaling.
Art.6. [1 Onder voorbehoud van artikel 9, wordt een luchtvaarttoelage toegekend aan de militair die aan de luchtdienst deelneemt.]1. Om ervan te genieten moet deze militair, volgens zijn kwalificatie, de in dit hoofdstuk bedoelde luchtvaartprestaties verricht hebben.
De luchtvaarttoelage wordt na vervallen termijn uitbetaald. ----------
(1)<KB 2018-06-28/12, art. 2, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Afdeling II. - Bepalingen toepasselijk op de leden van het varend personeel van het actief kader.
Art.7.De trimestriële luchtvaarttoelagen, waarvan de bedragen bepaald zijn in tabel A van de bijlage bij dit besluit, worden toegekend aan de militairen die behoren tot één van de volgende categorieën, op voorwaarde dat zij in de loop van het trimester tenminste negen vlieguren hebben volbracht :
1° [2 het lid van het gebrevetteerd varend personeel, [3 dat houder is van een brevet bedoeld in artikel 6, 1° of 2°, van het koninklijk besluit van 13 mei 2004 betreffende het varend personeel van de Krijgsmacht]3, dat een functie uitoefent waarbij het besturen van een luchtvaartuig behoort tot de normale taken verbonden aan de functie of dat luchtvaartprestaties uitvoert voor het behoud van de behaalde kwalificaties;]2;
[2 1° /1 de andere leden van het gebrevetteerd varend personeel, uitgezonderd het lid van het gebrevetteerd varend personeel, [3 dat houder is van een brevet bedoeld in artikel 6, 1° of 2°, van het voornoemd koninklijk besluit van 13 mei 2004]3, dat een functie uitoefent waarbij het besturen van een luchtvaartuig niet behoort tot de normale taken verbonden aan de functie en die geen luchtvaartprestaties uitvoert voor het behoud van de behaalde kwalificaties;]2
2° het leerling-varend personeel;
3° het (gecertificeerd) varend personeel. <KB 2007-07-26/38, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2007>
Wanneer de in het eerste lid bedoelde militairen in de loop van een trimester het vereiste aantal vlieguren niet hebben volbracht, wordt hen, per volbracht vlieguur, één negende van de trimestriële luchtvaarttoelage toegekend.
[2 De trimestriële luchtvaarttoelage voor de militairen bedoeld in het eerste lid, 1° wordt bepaald in functie van het kwalificatieniveau. In geval van een conversie naar een ander toestel, behoudt de militair de toelage verbonden aan het hoogst behaalde kwalificatieniveau.]2
[2 De Minister van Defensie bepaalt in een reglement de nadere regels tot het behalen, het behouden, het opschorten, het verlies en het herwinnen van de kwalificatie binnen een bepaalde vliegspecialiteit.]2
[3 Wanneer de betrokken militair aanspraak kan maken op een veelvoud van de bedoelde toelage op basis van verschillende brevetten, wordt enkel het hoogste bedrag toegekend.]3
----------
(1)<KB 2014-04-24/20, art. 30, 007; Inwerkingtreding : 31-12-2013>
(2)<KB 2018-06-28/12, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(3)<KB 2019-09-18/02, art. 1, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.8. In geval van overgang van een categorie varend personeel naar een andere categorie varend personeel op een andere datum dan de eerste dag van een trimester, worden alle gedurende het trimester volbrachte luchtvaartprestaties geacht verricht te zijn in de categorie die recht geeft op de hoogste toelage.
Art.9. De Minister van [1 Defensie]1 of de militaire overheid die hij hiertoe aanwijst, [2 kan]2 de in deze afdeling bedoelde luchtvaarttoelagen toekennen aan de militair behorende tot één van de categorieën, bedoeld in artikel 7, eerste lid, [2 1° /1, 2° en 3°]2 die de vereiste prestaties niet heeft volbracht, hetzij wegens behoorlijk gerechtvaardigde dienstredenen, hetzij wegens een tijdelijke lichamelijke ongeschiktheid voor de luchtdienst tengevolge van een schadelijk feit, gebeurd in dienst en door de dienst.
[2 De Minister van Defensie of de militaire overheid die hij hiertoe aanwijst, kan de in deze afdeling bedoelde luchtvaarttoelagen toekennen voor maximaal zes maanden aan de militair behorende tot de categorie, bedoeld in artikel 7, eerste lid, 1°, die de vereiste prestaties niet heeft volbracht, hetzij wegens behoorlijk gerechtvaardigde dienstredenen, hetzij wegens een tijdelijke lichamelijke ongeschiktheid voor de luchtdienst tengevolge van een schadelijk feit, gebeurd in dienst en door de dienst. Na deze termijn heeft de militair geen recht meer op de trimestriële luchtvaarttoelage tot hij opnieuw voldoet aan de vereiste voorwaarden.]2
(1)<KB 2016-01-29/11, art. 79, 008; Inwerkingtreding : 11-03-2016>
(2)<KB 2018-06-28/12, art. 4, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Afdeling III. - Bepaling toepasselijk op de leden van het gebrevetteerd varend reservepersoneel.
Art.10.Aan het lid van het gebrevetteerd varend reservepersoneel wordt een dagelijkse luchtvaarttoelage toegekend, waarvan het bedrag bepaald is in tabel B van de bijlage bij dit besluit, voor iedere dag waarop [1 hij effectief prestaties verricht heeft]1. <KB 2007-07-26/38, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2007>
De sommen, die iedere maand ingevolge dit artikel verschuldigd zijn, mogen nochtans een maximum, gelijk [1 aan twintig maal]1 het dagelijks bedrag, niet overschrijden.
----------
(1)<KB 2020-11-27/13, art. 13, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
Afdeling IV. - Bepalingen toepasselijk op de militairen gemachtigd om gelegenheidsluchtvaartprestaties te volbrengen.
Art.11. Aan de militair, gemachtigd om gelegenheidsluchtvaartprestaties te volbrengen, wordt, voor iedere dag tijdens welke hij tenminste één bevolen luchtvaartprestatie verricht heeft, een dagelijkse luchtvaarttoelage toegekend, waarvan het bedrag bepaald is in tabel B van de bijlage bij dit besluit.
De ingevolge dit artikel voor een periode van een jaar verschuldigde sommen mogen nooit een maximum, gelijk aan zesendertig maal het dagelijks bedrag, overschrijden.
HOOFDSTUK III. - Loopbaantoelagen bij de luchtvaart.
Art.12.§ 1. Aan het lid van het gebrevetteerd varend personeel (...) wordt een jaarlijkse loopbaantoelage bij de luchtvaart toegekend waarvan de bedragen bepaald zijn in tabel C van de bijlage bij dit besluit. <KB 2007-07-26/38, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2007>
(Indien het lid van het gebrevetteerd varend personeel, houder van het brevet van boordmecanicien, van operator van opzoekings- en reddingssystemen, van loadmaster-steward, [1 van cabin operator,]1 van duiker SAR of van ambulancier SAR, ophoudt een organieke betrekking te bekleden waarvoor het bezit van het brevet noodzakelijk is, op een andere datum dan de eerste dag van het trimester, wordt voor het desbetreffende trimester de toelage bedoeld in het eerste lid toegekend.
[6 ...]6
Nadien worden de loopbaantoelagen bij de luchtvaart telkenmale na verloop van een periode van twee jaar uitbetaald.
De betaling gebeurt de laatste dag van het trimester in de loop van hetwelk de periode van vijf of twee jaar verlopen is.
(Het lid van het gebrevetteerd varend personeel [2 bedoeld in artikel 7bis, tweede lid, van het koninklijk besluit van 13 mei 2004 betreffende het varend personeel van de krijgsmacht]2, houder van het brevet van piloot of van het hoger brevet van piloot verworven vóór 19 augustus 2003, dat het aanvullend gedeelte van professionele vorming bedoeld in [2 hetzelfde artikel]2 met succes heeft gevolgd, ontvangt de jaarlijkse loopbaantoelage bij de luchtvaart bepaald in tabel C met terugwerkende kracht op 1 januari 2006.) <KB 2006-08-07/32, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2006> <KB 2007-09-12/32, art. 15, 004; Inwerkingtreding : 21-09-2007>
[5 Wanneer de betrokken militair aanspraak kan maken op een veelvoud van de bedoelde toelage op basis van verschillende brevetten, wordt enkel het hoogste bedrag toegekend.]5
[4 § 1/1. Het bedrag wordt bepaald in functie van het behaalde kwalificatieniveau en van de leeftijd van de militair.
Het bedrag wordt toegekend aan 100 procent van het bedrag in de tabel C aan de militair [5 die houder is van een brevet bedoeld in artikel 6, 1°, 2° of 4°, van het voornoemd koninklijk besluit van 13 mei 2004, en]5 die recht heeft op de trimestriële luchtvaarttoelage.
§ 1/2. Na het tijdelijk of definitief beëindigen van luchtvaartprestaties verbonden aan een specifieke functie of onontbeerlijk voor het behouden van de kwalificaties, behoudt de militair [5 die houder is van een brevet bedoeld in artikel 6, 1°, 2° of 4°, van het voornoemd koninklijk besluit van 13 mei 2004,]5 100 procent van het bedrag in de tabel C gedurende de vier jaar volgend op het beëindigen van de luchtvaartprestaties.
Aan de militair [5 die houder is van een brevet bedoeld in artikel 6, 1°, 2° of 4°, van het voornoemd koninklijk besluit van 13 mei 2004, en]5 die vijf tot negen jaar luchtdienst heeft vervuld voor het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties wordt het volgende bedrag toegekend:
1° tijdens het vijfde jaar na het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties: behoud van 80 procent van het bedrag in de tabel C;
2° tijdens het zesde jaar na het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties: behoud van 60 procent van het bedrag in de tabel C;
3° tijdens het zevende jaar na het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties: behoud van 40 procent van het bedrag in de tabel C;
4° tijdens het achtste jaar na het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties: behoud van 20 procent van het bedrag in de tabel C;
5° vanaf het negende jaar na het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties worden geen bedragen meer toegekend;
De militair die geslaagd is voor de vorming kandidaat-hoofdofficier en die meer dan negen jaar en tot zestien jaar luchtdienst heeft vervuld voor het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties, wordt 60 procent van het bedrag in de tabel C toegekend vanaf het vijfde jaar na het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties. Dit bedrag wordt verhoogd met 2 procent van het bedrag in de tabel C voor elk jaar bovenop de negen jaar luchtdienst.
De militair die niet geslaagd is voor de vorming kandidaat-hoofdofficier en die meer dan negen jaar tot negentien jaar luchtdienst heeft vervuld voor het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties, wordt 60 procent van het bedrag in de tabel C toegekend vanaf het vijfde jaar na het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties. Dit bedrag wordt verhoogd met 2 procent van het bedrag in de tabel C voor elk jaar bovenop de negen jaar luchtdienst.
De militair die geslaagd is voor de vorming kandidaat-hoofdofficier en meer dan zestien jaar luchtdienst of meer dan negentien jaar luchtdienst, indien hij niet geslaagd is voor de vorming kandidaat-hoofdofficier, heeft vervuld voor het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties, wordt 80 procent van het bedrag in de tabel C toegekend vanaf het vijfde jaar na het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties.
§ 1/3. Indien het lid van het gebrevetteerd varend personeel, [5 dat houder is van een brevet bedoeld [6 in artikel 6, 5° tot 14°, van het voornoemd koninklijk besluit van 13 mei 2004,]6]5 ophoudt een organieke betrekking te bekleden waarvoor het bezit van het brevet noodzakelijk is, op een andere datum dan de eerste dag van het trimester, wordt voor het desbetreffende trimester de toelage bedoeld in paragraaf 1 toegekend.
Aan het lid van het gebrevetteerd varend personeel, [5 dat houder is van een brevet bedoeld [6 in artikel 6, 5° tot 14°, van het voornoemd koninklijk besluit van 13 mei 2004,]6]5 dat ophoudt een organieke betrekking te bekleden waarvoor het bezit van het brevet noodzakelijk is, en derhalve in een operationele reserve wordt opgenomen, wordt vanaf het eerste trimester volgend op de dag waarop hij ophoudt de bedoelde betrekking te bekleden, gedurende vier jaar een jaarlijkse loopbaantoelage bij de luchtvaart toegekend van 540 EUR.
§ 1/4. De loopbaantoelagen bij de luchtvaart worden een eerste maal uitbetaald na een periode van vijf jaar, tellend vanaf het toekenningsmoment van het brevet.
Nadien worden de loopbaantoelagen bij de luchtvaart telkenmale na verloop van een periode van twee jaar uitbetaald.
De betaling gebeurt de laatste dag van het trimester in de loop van hetwelk de periode van twee of vijf jaar verlopen is.]4
§ 2. Het bedrag van de loopbaantoelage bij de luchtvaart wordt verminderd naar rata van het aantal twaalfden overeenstemmend met het geheel aantal veelvouden van dertig dagen, indien de in artikel 12, § 1, tweede en derde lid, vastgestelde periode door de betrokken militair onderbroken werd wegens:
1° een vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek;
2° een regeling van halftijdse vervroegde uitstap;
3° een periode van non-activiteit;
4° een pensioen op aanvraag;
5° een indisponibiliteitstelling;
6° een pensionering van ambtswege;
7° een eindeloopbaanverlof;
8° [4 een ouderschapsverlof of een verlof voor ouderschapsbescherming;]4;
9° een beziging;
10° een schorsing bij ordemaatregel;
11° een schorsing als lid van zijn categorie van het gebrevetteerd varend personeel;
12° een schrapping als lid van zijn categorie van het gebrevetteerd varend personeel;
13° een overlijden;
14° een aantal dagen van afwezigheid om gezondheidsredenen met een totale duur, groter of gelijk aan dertig dagen per jaar binnen de in overweging genomen periode, behalve indien het een afwezigheid betreft wegens een tijdelijke lichamelijke ongeschiktheid voor de luchtdienst tengevolge van een schadelijk feit, gebeurd in dienst en door de dienst.
§ 3. Uitzonderlijk en in behoorlijk gerechtvaardigde gevallen, kan de Minister van [3 Defensie]3, op aanvraag van de belanghebbenden, de anticipatieve betaling van het deel van de loopbaantoelage bij de luchtvaart, dat op een bepaald ogenblik reeds verworven is, aan de in § 1 [4 en in § 1/3, tweede lid]4 bedoelde militairen toelaten. <KB 2007-07-26/38, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2007>
[4 § 4. Na schrapping uit het gebrevetteerd varend personeel als gevolg van een ongeval door en tijdens de dienst, behoudt de militair het recht op de loopbaantoelage bij de luchtvaart overeenkomstig de nadere regels bepaald in §§ 1/2 en 1/3 van dit besluit.]4
----------
(1)<KB 2013-08-17/32, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
(2)<KB 2014-04-24/20, art. 31, 007; Inwerkingtreding : 31-12-2013>
(3)<KB 2016-01-29/11, art. 79, 008; Inwerkingtreding : 11-03-2016>
(4)<KB 2018-06-28/12, art. 7, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(5)<KB 2019-09-18/02, art. 2, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(6)<KB 2023-09-22/11, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.13. Aan de in artikel 12, § 1, [1 ...]1 bedoelde militair die de leeftijd van 35 jaar bereikt in de loop van een tweejaarlijkse periode, zal, voor de resterende termijn tot de eerstkomende tweejaarlijkse vervaldag, het overeenstemmende deel van de loopbaantoelage bij de luchtvaart, die voorzien is voor het in hetzelfde artikel bedoelde varend personeel ouder dan 35 jaar, betaald worden.
----------
(1)<KB 2018-06-28/12, art. 8, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK IV. - Kwalificatietoelagen bij de luchtvaart.
Art.14.[2 [3 Aan het lid van het gebrevetteerd varend personeel dat houder is van een brevet bedoeld in artikel 6, 2° of 4°, van het voornoemd koninklijk besluit van 13 mei 2004, dat geen recht meer heeft op de trimestriële luchtvaarttoelage bedoeld in hoofdstuk II, wordt een trimestriële kwalificatietoelage toegekend waarvan de bedragen, in functie van de behaalde kwalificatie, bepaald zijn in tabel D van de bijlage bij dit besluit.]3
Voor de militair bedoeld in het eerste lid wordt het bedrag bepaald in functie van het gecumuleerd aantal jaren luchtdienst voor het tijdelijk of definitief beëindigen van het verrichten van luchtvaartprestaties.
Na het tijdelijk of definitief beëindigen van luchtvaartprestaties verbonden aan een specifieke functie of onontbeerlijk voor het behouden van de kwalificaties, [3 ontvangt]3 de militair bedoeld in het eerste lid 100 procent van het bedrag in de tabel D gedurende de eerste vier jaar volgend op de beëindiging van de luchtvaartprestaties.
Aan de militair [3 die houder is van het brevet bedoeld in het artikel 6, 2°, van het voornoemd koninklijk besluit van 13 mei 2004,]3 die vijf tot negen jaar luchtdienst heeft vervuld voor het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties wordt het volgende bedrag toegekend:
1° tijdens het vijfde jaar na het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties: behoud van 80 procent van het bedrag in de tabel D;
2° tijdens het zesde jaar na het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties: behoud van 60 procent van het bedrag in de tabel D;
3° tijdens het zevende jaar na het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties: behoud van 40 procent van het bedrag in de tabel D;
4° tijdens het achtste jaar na het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties: behoud van 20 procent van het bedrag in de tabel D;
5° vanaf het negende jaar na het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties worden geen bedragen meer toegekend.
De militair die geslaagd is voor de vorming kandidaat-hoofdofficier en die meer dan negen jaar en tot zestien jaar luchtdienst heeft vervuld voor het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties, wordt 60 procent van het bedrag in de tabel D toegekend vanaf het vijfde jaar na het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties. Dit bedrag wordt verhoogd met 2 procent van het bedrag in de tabel D voor elk jaar bovenop de negen jaarluchtdienst.
De militair die niet geslaagd is voor de vorming kandidaat-hoofdofficier en die meer dan negen jaar tot negentien jaar luchtdienst heeft vervuld voor het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties, wordt 60 procent van het bedrag in de tabel D toegekend vanaf het vijfde jaar na het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties. Dit bedrag wordt verhoogd met 2 procent van het bedrag in de tabel D voor elk jaar bovenop de negen jaar luchtdienst.
De militair die geslaagd is voor de vorming kandidaat-hoofdofficier en meer dan zestien jaar luchtdienst of meer dan negentien jaar luchtdienst, indien hij niet geslaagd is voor de vorming kandidaat-hoofdofficier, heeft vervuld voor het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties, wordt 80 procent van het bedrag in de tabel D toegekend vanaf het vijfde jaar na het tijdelijk of definitief beëindigen van de luchtvaartprestaties.
De Minister van Defensie bepaalt in een reglement de nadere regels tot het behalen, het behouden, het opschorten, het verlies en het herwinnen van de kwalificatie binnen een bepaalde vliegspecialiteit.]2
----------
(1)<KB 2016-01-29/11, art. 79, 008; Inwerkingtreding : 11-03-2016>
(2)<KB 2018-06-28/12, art. 9, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(3)<KB 2019-09-18/02, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art. 14bis.<Ingevoegd bij KB 2007-07-26/38, art. 6; Inwerkingtreding : 01-10-2007> Aan het lid van het gebrevetteerd varend personeel, [4 houder van een brevet bedoeld [5 in artikel 6, 5° tot 14°,]5 van het voornoemd koninklijk besluit van 13 mei 2004,]4 dat een organieke betrekking bekleedt waarvoor het bezit van het brevet noodzakelijk is, wordt een trimestriële kwalificatietoelage bij de luchtvaart toegekend waarvan de bedragen, in voorkomend geval in functie van de behaalde kwalificatie, bepaald zijn in tabel E van de bijlage bij dit besluit.
Indien het lid van het gebrevetteerd varend personeel, bedoeld in het eerste lid, ophoudt een organieke betrekking te bekleden waarvoor het bezit van het brevet noodzakelijk is, op een andere datum dan de eerste dag van het trimester, wordt voor het desbetreffende trimester de toelage bedoeld in het eerste lid toegekend.
Aan het lid van het gebrevetteerd varend personeel, [4 houder van een brevet bedoeld [5 in artikel 6, in artikel 6, 5°, 6°, 7°, 10°, 11°, 12°, 13° of 14°,]5 van het voornoemd koninklijk besluit van 13 mei 2004,]4 dat ophoudt een organieke betrekking te bekleden waarvoor het bezit van het brevet noodzakelijk is, en derhalve in een operationele reserve wordt opgenomen, wordt vanaf het eerste trimester volgend op de dag waarop hij ophoudt de bedoelde betrekking te bekleden, gedurende vier jaar een trimestriële kwalificatietoelage bij de luchtvaart toegekend waarvan de bedragen, in voorkomend geval in functie van de behaalde kwalificatie, bepaald zijn in tabel F van de bijlage bij dit besluit.
[3 De nadere regels]3 tot het behalen, het behouden, het opschorten, het verlies en het herwinnen van de kwalificatie in een bepaalde functie worden bepaald in een reglement uitgevaardigd door de Minister van [2 Defensie]2.
----------
(1)<KB 2013-08-17/32, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>
(2)<KB 2016-01-29/11, art. 79, 008; Inwerkingtreding : 11-03-2016>
(3)<KB 2018-06-28/12, art. 10, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(4)<KB 2019-09-18/02, art. 4, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
(5)<KB 2023-09-22/11, art. 2, 012; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.15.Indien het in artikel 14 (en 14bis) bedoelde lid van het varend personeel van kwalificatie verandert op een andere datum dan de eerste dag van het trimester, wordt voor het desbetreffende trimester de toelage voor de hoogste kwalificatie toegekend. <KB 2007-07-26/38, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2007>
[1 Wanneer de betrokken militair aanspraak kan maken op een veelvoud van de bedoelde toelage op basis van verschillende brevetten, wordt enkel het hoogste bedrag toegekend.]1
----------
(1)<KB 2019-09-18/02, art. 5, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art. 15bis. <KB 2007-07-26/38, art. 8; Inwerkingtreding : 01-10-2007> De kwalificatietoelagen bij de luchtvaart worden na vervallen termijn uitbetaald.
Art. 15ter. [1 Na schrapping uit het gebrevetteerd varend personeel als gevolg van een lichamelijke ongeschiktheid voor de luchtdienst ten gevolge van een schadelijk feit gebeurd in en door de dienst, behoudt de militair het recht op de kwalificatietoelage volgens de nadere regels bepaald in de artikelen 14 en 14bis. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2018-06-28/12, art. 11, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK V. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art.16. Het koninklijk besluit van 29 januari 1974, tot vaststelling van het stelsel der toelagen en premies verschuldigd aan het varend personeel van de krijgsmachtdelen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 oktober 1975, 1 maart 1977, 15 maart 1988, 19 november 1990, 11 augustus 1994, 25 maart 1996 en 20 september 1998, wordt opgeheven, met uitzondering van :
1° het artikel 1, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 maart 1996;
2° het artikel 2;
3° het artikel 2bis, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 maart 1988;
4° de artikelen 9, 10, 14, 17 en 18;
5° de tabel B van de bijlage, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 augustus 1994.
De tabel D van de bijlage bij het koninklijk besluit van 29 januari 1974 tot vaststelling van het stelsel der toelagen en premies verschuldigd aan het varend personeel van de krijgsmachtdelen is van toepassing voor de berekening van het deel van de loopbaanpremie bij de luchtvaart, verworven op de dag van inwerkingtreding van dit besluit door de nog steeds in werkelijke dienst zijnde militair, bedoeld in artikel 12, § 1, van dit besluit. Dit verworven deel van de loopbaanpremie bij de luchtvaart zal aan de betrokken militair uitbetaald worden op de eerste dag van de derde maand volgend op deze van de inwerkingtreding van dit besluit.
Art.17. Worden opgeheven in het koninklijk besluit van 29 januari 1974, tot vaststelling van het stelsel der toelagen en premies verschuldigd aan het varend personeel van de krijgsmachtdelen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 oktober 1975, 1 maart 1977, 15 maart 1988, 19 november 1990, 11 augustus 1994, 25 maart 1996 en 20 september 1998 :
1° het artikel 1, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 maart 1996;
2° het artikel 2;
3° het artikel 2bis, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 maart 1988;
4° de artikelen 9, 10, 14, 17 en 18;
5° de tabel B van de bijlage, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 augustus 1994.
Art. 17bis. [1 Bij wijze van overgangsmaatregel, wordt de vrijwilliger, die voor 1 januari 2008, met succes de vorming van loadmaster-steward heeft gevolgd, voor de toepassing van dit besluit, beschouwd als lid van het gebrevetteerd varend personeel.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2009-04-29/14, art. 1; Inwerkingtreding : 01-10-2007>
Art.18. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003, met uitzondering van de artikelen 14, 15 en 17 en de tabel D van de bijlage, die in werking treden op 1 januari 2004.
Art.19. Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.[1 Bijlage bij het koninklijk besluit van 3 april 2003 houdende het stelsel der toelagen verschuldigd aan het varend personeel van de Krijgsmacht]1
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 17-11-2023, p. 106683)
----------
(1)