19 JULI 2002. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de projecten 2002 van het Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek.
Art. 1-4
Artikel 1. In juli 2002 wordt aan de volgende projecten voor Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek een toelage verleend :
1. Ontwikkeling van een begin- en eindtoets wiskunde en Nederlands voor de eerste graad secundair onderwijs
Promotoren : Mevr. R. Janssen (KUL), Co-Promotor : de heer F. Daems (UIA)
Toegekend bedrag : 328.333,50 euro
Looptijd : 18 maanden
2. Met een dynamische keuzebegeleiding naar een effectieve keuzebekwaamheid
Promotoren : de heer R. Van Esbroeck (VUB), Mevr M. Lacante (KUL)
Toegekend bedrag : 201.377,23 euro
Looptijd : 24 maanden
3. Evaluatie van het experiment modularisering in het secundair onderwijs
Promotor : de heer Koen Pelleriaux (UIA), Co-Promotoren : de heer Mark Elchardus (VUB), Mevr. Mia Douterlungne (HIVA)
Toegekend bedrag : 405.322,50 euro
Looptijd : 24 maanden
4. McOnderwijs in Vlaanderen. De internationalisering en commercialisering van het hoger onderwijs
Promotor : de heer Jef Verhoeven (KUL), Co-Promotor : de heer G. Kelchtermans
Toegekend bedrag : 108.330,20 euro
Looptijd : 18 maanden
5. De implementatie van het gelijke onderwijskansendecreet I. Evaluatie-onderzoek naar het zelfevaluerend en beleidsvoerend vermogen van scholen en het ondersteunend aanbod
Promotor : de heer P. Van Petegem (UIA), Co-Promotor : de heer J. Verhoeven (KUL)
Toegekend bedrag : 320.595,85 euro
Looptijd : 28 maanden
Art.2. Om de financiering te waarborgen van de programma's bedoeld in artikel 1 wordt een bedrag van 1.363.959,28 euro vastgelegd op het programma 39.2 basisallocatie 41.43 - Subsidie Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek - van het decreet van 21 december 2001 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002.
Art.3. 3.1. De Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs wordt gemachtigd de nodige overeenkomsten betreffende de uitvoering van deze projecten met de betrokken universiteiten en promotoren af te sluiten.
In voornoemde overeenkomsten worden exacte verdelingen van de toelagen per werkingsjaar en desgevallend per universiteit voor de interuniversitaire projecten uitgewerkt op basis van de concrete gegevens.
3.2. Indien bij het afsluiten van de overeenkomst met de universiteiten en promotoren van de in artikel 1 geselecteerde projecten blijkt dat deze projecten genieten van andere betoelagingsbronnen, worden de toelagen verleend in dit besluit dienovereenkomstig verminderd. Het aldus vrijgekomen saldo op het voorziene budget 2002 wordt in 2002 toegewezen aan de meest gunstig gerangschikte projecten van de beoordelingsronde 2002, die niet werden geselecteerd.
Art. 4. De Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 19 juli 2002.
De minister-president van de Vlaamse regering,
P. DEWAEL
De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,
M. VANDERPOORTEN.