21 MAART 2003. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 20 maart 2003 tot vaststelling van de beheersregels van de restauratie- en hoteldienst van Defensie. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 07-05-2003 en tekstbijwerking tot 24-12-2013)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Het beheer.
Afdeling 1. - Algemeenheden.
Art. 3
Afdeling II. - De beheerscommissie.
Art. 4-7
Afdeling III. - De beheerscomités.
Art. 8-10
Afdeling IV. - De beheerders.
Art. 11
Afdeling V. - De overheidsopdrachten.
Art. 12
HOOFDSTUK III. - De rekenplichtigen en de rekeningen.
Art. 13-16
HOOFDSTUK IV. - De begroting.
Art. 17
HOOFDSTUK V. - Overgangsmaatregelen en slotbepalingen.
Art. 18
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° " koninklijk besluit ", het koninklijk besluit van 20 maart 2003 houdende de beheersregels van de Restauratie- en Hoteldienst van Defensie;
2° " de RHDD " : de Restauratie- en Hoteldienst van Defensie;
3° " installatie " : elke dienst van het Ministerie van Landsverdediging belast met activiteiten van restauratie, hotellerie of logement;
4° " de Minister " : de Minister van Landsverdediging;
5° " het Ministerie " : het Ministerie van Landsverdediging;
6° " de directeur-generaal " : de directeur-generaal Budget en Financiën van de Defensiestaf;
[1 7° " NKD " : Nationale Kring van Defensie.]1
----------
(1)<MB 2013-10-31/05, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.2.[1 De directeur-generaal bepaalt :
1° de voorwaarden voor de oprichting, de uitbating en de ontbinding van de installaties;
2° de diensten die als installatie worden opgenomen;
3° de regels van de financiële administratie die van toepassing zijn op de installaties.]1
----------
(1)<MB 2009-03-18/35, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2009>
HOOFDSTUK II. - Het beheer.
Afdeling 1. - Algemeenheden.
Art.3. De beheersorganen van de RHDD zijn de beheerscommissie van de RHDD, de beheerscomités en de beheerders van de installaties.
Afdeling II. - De beheerscommissie.
Art.4. § 1. De beheerscommissie bedoeld bij artikel 12 van het koninklijk besluit is samengesteld uit :
1° de directeur-generaal, als voorzitter;
2° de onderstafchefs van het stafdepartement Operaties en Training en van het stafdepartement Gezondheid, Milieu, Kwaliteit van het leven en Welzijn of hun gemandateerde vertegenwoordiger;
3° de directeurs-generaal van de algemene directie Human Resources en van de algemene directie Material Resources of hun gemandateerde vertegenwoordiger;
4° een vertegenwoordiger van de Minister;
5° de chef van de ondersectie Boekhouding van de algemene directie Budget en Financiën, die eveneens het secretariaat van de beheerscommissie verzekert.
§ 2. De vertegenwoordiger van de Minister kan de uitvoering van de beslissingen van de beheerscommissie opschorten binnen de termijn die voorzien is in het reglement van inwendige orde bedoeld in artikel 6, derde lid. In dit geval wordt de zaak voor beslissing voorgelegd aan de Minister.
Art.5. De beheerscommissie is belast met :
1° het voorleggen aan de Minister van het voorstel van begroting van de RHDD en in voorkomend geval de ontwerpen voor aanpassing aan de begroting;
2° het voorleggen van de rekeningen van de RHDD aan de Minister;
3° het bepalen van de beheerspolitiek van de dienst;
4° het beslissen over de bestemming van de tegoeden van de installaties die ontbonden zijn;
5° het toestaan van de oprichting van nieuwe installaties in het kader van de regels vastgelegd in uitvoering van artikel 2;
6° het verlenen van haar akkoord, voorafgaand aan het starten van de procedure, over het voorwerp van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten bedoeld bij artikel 12, derde lid;
7° het voorstellen aan de directeur-generaal Human Resources van het plan tot rekrutering van contractueel personeel ten voordele van de RHDD;
8° het bestuderen, op aanvraag van de Minister, van alle problemen in verband met de werking van de dienst.
Art.6. De beheerscommissie wordt bijeengeroepen door de voorzitter telkens dit nodig geacht wordt.
Na elke bijeenkomst van de beheerscommissie wordt een kopie van het goedgekeurde proces-verbaal overgemaakt aan de Minister.
De werkingsregels van de beheerscommissie worden bepaald in een reglement van inwendige orde, goedgekeurd door de Minister.
Art.7.[1 De voorzitter van de beheerscommissie is de ordonnateur voor de uitgaven met fondsen die door de centrale rekenplichtige beheerd worden onder voorbehoud van toepassing van artikel 12, alsook voor de rechten waarvan de invordering aan deze laatste wordt toevertrouwd.]1
----------
(1)<MB 2011-02-04/03, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2011>
Afdeling III. - De beheerscomités.
Art.8. § 1. Het beheerscomité bedoeld in artikel 14 van het koninklijk besluit is samengesteld uit :
1° een officier als voorzitter;
2° de door de deelnemers aan de installatie gekozen leden, welke de verschillende categorieën van het begunstigd personeel vertegenwoordigen;
3° de beheerder van de installatie, die eveneens de functie van secretaris van het comité verzekert.
§ 2. De directeur-generaal bepaalt de regels voor de benoeming van de voorzitter en van de leden van het beheerscomité, evenals zijn werkingsregels.
Art.9. Voor de installatie of de groep van installaties waarover het de verantwoordelijkheid heeft, is het beheerscomité belast met :
1° het toezicht op de werking en het beheer;
2° het goedkeuren van het begrotingsontwerp en, in voorkomend geval, de ontwerpen voor aanpassing van deze begroting;
3° het goedkeuren van de boekhouding;
4° het vastleggen van het reglement van inwendige orde;
5° het voorleggen voor akkoord aan de beheerscommissie van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten bedoeld artikel 12, derde lid;
6° elke andere taak vastgelegd door de directeur-generaal.
Art.10. De voorzitter van het beheerscomité is de ordonnateur voor de uitgaven met fondsen die door de lokale rekenplichtige beheerd worden onder voorbehoud van de toepassing van artikel 12, alsook voor de rechten waarvan de invordering aan deze laatste wordt toevertrouwd.
Afdeling IV. - De beheerders.
Art.11. Het dagelijks beheer van de RHDD wordt verzekerd door de beheerders van de installaties volgens de modaliteiten vastgelegd door de directeur-generaal of door de overheid door hem aangewezen.
Afdeling V. - De overheidsopdrachten.
Art.12.De voorzitter van het beheerscomité heeft bevoegdheidsoverdracht ten belope van 680.000 EUR om opdrachten voor te bereiden, te gunnen en uit te voeren in verband met de aankoop van levensmiddelen of consumptiegoederen ten voordele van de installatie of installaties waarover hij de verantwoordelijkheid heeft.
[1 Om andere overheidsopdrachten voor te bereiden, te gunnen en uit te voeren dan deze bedoeld in het eerste lid, beschikt de voorzitter van het beheerscomité over dezelfde bevoegdheidsoverdracht als diegene die toegekend is aan de korpscommandanten in het ministerieel besluit houdende overdracht van bevoegdheid door de Minister van Landsverdediging inzake het plaatsen en uitvoeren van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, inzake vervreemding en diverse uitgaven, beschikt de manager NKD over een bevoegdheidsoverdracht ten belope van 8.500 EUR exclusief btw en beschikt de voorzitter van de beheerscommissie over een bevoegdheidsoverdracht ten belope van 31.000 EUR exclusief btw.]1
Uitgezonderd de overheidsopdrachten bedoeld in het eerste lid, de overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten waarvan het bedrag gelijk is aan of groter dan 31.000 EUR worden onderworpen aan het voorafgaandelijk akkoord van de beheerscommissie van de RHDD.
----------
(1)<MB 2013-10-31/05, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
HOOFDSTUK III. - De rekenplichtigen en de rekeningen.
Art.13. De centrale rekenplichtige van de RHDD wordt benoemd door de Minister op voorstel van de directeur-generaal. De lokale rekenplichtigen worden aangeduid door de directeur-generaal.
Art.14. De centrale rekenplichtige is belast met :
1° het opstellen en het voorstellen aan de beheerscommissie van het begrotingsontwerp van de RHDD en, in voorkomend geval van de ontwerpen tot aanpassing van die begroting;
2° de inning, het bewaren en het gebruiken van de fondsen die hem in beheer zijn toegewezen;
3° het verrichten van de betalingen die hem zijn toevertrouwd;
4° het opstellen van de staten en rekeningen bedoeld bij de artikelen 10 en 11 van het koninklijk besluit;
5° elke andere taak vastgelegd door de directeur generaal.
Art.15. Voor de installatie of installaties waarover hij de verantwoordelijkheid heeft, is de lokale rekenplichtige belast met :
1° het uitvoeren van de betalingen;
2° het invorderen van de verschuldigde sommen;
3° het bewaren en het gebruiken van de fondsen die hem in beheer zijn toegewezen;
4° het bewaren van alle documenten in verband met zijn beheer;
5° rekening afleggen aan de centrale rekenplichtige;
6° elke andere taak vastgelegd door de directeur generaal.
Art.16. De directeur-generaal of de overheid die hij aanduidt bepaalt de vorm en de inhoud van de door de rekenplichtigen bij te houden staten en rekeningen, evenals de procedures van aflegging.
HOOFDSTUK IV. - De begroting.
Art.17. De begrotingsontwerpen van de RHDD en de aanpassingen aan de begroting worden opgesteld volgens de vorm en de procedures vastgelegd door de directeur-generaal.
HOOFDSTUK V. - Overgangsmaatregelen en slotbepalingen.
Art. 18. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.
Brussel, 21 maart 2003.
A. FLAHAUT.