22 MEI 2003. - Wet tot wijziging van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-07-2003 en tekstbijwerking tot 30-12-2011)
Art. 1-12
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art.2. In artikel 5 van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof, het laatst gewijzigd bij de wet van 10 maart 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid, waarvan de tekst § 1 zal vormen, wordt vervangen als volgt :
" § 1. Het Rekenhof is belast met de controle van de algemene boekhouding en de begrotingsboekhouding van de verschillende diensten van de Staat.
Het stelt de algemene rekeningen van de verschillende diensten van de Staat vast en is belast met het onderzoek en het verevenen van de rekeningen van alle rekenplichtigen van de Staat.
Het onderzoekt de wettigheid en de regelmatigheid van de uitgaven en de ontvangsten van de Staat.
De Kamer van volksvertegenwoordigers kan het Rekenhof gelasten een onderzoek naar de wettigheid en de regelmatigheid van sommige uitgavenprogramma's alsook financiële audits uit te voeren, binnen de diensten en instellingen die aan de controle van het Hof zijn onderworpen.
Het Rekenhof heeft permanent en onmiddellijk toegang tot de budgettaire aanrekeningen, zowel voor de vastleggingskredieten als voor de vereffeningskredieten. ".
2° Het vroegere tweede lid, dat het zesde lid van § 1 is geworden, wordt aangevuld als volgt :
" Het brengt elke overtreding van de begrotingswetten zonder verwijl ter kennis van de Kamer van volksvertegenwoordigers. "
3° het artikel wordt aangevuld als volgt :
" § 2. Het Rekenhof oefent op budgettair en boekhoudkundig vlak een informatieopdracht uit ten behoeve van de Kamer van volksvertegenwoordigers.
§ 3. De rekeningen van de openbare instellingen die door de Staat worden opgericht of die eronder ressorteren, worden aan het Rekenhof toegezonden.
Tenzij een bijzondere wettelijke regeling ervan afwijkt, oefent het Rekenhof ten aanzien van die openbare instellingen de bevoegdheden en controle uit die in § 1 worden omschreven.
Het kan hun rekeningen in zijn Boek van opmerkingen bekendmaken. ".
Art.3. In artikel 5bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 maart 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
" Het Rekenhof kan zich te allen tijde alle documenten en inlichtingen, van welke aard ook, met betrekking tot het beheer en het budgettair en boekhoudkundig proces van de diensten van de Staat en van de openbare instellingen die met toepassing van artikel 5 aan zijn controle zijn onderworpen of die het nodig acht om zijn opdrachten te kunnen vervullen, doen verstrekken. "
2° het tweede lid wordt aangevuld als volgt :
" in de diensten en instellingen die aan zijn controle zijn onderworpen. "
Art.4. Artikel 6 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 3 april 1995, wordt vervangen als volgt :
" Het Rekenhof stelt zich rechtstreeks in verbinding met de bevoegde ministers. "
Art.5. Artikel 8, achtste lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 3 april 1995, wordt vervangen als volgt :
" Het Rekenhof veroordeelt de rekenplichtige tot het aanzuiveren van zijn tekort indien het oordeelt dat hij een zware fout of nalatigheid, of herhaaldelijk een lichte fout heeft begaan, die het tekort hebben vergemakkelijkt of mogelijk gemaakt. Het kan hem echter, met inachtneming van de omstandigheden eigen aan het geval en meer bepaald van de mate waarin de rekenplichtige in zijn verplichtingen is tekortgeschoten, ook veroordelen tot het terugbetalen van slechts een gedeelte van het tekort. "
Art.6. In artikel 10 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 3 april 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " en de ordonnateur worden " vervangen door het woord " wordt " en worden de woorden " of de ordonnateur " geschrapt.
2° in het derde lid worden de woorden " of de ordonnateur " geschrapt.
3° in het vierde lid worden de woorden " of de ordonnateur " geschrapt, worden de woorden " en de ordonnateur hebben " vervangen door het woord " heeft " en worden de woorden " Ze kunnen " vervangen door de woorden " Hij kan ".
Art.7. In artikel 11, derde lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 3 april 1995, worden de woorden " De rekenplichtige en de ordonnateur verschijnen persoonlijk. Zij kunnen " vervangen door de woorden " De rekenplichtige verschijnt persoonlijk. Hij kan ".
Art.8. In artikel 13 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 3 april 1995, worden de woorden " of de ordonnateur " geschrapt.
Art.9. Artikel 16 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
" Obligaties van leningen of van conversieleningen zijn slechts geldig indien zij zijn voorzien van het visum van het Rekenhof. ".
Art.10. Artikel 5, vierde lid, evenals de artikelen 9, 14, 15 en 17 van dezelfde wet worden opgeheven.
Art.11.[1 Deze wet treedt in werking op 1 januari 2012.]1
[2 Met inachtneming van artikel 71, § 1, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten en in afwijking van het eerste lid, treedt artikel 10 in werking op 1 januari 2012 enkel wat betreft de opheffing van de artikelen 5, vierde lid, 9 en 17 van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof.
In zover dit artikel de artikelen 14 en 15 van de voornoemde wet van 29 oktober 1846 opheft, wordt artikel 10 van deze wet van kracht op 1 januari 2013.
De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het voorgaand lid.]2
----------
(1)<W 2010-12-29/01, art. 169, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2011>
(2)<W 2011-12-28/01, art. 6, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
Art. 12.[1 § 1.]1 <ingevoegd bij W 2008-12-22/32, art. 6; Inwerkingtreding : 01-01-2009> In afwijking van artikel 11 treden de bepalingen van artikel 2 in werking op 1 januari 2009 wat betreft de FOD Kanselarij van de Eerste Minister, de FOD Budget en Beheerscontrole, de FOD Personeel en Organisatie, de FOD Informatie en Communicatietechnologie en de FOD Volksgezondheid, Leefmilieu en Veiligheid van de Voedselketen.
[1 § 2. In afwijking van artikel 11 treden de bepalingen van artikel 2 in werking op 1 januari 2010 voor wat betreft de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de FOD Sociale Zekerheid, de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en de POD Maatschappelijke Integratie, Strijd tegen de Armoede en Sociale Economie.]1
[2 § 3. In afwijking van artikel 11 treden de bepalingen van artikel 2 in werking op 1 januari 2011 voor de FOD Financiën, de FOD Mobiliteit en Vervoer en de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.]2
----------
(1)<W 2009-12-23/04, art. 27, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2010>
(2)<W 2010-12-29/01, art. 170, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2011>
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 22 mei 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale economie,
J. VANDE LANOTTE
De Minister van Financiën,
D. REYNDERS
Gezien en met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN.