Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

1 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit tot toekenning van een financiële hulp teneinde de last verbonden aan de organisatie van de Europese Toppen in 2003 te dekken en meer in het bijzonder de bijkomende gepresteerde uren en de gerealiseerde investeringen in het kader van deze toppen.



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Binnen de perken van de beschikbare kredieten, wordt voor 2003 een financiële tussenkomst van 2 850 000 euro toegekend aan de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, teneinde de bijkomende gepresteerde uren en de gerealiseerde investeringen te dekken in het kader van de Europese Toppen.
  De verdeling van dit bedrag tussen de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gebeurt volgens de volgende sleutel : 50 % aan de Brusselse gemeenten met een veiligheids- en preventiecontract met federaal luik naar rato van de in dit kader ontvangen bedragen en 50 % in gelijke delen verdeeld tussen de 19 gemeenten, met name :
  219 794,97 EUR aan de gemeente Anderlecht,
  87 827,12 EUR aan de gemeente Oudergem,
  75 000 EUR aan de gemeente Sint-Agatha-Berchem,
  544 002,36 EUR aan Brussel Stad,
  117 722,66 EUR aan de gemeente Etterbeek,
  117 305,52 EUR aan de gemeente Evere,
  143 224,15 EUR aan de gemeente Vorst,
  75 000 EUR aan de gemeente Ganshoren,
  127 855,87 EUR aan de gemeente Elsene,
  75 000 EUR aan de gemeente Jette,
  129 610,34 EUR aan de gemeente Koekelberg,
  187 813,90 EUR aan de gemeente Sint-Jans-Molenbeek,
  175 780,44 EUR aan de gemeente Sint-Gillis,
  176 144,16 EUR aan de gemeente Sint-Joost-ten-Node,
  266 039,34 EUR aan de gemeente Schaarbeek,
  75 000 EUR aan de gemeente Watermaal-Bosvoorde,
  75 000 EUR aan de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe,
  75 000 EUR aan de gemeente Sint-Pieters-Woluwe,
  106 879, 16 EUR aan de gemeente Ukkel.

Art.2. De in artikel 1 bedoelde financiële tussenkomst wordt aangerekend ten laste van basisallocatie 13.56.70.43.01 als vastlegging op de algemene uitgavenbegroting 2003 en als ordonnancering op de begroting 2004.

Art.3. Kunnen in aanmerking genomen worden bij de verantwoording van het toegekende bedrag :
  a) de bijkomende uren gepresteerd door het niet-politioneel socio-preventief personeel in verband met de Europese Toppen en meer in het bijzonder de bijkomende uren gepresteerd in het kader van de voorbereiding (deelname aan de verschillende vergaderingen), het beheer (preventieve aanwezigheid op het veld), de debriefings en de follow-up van de Europese Toppen en van verwante evenementen;
  b) de investeringen inzake communicatie - buiten politiematerieel - gerealiseerd in het kader van de Europese Toppen en meer in het bijzonder de investeringen betreffende de aankoop van GSM's, die absoluut noodzakelijk worden geacht en nodig zijn voor het goede verloop van deze toppen.

Art.4. Elke betrokken gemeente zal een eerste schijf ontvangen die gelijk is aan 50 % van het bedrag dat haar wordt toegekend.
  De betrokken gemeenten dienen, ten laatste tegen 15 december 2003, een dossier in bij de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid van FOD Binnenlandse Zaken met daarin een samenvatting van de voor eensluidend verklaarde financiële stukken.
  Het dossier moet volledige en nauwkeurige informatie bevatten inzake de aard, de relevantie en de kost van de bijkomend gepresteerde uren en realiseerde investeringen inzake communicatie.
  De gemeente houdt de originele stukken ter beschikking van de Minister van Binnenlandse Zaken om een inspectie mogelijk te maken van de diensten van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid.
  Het saldo zal worden gestort na verificatie van de correcte aanwending van de financiële hulp.

Art.5. De niet-uitvoering of de niet-overeenstemming met de criteria voor de toekenning van de financiële hulp voorzien in artikel 3 van dit besluit, zonder voorafgaande goedkeuring door de Minister van Binnenlandse Zaken, brengt de gedeeltelijke of volledige terugbetaling van de financiële tussenkomst met zich mee.

Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.

Art. 7. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 1 december 2003.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  P. DEWAEL