Details



Externe links:

Justel
Reflex



Titel:

19 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 104 van de wet op de ziekenhuizen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-01-2003 en tekstbijwerking tot 30-05-2018)



Inhoudstafel:


Art. 1-7
BIJLAGEN.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1978011311 



Uitvoeringsbesluit(en):

2018201420 



Artikels:

Artikel 1.Indien, bij toepassing van de artikelen 100 en 102 van de wet op de ziekenhuizen, de Staat tussenkomt door middel van toelage in het budget van financiële middelen, zal deze toelage vereffend worden door tussenkomst van de verzekeringsinstellingen bedoeld in de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, hetzij [1 de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering voor wat betreft de bijzondere stelsels van zeelieden ter koopvaardij en van oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers]1, de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn.
  ----------
  (1)<KB 2018-05-15/05, art. 29, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art.2.De Staat stort aan de instellingen bedoeld in artikel 1 het bedrag van de te vereffenen toelagen in toepassing van de genoemde artikelen en dit op volgende wijze :
  1) voor de verzekeringsinstellingen zoals bedoeld in de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen :
  1.1. de toelage betreffende het gedeelte van het budget van financiële middelen dat in twaalfden vereffend wordt, zoals bedoeld in artikel 104bis, eerste alinea, van de wet op de ziekenhuizen en in artikel 99, § 2, a), van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, wordt iedere maand aan de betreffende verzekeringsinstellingen vereffend. De eerste vereffening gebeurt in januari 2003. De beslissing van de Minister die de vaststelling van het budget van financiële middelen onder zijn bevoegdheid heeft, geldt als factuur;
  1.2. De toelage betreffende het gedeelte van het budget van financiële middelen dat per parameter vereffend wordt zoals voorzien in artikel 104bis, tweede lid, van de wet op de ziekenhuizen en in artikel 99, § 2, b), van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen wordt vereffend :
  a) Elke maand, wordt samen met de in punt 1.1. bedoelde toelage een voorschot (V) uitbetaald dat als volgt wordt berekend :
  V = 1/12 x ((PA x A x T) + (SU x J) + ((PJ - SU) x J x T))
  Waarbij :
  PA = de prijs per opname
  A = het aantal opnamen
  T = subsidiëringspercentage van de Staat
  SU = het bedrag per dag van de universitaire toelage
  J = het aantal dagen
  PJ = de prijs per dag
  b) Na afloop van het dienstjaar bezorgen de verzekeringsinstellingen het FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen, de volgende gegevens die per ziekenhuis worden vastgesteld op basis van het model in bijlage 1 van dit besluit.
  voor elke maand van het beschouwde dienstjaar, het aantal opnamen en verpleegdagen, met inbegrip van de chirurgische daghospitalisatie, verwezenlijkt in de betrokken maand.
  Op basis van die gegevens zal de tegemoetkoming van de Staat definitief worden berekend door het Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen. Het resultaat van die berekening zal ter goedkeuring aan alle betrokken verzekeringsinstellingen worden voorgelegd.
  De toegekende voorschotten zullen worden geregulariseerd op het ogenblik dat Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen de voornoemde goedkeuring heeft gekregen.
  2) voor de [1 Rijksdienst voor Sociale Zekerheid]1 [1 ...]1 en voor de Centra voor Maatschappelijk Welzijn wordt de toelage vereffend op voorlegging van trimestriële staten die aan het FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen worden overgemaakt en opgesteld op basis van het model in bijlage 2 van dit besluit.
  [1 Hetzelfde geldt voor de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering voor zover het gaat om:
   - het bijzondere stelsel van de zeelieden ter koopvaardij, zoals bedoeld in de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij;
   - het bijzondere stelsel van de oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers, zoals bedoeld in de wet van 8 augustus 1981 tot oprichting van het Instituut voor Veteranen - Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers en van de Hoge Raad voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers.]1
  ----------
  (1)<KB 2018-05-15/05, art. 29, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art.3. De ziekenhuizen en de instellingen zoals bedoeld onder artikel 1 behouden gedurende 10 jaar de bewijsstukken van de genoemde vereffende subsidies.

Art.4. Het koninklijk besluit van 13 januari 1978 houdende de wijze van vereffening der staatstoelagen voorzien bij artikel 12, §§ 1, 2, 3 en 5, eerste lid, van de wet van 23 december 1963 op de ziekenhuizen, wordt opgeheven.

Art.5. Dit besluit heeft betrekking op de verschuldigde Staatstoelagen voor de verstrekkingen verleend vanaf 1 juli 2002.

Art.6. Dit besluit treedt in werking op de dag van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art.7. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 14-01-2003, p. 1125).

Art. N2. Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 14-01-2003, p. 1126).