29 JUNI 2003. - Koninklijk besluit waarbij de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel gemachtigd wordt om toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen en om het identificatienummer ervan te gebruiken, teneinde de kinderen die jonger zijn dan 12 jaar en de leeftijd van 6 jaar overschreden hebben en de kinderen van kroostrijke gezinnen die een vervoersbewijs genieten, op te sporen.
HOOFDSTUK I. - Toegang tot de informatiegegevens.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Gebruik van het identificatienummer.
Art. 3-4
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art. 5-7
HOOFDSTUK I. - Toegang tot de informatiegegevens.
Artikel 1. Aan de afdeling Verkoop en Secundaire Inkomsten van de directie Cliëntenstrategie van de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel, afgekort en nadien M.I.V.B., wordt toegang verleend tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 5° en 9°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, betreffende de natuurlijke personen van 6 tot minder dan 12 jaar, evenals de kinderen van kroostrijke gezinnen die verblijven op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De in het eerste lid bedoelde toegang strekt enkel tot het opsporen van de natuurlijke personen :
1° die jonger zijn dan 12 jaar en die de leeftijd van 6 jaar hebben overschreden, die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verblijven en die een gratis vervoerbewijs op het netwerk van de M.I.V.B. willen verkrijgen;
2° die recht hebben op een speciaal tarief als kinderen uit een kroostrijk gezin, die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verblijven en die een gratis vervoerbewijs op het netwerk van de M.I.V.B. willen verkrijgen.
De toegang tot de informatiegegevens is alleen toegestaan :
1° aan de administrateur-directeur-generaal van de M.I.V.B.;
2° aan de personeelsleden van de afdeling Verkoop en Secundaire Inkomsten van de directie Cliëntenstrategie van de M.I.V.B., die de onder 1° bedoelde persoon bij naam en schriftelijk binnen deze dienst aanwijst, rekening houdend met de functies die zij uitoefenen en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden.
Art.2. De met toepassing van artikel 1 verkregen gegevens mogen slechts gebruikt worden voor de in het tweede lid van dat artikel vermelde doeleinden. Zij mogen niet aan derden meegedeeld worden.
Voor de toepassing van het eerste lid worden niet als derden beschouwd :
1° de natuurlijke personen op wie deze gegevens betrekking hebben, alsook hun wettelijke vertegenwoordigers;
2° de openbare overheden en instellingen die zelf aangewezen zijn krachtens artikel 5 van de voormelde wet van 8 augustus 1983, voor de informatiegegevens die hun krachtens hun aanwijzing en in het kader van de betrekkingen die zij met de M.I.V.B. onderhouden bij de uitoefening van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden, mogen worden meegedeeld.
HOOFDSTUK II. - Gebruik van het identificatienummer.
Art.3. De in artikel 1, derde lid, bedoelde personeelsleden van de M.I.V.B. worden gemachtigd het identificatienummer van de in het Rijksregister van de natuurlijke personen ingeschreven personen te gebruiken.
De machtiging tot het gebruik van het identificatienummer is beperkt tot het vervullen van de in artikel 1, tweede lid, bedoelde taken.
Art.4. Voor interne beheersdoeleinden mag het identificatienummer van het Rijksregister uitsluitend worden gebruikt als identificatiemiddel in de dossiers, bestanden en repertoria die door de afdeling Verkoop en Secundaire Inkomsten van de directie Cliëntenstrategie van de M.I.V.B. worden bijgehouden, voor het vervullen van de in artikel 1, tweede lid, bedoelde taken.
Bij extern gebruik mag het identificatienummer van het Rijksregister enkel gebruikt worden in de betrekkingen die voor het vervullen van de in artikel 1, tweede lid, bedoelde taken noodzakelijk zijn, met :
1° de houder van het nummer of zijn wettelijke vertegenwoordiger;
2° de openbare overheden en instellingen die, ingevolge artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983, zelf machtiging hebben verkregen om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken en die optreden tot uitoefening van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden.
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art.5. De personeelsleden van de M.I.V.B., bedoeld in artikel 1, derde lid, ondertekenen een verklaring waarin zij zich ertoe verbinden de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de uit het Rijksregister verkregen informatiegegevens te eerbiedigen.
Art.6. De lijst van de overeenkomstig artikel 1, derde lid, aangewezen personeelsleden wordt, met vermelding van hun hoedanigheid en hun functie, opgesteld en wordt gehouden ter beschikking van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Art. 7. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 juni 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. DUQUESNE
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN.