16 MEI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 betreffende de roerende voorheffing.
Art. 1-8
Artikel 1. In artikel 105, 1°, van het KB/WIB 92, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 augustus 1994, 7 april 1995 en 23 december 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° littera a wordt vervangen door de volgende bepaling :
" a) de in België gevestigde kredietinstellingen onderworpen aan de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen evenals de Nationale Bank van België en het Herdisconterings- en Waarborginstituut;";
2° littera b wordt vervangen door de volgende bepaling :
" b) de ondernemingen die voldoen aan de volgende voorwaarden :
- een binnenlandse vennootschap of een Belgische inrichting van een buitenlandse vennootschap zijn;
- die, voor het belastbaar tijdperk dat de toekenning of betaalbaarstelling van de inkomsten voorafgaat, aandelen bezat die de aard van financiële vaste activa hebben waarvan de aanschaffingswaarde gemiddeld ten minste 50 pct. vertegenwoordigde van haar balanstotaal bij het afsluiten van het boekjaar dat met dat belastbaar tijdperk is verbonden;
- en waarvan de aandelen zijn genoteerd op een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 264, eerste lid, 2°bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 of die voor ten minste 50 pct., rechtstreeks of onrechtstreeks in het bezit zijn van een vennootschap die aan de vennootschapsbelasting of aan een buitenlandse belasting van gelijke aard is onderworpen, die niet een belastingregeling geniet die afwijkt van het gemeen recht of die niet een aanzienlijk gunstigere regeling geniet dan de Belgische vennootschapsbelasting, en waarvan de aandelen genoteerd zijn op een gereglementeerde markt als bedoeld in hetzelfde artikel;";
3° littera c wordt vervangen door de volgende bepaling :
" c) de financiële ondernemingen die voldoen aan de volgende voorwaarden :
- een binnenlandse vennootschap of een Belgische inrichting van een buitenlandse vennootschap zijn;
- welke behoort tot een groep van verbonden of geassocieerde vennootschappen in de zin van respectievelijk de artikelen 11 en 12 van het Wetboek van vennootschappen;
- welke haar activiteiten uitsluitend uitoefent in het voordeel van de vennootschappen van de groep;
- welke zich uitsluitend of hoofdzakelijk bezighoudt met dienstverrichtingen van financiële aard;
- welke zich uitsluitend financiert bij binnenlandse vennootschappen of rechtspersonen als bedoeld in de artikelen 220 en 227 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, met als enig doel eigen verrichtingen of verrichtingen van verbonden of geassocieerde vennootschappen te financieren;
- en welke geen aandelen bezit waarvan de aanschaffingswaarde meer bedraagt dan 10 pct. van de fiscale nettowaarde van de financiële onderneming;";
4° littera d wordt opgeheven;
5° littera f wordt vervangen door de volgende bepaling :
" f) de in België gevestigde hypotheekbanken die onder de toepassing vallen van het koninklijk besluit nr. 225 van 7 januari 1936 tot reglementering van de hypothecaire leningen en tot inrichting van de controle op de ondernemingen van hypothecaire leningen of onderworpen aan de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet;";
6° littera h wordt vervangen door de volgende bepaling :
" h) de plaatselijke handelsvennootschappen en de gewestelijke of beroepsverenigingen van deze vennootschappen, die tot uitvoering van het statuut van de Nationale Kas voor Beroepskrediet krediet voor ambachtsoutillage mogen verstrekken;";
7° littera k wordt vervangen door de volgende bepaling :
" k) de vennootschappen voor huisvestingskrediet zijnde de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, de Société régionale Wallonne du logement, de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, de Vlaamse Landmaatschappij en de door hen erkende maatschappijen, de coöperatieve vennootschappen " Vlaams Woningfonds van de grote gezinnen ", " Woningfonds van de Bond der kroostrijke gezinnen van België ", " Fonds du Logement des familles nombreuses de Wallonie " en " Woningfonds van de gezinnen van het Brusselse Gewest ", zomede de door het Vlaamse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of het Waalse Gewest erkende vennootschappen die uitsluitend ten doel hebben leningen toe te staan voor het bouwen, het aankopen of het inrichten van sociale woningen, kleine landeigendommen of daarmede gelijkgestelde woningen, of voor de uitrusting daarvan met geschikt meubilair;";
8° in littera l, worden de woorden " of hoofdzakelijk " geschrapt;
9° littera m wordt opgeheven.
Art.2. In artikel 107 van het KB/WIB 92, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 mei 1994, 11 december 1996 en 4 december 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, worden de woorden "inkomsten vermeld in artikel 266, laatste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 uitgezonderd, "vervangen door de woorden " met uitzondering van de inkomsten vermeld in artikel 266, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van de inkomsten uit vastgoedcertificaten,";
2° in § 2, 1°, worden de woorden "de Gewesten, de Gemeenschappen, de Franse Gemeenschapscommissie, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie," ingevoegd tussen de woorden " door de Staat, " en de woorden " de provincies";
3° in het § 2, 5°, worden de littera a en b vervangen door de volgende bepalingen :
" a) inkomsten van schuldvorderingen en leningen die aan in het buitenland gevestigde banken worden verleend of toegekend door de in artikel 105, 1°, a, vermelde financiële instellingen;
b) inkomsten van obligaties, kasbons of andere soortgelijke effecten die het voorwerp zijn van een inschrijving op naam bij de uitgever en de inkomsten van niet door effecten vertegenwoordigde schuldvorderingen en leningen die aan spaarders niet-inwoners worden verleend of toegekend door :
- de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de Franse Gemeenschapscommissie, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de provincies, de agglomeraties en de gemeenten;
- de Belgische openbare inrichtingen of instellingen voor zover die schuldvorderingen en leningen door de Staat, de Gewesten of de Gemeenschappen zijn gewaarborgd;
- de in artikel 105, 1°, a, vermelde financiële instellingen;
- de in artikel 105, 1°, b of c vermelde ondernemingen die gedurende de gehele verlopen duur van de overeenkomst ter uitvoering waarvan de inkomsten worden verleend of toegekend, respectievelijk hebben voldaan aan de in artikel 105, 1°, b of c, bedoelde voorwaarden;";
4° in § 2, 6°, worden de woorden " de Gewesten, de Gemeenschappen, de Franse Gemeenschapscommissie, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie," ingevoegd tussen de woorden " de Staat, " en de woorden " de provincies ";
5° in § 2, 9°, worden de woorden " welke niet zijn vertegenwoordigd door effecten of zijn vertegenwoordigd door effecten in de vorm van handelspapier " ingevoegd tussen de woorden " en leningen " en de woorden " waarvan de verkrijgers ";
6° in § 2, 11°, worden de woorden " aan toonder " geschrapt.
Art.3. In artikel 110 van het KB/WIB 92, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in 1° worden de woorden " artikel 479, van boek III, van titel I, van het Wetboek van koophandel " vervangen door de woorden " artikel 51 van de faillissementswet van 8 augustus 1997 ";
2° het 3° wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 3° inkomsten verleend of toegekend aan haar leden door een instelling als bedoeld in artikel 22, § 1, 1° of 2° en § 2, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, uit hoofde van deposito's die als dekking worden neergelegd voor de transacties welke zij heeft geregistreerd overeenkomstig het marktreglement;";
3° het 4° wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 4° inkomsten van deposito's, zelfs als vermeld in artikel 21, 5°, van hetzelfde Wetboek, verleend of toegekend :
a) aan in het buitenland gevestigde banken, door in artikel 105, 1°, a, vermelde financiële instellingen;
b) aan spaarders niet-inwoners door in artikel 105, 1°, a, vermelde financiële instellingen alsmede door in artikel 105, 1°, b of c vermelde ondernemingen die gedurende de gehele verlopen duur van de overeenkomst ter uitvoering waarvan de inkomsten worden verleend of toegekend, respectievelijk hebben voldaan aan de in artikel 105, 1°, b of c, bedoelde voorwaarden;
c) aan in artikel 106, § 3, vermelde beleggingsfondsen, door in artikel 105, 1°, a, vermelde financiële instellingen alsmede door in artikel 105, 1°, b of c vermelde ondernemingen die gedurende de gehele verlopen duur van de overeenkomst ter uitvoering waarvan de inkomsten worden verleend of toegekend, respectievelijk hebben voldaan aan de in artikel 105, 1°, b of c, bedoelde voorwaarden;".
d) door beursvennootschappen aan spaarders niet-inwoners;
Art.4. In artikel 113, van het KB/WIB 92, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, worden de woorden " en inkomsten uit vastgoedcertificaten " ingevoegd tussen de woorden " van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 " en het woord " uitgezonderd ";
2° § 2, 2° wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 2° a) inkomsten van schuldvorderingen en leningen die worden verleend of toegekend door in artikel 105, 1°, a, vermelde financiële instellingen aan in het buitenland gevestigde banken;
b) inkomsten van niet door effecten aan toonder vertegenwoordigde schuldvorderingen en leningen die worden verleend of toegekend door in artikel 105, 1°, a, vermelde financiële instellingen, aan spaarders niet-inwoners;".
Art.5. In artikel 114, § 2, worden de littera b en c, van het KB/WIB 92, vervangen door de volgende bepalingen :
" b) door in artikel 105, 1°, a, vermelde financiële instellingen aan in het buitenland gevestigde banken;
c) door in artikel 105, 1°, a, vermelde financiële instellingen, aan spaarders niet-inwoners. ".
Art.6. Dit besluit is van toepassing op de inkomsten toegekend of betaalbaar gesteld met ingang van de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.7. Met betrekking tot de overeenkomsten gesloten vóór de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, en in afwijking van de artikelen 107, § 2, 5°, b, laatste streepje en 110, 4°, b en c, KB/WIB 92, zoals respectievelijk aangevuld en gewijzigd door dit besluit, moeten de voorwaarden vermeld in artikel 105, 1°, b of c, zoals gewijzigd door artikel 1 van dit besluit, uiterlijk vervuld zijn op het ogenblik van de eerste toekenning of betaalbaarstelling van de inkomsten verricht met ingang van de dag van deze bekendmaking.
Art. 8. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 mei 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
D. REYNDERS.