Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

16 MEI 2003. - Koninklijk besluit betreffende de aanwijzing van tweetalig adjuncten bij wijze van overgangsmaatregel in de centrale diensten van de federale overheidsdiensten. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-06-2003 en tekstbijwerking tot 10-06-2011)



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° "gecoördineerde wetten" : de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966;
  2° "de vroegere regeling" : het koninklijk besluit van 30 november 1966 betreffende de aanwijzing van de tweetalige adjuncten in de centrale diensten;
  3° "federale overheidsdiensten" : de diensten bedoeld in het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst;
  4° "houders van een functie die de eenheid van rechtspraak verzekert" : de personen die in elke federale overheidsdienst de functies uitoefenen die overeenkomstig artikel 43ter, § 7, zesde lid, bij koninklijk besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, zijn aangeduid.

Art.2. Tot de uitvoering van artikel 43ter, § 7, zesde lid, van de gecoördineerde wetten, wordt in de centrale diensten van elke federale overheidsdienst, de houder van een managementfunctie -1, die tevens chef is van een afdeling die de eenheid van rechtspraak verzekert, beschouwd als de persoon die ten aanzien van de overheid waaronder hij ressorteert de eenheid van de administratieve rechtspraak verzekert.
  De Ministerraad zal, op voorstel van de betrokken minister, bepalen welke afdelingen de eenheid van rechtspraak verzekeren.

Art.3. Tot de uitvoering van artikel 43ter, § 7, zesde lid, van de gecoördineerde wetten, wordt aan de houders, bedoeld in artikel 2, die niet aan de hand van de bij artikel 43, § 3, derde lid, van de gecoördineerde wetten voorgeschreven bewijzen de vereiste taalkennis hebben bewezen en tot ze die bewezen hebben, onder de bij dit besluit gestelde voorwaarden, een tweetalig adjunct toegevoegd.
  De voorzitter van het Directiecomité doet een oproep tot de kandidaat-tweetalig adjuncten. Na advies van het Directiecomité duidt hij de tweetalig adjuncten aan.

Art.4. De kennis van de door de houders, bedoeld in artikel 2, niet gekende taal wordt door de kandidaat tweetalig adjunct bewezen door het feit dat hij niet behoort tot hun taalrol. De bepalingen van het koninklijk besluit van 30 november 1966, tot regeling van de inschrijving van de ambtenaren van de hoofdbesturen en van de in België zetelende uitvoeringsdiensten op een van de taalrollen (II), zijn ten deze toepasselijk.
  De kennis van de tweede taal van de tweetalig adjunct wordt bewezen aan de hand van de bewijzen voorgeschreven bij artikel 43, § 3, derde lid van de gecoördineerde wetten.

Art.5. De tweetalig adjunct oefent al zijn werkzaamheden uit in dezelfde afdeling.
  In afwijking van het eerste lid, kan de voorzitter van het Directiecomité beslissen dat de tweetalig adjunct niet in dezelfde afdeling tewerkgesteld hoeft te zijn op voorwaarde dat de afdeling minder dan 50 personeelsleden telt en de tweetalig adjunct tewerkgesteld is in een afdeling met dezelfde geografische ligging als de houder, bedoeld in artikel 2, aan wie hij is toegevoegd.

Art.6. De tweetalig adjunct staat de houders, bedoeld in artikel 2, bij de afhandeling van de zaken behandeld in de tweede taal, waarvan laatstgenoemde de kennis niet bewezen heeft.
  Hij neemt kennis van alle andere zaken waarin de eenheid van rechtspraak in het gedrang kan komen.
  Hij mag er in geen geval toe verplicht worden om letterlijke en schriftelijke vertaling van de stukken van het dossier te geven.

Art.7. De betrekkingen tussen de houders, bedoeld in artikel 2 en de personeelsleden wiens taal zij niet bewezen hebben, geschieden door bemiddeling van de tweetalig adjunct.

Art.8. De tweetalig adjunct, aangeduid overeenkomstig dit besluit, ontvangt ter compensatie van de extra taken ter verzekering van de eenheid van rechtspraak een jaarlijkse vergoeding ten bedrage van 5.784,82 euro.
  In afwijking van het eerste lid, ontvangt de tweetalig adjunct, die tweetalig adjunct is of geweest is overeenkomstig de vroegere regeling, geen vergoeding. De houder van een management- of staffunctie die overeenkomstig dit besluit wordt aangeduid als tweetalig adjunct, ontvangt tevens geen vergoeding.
  De mobiliteitsregeling die toepasselijk is op de wedde van het personeel van de federale overheidsdiensten is eveneens van toepassing op de vergoeding vermeld in het eerste lid. Ze wordt verbonden aan de spilindex 138,01.

Art.9. De pecuniaire rechten verworven door de ambtenaren die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit als tweetalig adjunct aangewezen zijn of aangewezen geweest zijn overeenkomstig de vroegere regeling blijven verworven. Desgevallend behouden ze tevens de graad waarmee ze in overtal werden bekleed.

Art.10.Dit besluit treedt in werking op 12 oktober 2002 en treedt buiten werking op [1 31 december 2011]1.
  ----------
  (1)<KB 2011-05-26/09, art. 1, 011; Inwerkingtreding : 01-07-2011>

Art. 11. Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 16 mei 2003.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen,
  L. VAN DEN BOSSCHE.