13 MAART 2003. - Koninklijk besluit betreffende het statuut van de managementfuncties van administrateur-generaal en adjunct administrateur-generaal in de openbare instellingen van sociale zekerheid. - (NOTA : vernietigd door het arrest nr 122.881 van 16 september 2003 van de afdeling administratie van de Raad van State.) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-03-2003 en tekstbijwerking tot 18-04-2003)
Art. 1-3, 3bis, 3ter, 4-7
Artikel 1. Het voorliggend besluit is van toepassing op de openbare instellingen van sociale zekerheid bedoeld in artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd door de wet van 12 december 1997.
Art.2. § 1. Er wordt een proef georganiseerd om na te gaan of de huidige houders van de graden van administrateur-generaal en van adjunct-administrateur-generaal van de openbare instellingen van sociale zekerheid over de algemene en bijzondere competenties beschikken die in het profiel van hun managementfunctie zijn vervat. Dit profiel wordt opgesteld door het beheerscomité van de betrokken openbare instelling van sociale zekerheid.
Die proef, die wordt voorgesteld aan een commissie die wordt samengesteld zoals beschreven in artikel 3, heeft betrekking op de bestuursovereenkomst, het bestuursplan, de reeds geboekte resultaten, de meet- en oriënteringsinstrumenten en moet zorgen voor een evaluatie van de potentialiteiten die vereist zijn voor de vervulling van de managementfunctie. De proef leidt tot een gemotiveerde evaluatie met de vermelding "geschikt" of "niet-geschikt" van de commissie, die naar het beheerscomité van de instelling en de betrokkene wordt doorgestuurd.
§ 2. Indien de houder van de graad van administrateur-generaal " geschikt " wordt geacht, heeft de delegatie van het beheerscomité die de bestuursovereenkomst uit naam van de instelling heeft ondertekend, een onderhoud met de betrokkene.
Op basis van de gemotiveerde evaluatie en het resultaat van het onderhoud, formuleert het beheerscomité ten behoeve van de voogdijminister van de instelling een gemotiveerd voorstel om de betrokkene de managementfunctie gedurende 6 jaar te laten uitoefenen.
Indien de houder van de graad van adjunct-administrateur-generaal " geschikt " wordt geacht, heeft de delegatie van het beheerscomité die de bestuursovereenkomst heeft ondertekend uit naam van de instelling een onderhoud met de betrokkene.
Op basis van de gemotiveerde evaluatie en van het resultaat van het onderhoud, formuleert het beheerscomité te behoeve van de voogdijminister van de instelling een gemotiveerd voorstel om de betrokkene de managementfunctie gedurende 6 jaar te laten uitoefenen.
De voogdijminister hoort de betrokkene.
Aan de geslaagde titularissen van de graad van administrateur-generaal of adjunct-administrateur-generaal wordt door Ons, bij in Ministerraad overlegd besluit, een managementfunctie toegekend, respectievelijk de managementfunctie van "administrateur-generaal" en "adjunct-administrateur-generaal", voor een periode van 6 jaar, op voorstel van de voogdijminister en van het betrokken beheerscomité.
Art.3. De commissie wordt samengesteld door de gedelegeerd bestuurder van SELOR, het Selectiebureau van de Federale Overheid. De profielen van de leden van de commissie worden vastgelegd in samenspraak met het beheerscomité van de betrokken openbare instelling van sociale zekerheid.
De Gedelegeerd bestuurder van SELOR, het Selectiebureau van de Federale Overheid, stuurt de samenstelling van de commissie door naar de Regeringsleden en het beheerscomité. Laatstgenoemden kunnen hem hun bezwaren binnen veertien kalenderdagen meedelen. SELOR, het Selectiebureau van de Federale Overheid, dient op de opmerkingen te antwoorden bij wijze van een gemotiveerde beslissing.
De commissie is samengesteld uit een meerderheid aan experten uit de sociale sector, de non-profit sector, het paritair beheer en, eventueel uit een expert die wordt gekozen om zijn bijzondere kennis inzake de materies die te maken hebben met specifieke aspecten van het functieprofiel. De commissie wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van SELOR, het Selectiebureau van de Federale Overheid. De voorzitters van de Franstalige en de Nederlandstalige commissie plegen overleg om de gelijke aanpak te waarborgen.
Art. 3bis. <Ingevoegd bij KB 2003-04-04/41, art. 1; Inwerkingtreding : onbepaald > § 1. De managementfunctie van " administrateur-generaal " krijgt gedurende een periode van 6 jaar een weging die gelijk is aan het aantal punten dat wordt verkregen door toepassing van de criteria en de punten toegekend aan elk criterium dat in bijlagen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 11 juli 2001 betreffende de weging van de management- en staffuncties in de federale overheidsdiensten en tot vaststelling van hun wedde, wordt vermeld.
Afhankelijk van die weging wordt die functie opgenomen in één van de 7 klassen die in de tabel onder artikel 3 van voormeld koninklijk besluit van 11 juli 2001, zijn opgenomen.
§ 2. De managementfunctie van " adjunct-administrateur-generaal " wordt gedurende de periode van 6 jaar ingedeeld in een klasse uit de voornoemde tabel die 2 klassen lager is dan deze waarin de functie van administrateur-generaal van dezelfde instelling is ingedeeld.
§ 3. Het tweede en derde lid van artikel 3 van hetzelfde besluit zijn van toepassing op de wedden van de managementfuncties bedoeld in artikel 2.
Art. 3ter. <Ingevoegd bij KB 2003-04-04/41, art. 1; Inwerkingtreding : 01-04-2003> De bevoegde Minister formuleert voor elke openbare instelling van sociale zekerheid waarvoor hij bevoegd is, voorstellen voor de weging van de managementfuncties van " administrateur-generaal " en " adjunct-administrateur-generaal ".
De Ministerraad legt de weging vast van de managementfuncties van " administrateur-generaal " en " adjunct-administrateur-generaal ", op voorstel van de voogdijminister, na overleg met de Ministers van Ambtenarenzaken en Begroting.
Art.4. De graden van administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal worden in elke openbare instelling van sociale zekerheid afgeschaft vanaf het ogenblik waarop aan de betrokkene een managementfunctie is toegekend.
Die houders behouden hun graad ten persoonlijke titel.
Zij behouden het voordeel van hun weddeschaal die gekoppeld is aan hun afgeschafte graad.
Art.5. In het koninklijk besluit van 24 januari 2002 houdende vaststelling van het statuut van het personeel van de openbare instellingen van sociale zekerheid wordt een artikel 2bis ingevoegd, luidende :
" Art. 2bis. Voor de houders van een managementfunctie van administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal wordt het statuut bepaald door het koninklijk besluit van... betreffende het statuut van de managementfuncties van administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal van de openbare instellingen van sociale zekerheid ".
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 10 februari 2003.
Art. 7. Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen en Onze Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 maart 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Begroting,
J. VANDE LANOTTE
De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. DUQUESNE
De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE
De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen,
L. VAN DEN BOSSCHE
Voor de Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand, afwezig,
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN.