5 MEI 2003. - Koninklijk besluit waarbij de Financiële Directie van de Algemene Directie Civiele Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken gemachtigd wordt toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen.
Art. 1-4
Artikel 1. De Financiële Directie van de Algemene Directie Civiele Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt gemachtigd om toegang te hebben tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 5°, 6°, 8° en 9°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
Deze toegang is uitsluitend bedoeld voor de vervulling van de taken betreffende de facturering en de inning van de schulden uit hoofde van de interventies van de Civiele Veiligheid en het vervoer per ziekenwagen.
De toegang tot de opeenvolgende wijzigingen van de informatiegegevens bedoeld in het eerste lid wordt beperkt tot een periode van 10 jaar die aan de mededeling van deze informatiegegevens voorafgaat.
De toegang tot de in het eerste lid van dit artikel bedoelde informatiegegevens is voorbehouden aan :
1° de Directeur-generaal van Algemene Directie Civiele Veiligheid;
2° de leden van de Financiële Directie van de Algemene Directie Civiele Veiligheid die de onder punt 1° bedoelde persoon bij naam en schriftelijk aanwijst, binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden en in het kader van de vervulling van de opdrachten die aan hen toevertrouwd worden.
Art.2. De met toepassing van artikel 1 verkregen informatiegegevens mogen enkel voor de in artikel 1 opgesomde bevoegdheden gebruikt worden. Zij mogen niet worden meegedeeld aan derden.
Voor de toepassing van het eerste lid worden niet als derden beschouwd :
1° de natuurlijke personen waarop deze informatiegegevens betrekking hebben of hun wettelijke vertegenwoordigers;
2° de openbare overheden en instellingen aangewezen krachtens artikel 5 van de voormelde wet van 8 augustus 1983, voor de informatiegegevens die hun mogen worden meegedeeld krachtens hun aanwijzing en in het kader van de betrekkingen die zij onderhouden, voor de in artikel 1, tweede lid, opgesomde doeleinden, met de Financiële Directie van de Algemene Directie Civiele Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken.
Art.3. De lijst van de overeenkomstig artikel 1, vierde lid, aangewezen personen wordt jaarlijks opgesteld en volgens dezelfde periodiciteit aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer bezorgd.
De personen die gemachtigd zijn om toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister ondertekenen een verklaring waarbij zij zich ertoe verbinden de veiligheid en de vertrouwelijke aard van de uit het Rijksregister verkregen informatiegegevens na te leven.
Art. 4. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 mei 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. DUQUESNE
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN.