17 MEI 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 augustus 1972 tot vaststelling van de minvermogendheid van de kandidaten voor een studietoelage.
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 augustus 1972 tot vaststelling van de minvermogendheid van de kandidaten voor een studietoelage, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 24 juli 1991, 31 juli 1992 en 14 juli 1998, wordt § 1 vervangen door wat volgt :
" § 1. Heeft recht op een studietoelage, de kandidaat van wie het in artikel 1 bepaalde referentiebedrag van hemzelf en van de personen van wie hij ten laste is, gelijk is aan of lager is dan de hieronder vermelde bedragen :
1° 8.729,84 euro wanneer de kandidaat in zijn eigen onderhoud voorziet;
2° 11.639,77 euro wanneer één persoon ten laste is;
3° 15.277,21 euro wanneer twee personen ten laste zijn;
4° 19.642,14 euro wanneer drie personen ten laste zijn;
5° 24.007,07 euro wanneer vier personen ten laste zijn;
6° 28.371,98 euro, 32.736,94 euro, 37.101,88 euro, 41.466,79 euro, 45.831,72 euro, 50.196,68 euro, 54.561,56 euro, 58.926,52 euro, 63.291,46 euro, 67.656,39 euro, 72.021,30 euro, 76.386,26 euro, 80.751,17 euro, 85.116,10 euro, 89.481,03 euro, 93.845,99 euro voor respectievelijk vijf tot twintig personen ten laste. "
Art.2. In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd dat luidt als volgt :
" Het resultaat van de indexatie wordt afgerond tot op de tweede decimaal. "
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.
Art. 4. De Vlaamse minister bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 mei 2002.
De minister-president van de Vlaamse regering,
P. DEWAEL
De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,
M. VANDERPOORTEN.