Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

1 MAART 2002. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende het experimenteel secundair onderwijs volgens een modulair stelsel. (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 19-06-2002 en tekstbijwerking tot 21-08-2007)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Bepalingen met betrekking tot het voltijds modulair onderwijs en het deeltijds modulair onderwijs.
Afdeling 1. - Algemene bepalingen.
Art. 3-6
Afdeling 2. - Specifieke bepalingen voor het voltijds modulair onderwijs.
Art. 7-8, 8bis, 9-13, 13bis, 14
Afdeling 3. - Specifieke bepalingen voor het deeltijds modulair onderwijs.
Art. 15-20
HOOFDSTUK III. - Bepalingen met betrekking tot het buitengewoon modulair onderwijs.
Art. 21-27
HOOFDSTUK IV. - Bepalingen met betrekking tot het personeel.
Art. 28-31
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art. 32-34
BIJLAGEN.
Art. N1-N5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1992035686  2000036296 



Uitvoeringsbesluit(en):

2003201496  2004036761  2006035337  2006035559 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen.
Artikel 1. Dit besluit regelt op experimentele basis de organisatie volgens een modulair stelsel van het voltijds beroepssecundair onderwijs, van het buitengewoon secundair beroepsonderwijs van de opleidingsvormen 3 en 4 en van het deeltijds beroepssecundair onderwijs, hierna respectievelijk voltijds modulair onderwijs, buitengewoon modulair onderwijs en deeltijds modulair onderwijs genoemd, zoals bedoeld in artikel 8 van het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° (het besluit van 19 juli 2002) : (het besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2002) betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs; <BVR 2003-09-12/33, art. 7, 002 ; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
  2° het besluit inrichting : het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende inrichting van het deeltijds beroepssecundair onderwijs;
  3° het besluit uren-leraar : het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 tot vastlegging van het pakket "uren-leraar" in het voltijds secundair onderwijs;
  4° delibererende klassenraad in het voltijds modulair onderwijs : de raad bedoeld in artikel 5 van (het besluit van 19 juli 2002); <BVR 2003-09-12/33, art. 7, 002 ; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
  5° toelatingsklassenraad in het voltijds modulair onderwijs : de raad bedoeld in artikel 3 van (het besluit van 19 juli 2002); <BVR 2003-09-12/33, art. 7, 002 ; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
  6° klassenraad in het deeltijds modulair onderwijs : de raad bedoeld in artikel 7, § 2, van het besluit inrichting;
  7° pedagogische begeleidingsdiensten : de begeleidingsdiensten bedoeld in het decreet van 17 juli 1991 betreffende de inspectie, Dienst voor Onderwijsontwikkeling en pedagogische begeleidingsdiensten.

HOOFDSTUK II. - Bepalingen met betrekking tot het voltijds modulair onderwijs en het deeltijds modulair onderwijs.
Afdeling 1. - Algemene bepalingen.
Art.3. Het experiment heeft betrekking enerzijds op maximum 30 projecten waarin één of meer scholen met de tweede en derde graad van het voltijds beroepssecundair onderwijs en eventueel één of meer centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs zijn opgenomen en anderzijds op scholen met de vierde graad verpleegkunde van het voltijds beroepssecundair onderwijs.

Art.4. § 1. Aan de minister, bevoegd voor het onderwijs, wordt opdracht gegeven om op voorstel van de inrichtende machten - en in voorkomend geval per project - de scholen en centra aan te duiden die deelnemen aan het experiment.
  § 2. Een voorstel tot deelname is slechts ontvankelijk indien alle volgende voorwaarden zijn vervuld :
  1° de school respectievelijk het centrum moet zich schriftelijk engageren tot :
  a) het duidelijk en objectief informeren van ouders en leerlingen over het experiment;
  b) het organiseren van de modules waarbinnen een gedeelte van de algemene vakken, de kunstvakken, de technische vakken en de praktische vakken waaronder de stages geïntegreerd zijn;
  c) het aanvaarden van de ondersteuning door het departement onderwijs van de Vlaamse gemeenschap, eventueel in samenspraak met de pedagogische begeleidingsdiensten;
  d) het actief participeren aan de permanente en de eindevaluatie uitgevoerd onder toezicht van de Europese commissie en de Vlaamse gemeenschap;
  2° het voorstel dient in overeenstemming te zijn met de afspraken die binnen de scholengemeenschap zijn gemaakt op het vlak van de ordening van het onderwijsaanbod en op het vlak van de leerlingenoriëntering en -begeleiding;
  3° de deelname aan het experiment mag geen aanleiding geven tot programmatie van een nieuw studiegebied en hoeft geen aanleiding te geven tot programmatie van een bijkomende graad.

Art.5. Het experiment wordt uitsluitend georganiseerd op basis van uren die geen lesuren zijn, meer bepaald onder vorm van bijzondere pedagogische taken. Deze bijzondere pedagogische taken worden gelijkgesteld met een opdracht in de tweede, derde of vierde graad beroepssecundair onderwijs, rekening houdend met het in artikel 12 gestelde.

Art.6. Voor de toepassing van de omkaderingsnormen met betrekking tot de ambten van technisch adviseur-coördinator en technisch adviseur, opgenomen in het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 1991 tot vaststelling van de voorwaarden voor het oprichten van betrekkingen in de ambten van technisch adviseur en technisch adviseur-coördinator in het voltijds secundair onderwijs worden voor de studiegebieden en opleidingen die in het experiment zijn betrokken als uren praktische vakken beschouwd de uren die niet als lesuren doch als bijzondere pedagogische taken worden ingericht én, voor de toepassing van de vigerende personeelsreglementering, gelijkgesteld worden met uren praktische vakken.

Afdeling 2. - Specifieke bepalingen voor het voltijds modulair onderwijs.
Art.7. § 1. Het voltijds modulair onderwijs wordt georganiseerd per studiegebied en wijkt af van een structuur opgebouwd uit graden en leerjaren.
  De volgende studiegebieden kunnen modulair georganiseerd worden : Auto, Bouw, Grafische technieken, Handel, Hout, (Mode), Koeling en warmte, Lichaamsverzorging, Mechanica-elektriciteit, Personenzorg, Textiel, Voeding. <BVR 2004-08-27/37, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
  § 2. Elk studiegebied bundelt een reeks opleidingen. Eenzelfde opleiding kan in verschillende studiegebieden voorkomen.
  Elke opleiding is samengesteld uit een aantal modules. Eenzelfde module kan in verschillende opleidingen en in verschillende studiegebieden voorkomen.
  Een studiegebied, dat als entiteit de grondslag vormt voor opname in de financierings- of subsidiëringsregeling, kan in een school niet gelijktijdig modulair en niet-modulair worden aangeboden.
  § 3. De basisvorming, bedoeld in artikel 55, §§ 3, 6 en 7, van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs - II, kan geheel of gedeeltelijk modulair worden georganiseerd.
  § 4. In het voltijds modulair onderwijs besteedt elke regelmatige leerling op school gemiddeld per week minimum 6 en maximum 8 uren aan gedifferentieerde onderwijsactiviteiten.
  (Gelet op het feit dat in het derde leerjaar van de derde graad 12 uren moeten worden besteed aan basisvorming, die bestaat uit algemene vakken, wordt aan de scholen de mogelijkheid geboden voor de betrokken leerlingen 2 tot 6 uren gedifferentieerde onderwijsactiviteiten om te zetten in uren basisvorming. De school dient echter steeds minimaal 2 uren gedifferentieerde onderwijsactiviteiten in te richten.) <BVR 2004-08-27/37, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2004>
  § 5. De in dit artikel bedoelde modulaire opleidingsstructuur per studiegebied met inbegrip van de te volgen mogelijke trajecten wordt gevoegd in bijlage 1 bij dit besluit. De minister, bevoegd voor het onderwijs, bepaalt voor elke module de duurtijd, uitgedrukt in weken per schooljaar.
  In afwijking op een binnen een studiegebied vastgelegd traject, kan een school om organisatorische redenen steeds een instapvrije module behorend tot datzelfde studiegebied, inrichten.
  § 6. Het voltijds modulair onderwijsaanbod van een school, gebaseerd op de in dit artikel bedoelde modulaire opleidingsstructuur, moet elke regelmatige leerling finaal in staat stellen om, onverminderd de bepalingen inzake studiebekrachtiging zoals vastgelegd in het besluit van 13 maart 1991 en al dan niet binnen het voltijds modulair onderwijs, naargelang van het geval één der onderstaande studiebewijzen te behalen :
  - een diploma van secundair onderwijs;
  - een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs;
  - een diploma in de psychiatrische verpleegkunde;
  - een diploma in de ziekenhuisverpleegkunde.
  (Vanaf het schooljaar 2004-2005 wordt het diploma in de psychiatrische verpleegkunde en het diploma in de ziekenhuisverpleegkunde vervangen door het diploma in de verpleegkunde.) <BVR 2003-09-12/33, art. 1, 002 ; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
  § 7. Een regelmatige leerling kan niet gelijktijdig twee of meer modules volgen, tenzij anders vermeld in de opleidingsstructuur.

Art.8. § 1. Tot het voltijds modulair onderwijs kan als regelmatige leerling worden toegelaten, de leerling die voldoet aan alle volgende voorwaarden :
  1° de toelatingsvoorwaarden tot het eerste leerjaar van de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs, bepaald in artikel 11, § 1, van (het besluit van 19 juli 2002); <BVR 2003-09-12/33, art. 7, 002 ; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
  2° de specifieke toelatingsvoorwaarden tot elke afzonderlijke module die door de betrokken toelatingsklassenraad van de school worden vastgelegd, onverminderd het in artikel 7, § 5, gestelde.
  § 2. In afwijking van § 1, 1°, moet voor toelating tot een verpleegopleiding de leerling voldoen aan de toelatingsvoorwaarden tot het eerste leerjaar van de vierde graad van het beroepssecundair onderwijs, bepaald in artikel (27), van (het besluit van 19 juli 2002). <BVR 2003-09-12/33, art. 7, 002 ; Inwerkingtreding : 01-09-2002>

Art. 8bis. <ingevoegd bij BVR 2003-09-12/33, art. 2 ; Inwerkingtreding : 01-09-2002> Onverminderd het in artikel 8, § 2, gestelde is regelmatige leerling van de vierde graad van het studiegebied personenzorg, de leerling die één of meer modules volgt waarvan de globale duurtijd, uitgedrukt in weken per schooljaar, korter is dan of gelijk is aan de duurtijd van dat schooljaar, verlof- en vakantieperiodes uitgezonderd.

Art.9. De overstap van de leerling bij het begin of in de loop van het schooljaar van het voltijds modulair naar het voltijds niet-modulair onderwijs vindt plaats op basis van een gemotiveerde beslissing van de toelatingsklassenraad, tenzij aan de toelatingsvoorwaarden vastgelegd in (het besluit van 19 juli 2002) wordt voldaan ingevolge het door de leerling behaald getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs of studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs. <BVR 2003-09-12/33, art. 7, 002 ; Inwerkingtreding : 01-09-2002>

Art.10. In het voltijds modulair onderwijs beslist de delibererende klassenraad bij het beëindigen van een module of de regelmatige leerling hetzij geslaagd is zonder beperkingen hetzij niet geslaagd is. Aan de geslaagde leerling wordt een deelcertificaat uitgereikt. De leerling die de deelcertificaten van alle modules van een opleiding heeft behaald, ontvangt een certificaat van de desbetreffende opleiding, uitgezonderd in de verpleegopleiding. <BVR 2003-09-12/33, art. 3, 002 ; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
  Het model van deelcertificaat respectievelijk certificaat wordt gevoegd in bijlage 2 respectievelijk 3 bij dit besluit.

Art.11. § 1. Worden in het voltijds modulair onderwijs toegekend :
  1° een getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs : mits de leerling
  - ten minste twee schooljaren secundair onderwijs heeft gevolgd, en
  - de eindtermen van de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs heeft bereikt, en
  - ten minste twee modules binnen eenzelfde studiegebied met vrucht heeft beëindigd;
  2° een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs : mits de leerling
  - ten minste vier schooljaren secundair onderwijs heeft gevolgd, en
  - de eindtermen van de eerste twee leerjaren van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs heeft bereikt, en
  - een bepaald corpus binnen een studiegebied met vrucht heeft beëindigd;
  3° (een diploma van secundair onderwijs : mits de leerling na het behalen van het getuigschrift van de tweede graad ten minste drie schooljaren secundair onderwijs met vrucht heeft gevolgd. Voor wat betreft de toekenning van het diploma van secundair onderwijs in de derde graad impliceert dit tevens dat de leerling de eindtermen heeft bereikt van het derde leerjaar van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs en een bepaald corpus binnen een studiegebied met vrucht heeft beëindigd; voor wat betreft de toekenning van het diploma van secundair onderwijs in de vierde graad impliceert dit tevens dat de leerling de eerste twee modules van de verpleegopleiding met vrucht heeft beëindigd) <BVR 2003-09-12/33, art. 4, 002 ; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
  4° een studiegetuigschrift van het derde leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs, ingericht onder de vorm van een specialisatiejaar : mits de leerling
  - ten minste vijf schooljaren secundair onderwijs heeft gevolgd, en
  - de eindtermen van het derde leerjaar van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs heeft bereikt, en
  - een bepaald corpus binnen een studiegebied met vrucht heeft beëindigd;
  5° (een diploma in de psychiatrische verpleegkunde (tot en met het schooljaar 2003-2004), een diploma in de ziekenhuisverpleegkunde (tot en met het schooljaar 2003-2004) respectievelijk een diploma in de verpleegkunde (vanaf het schooljaar 2004-2005) : mits de leerling de overeenkomstige opleiding met vrucht heeft beëindigd;) <BVR 2003-09-12/33, art. 4, 002 ; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
  6° (...) <BVR 2003-09-12/33, art. 4, 002 ; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
  (6°) een getuigschrift over de basiskennis van het bedrijfsbeheer : mits de leerling het certificaat van basiskennis van het bedrijfsbeheer heeft behaald en derhalve beantwoordt aan de bepalingen van artikel (55) van (het besluit van 19 juli 2002). <BVR 2003-09-12/33, art. 4 en 7, 002 ; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
  § 2. Onder corpus, bedoeld in § 1, 2° tot en met 4°, wordt een bepaalde afgeronde verzameling van modules verstaan die staat voor hetzij één volledige opleiding hetzij een combinatie van meerdere volledige opleidingen. In bijlage 5 bij dit besluit worden, per studiegebied en onder verwijzing naar het overeenkomstig certificaat, die opleidingen van de modulaire opleidingsstructuur vermeld die als corpora worden aangeduid.
  § 3. In het model, opgenomen in de bijlage 7 van (het besluit van 19 juli 2002), wordt : <BVR 2003-09-12/33, art. 7, 002 ; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
  1° in de aanhef de rubriek "Studierichting" vervangen door achtereenvolgens de rubriek "Studiegebied" en de rubriek "Modules";
  2° in 2° de woorden "en studierichting" vervangen door de woorden ",studiegebied en modules".
  § 4. In het model, opgenomen (in de bijlage 10) respectievelijk (11) van (het besluit van 19 juli 2002), wordt : <BVR 2003-09-12/33, art. 7, 002 ; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
  1° in de aanhef de rubriek "Studierichting" vervangen door de rubriek "Modulaire opleiding";
  2° in 2° het woord "studierichting" vervangen door de woorden "Modulaire opleiding".
  § 5. In het model, opgenomen (in de bijlage 12) van (het besluit van 19 juli 2002), wordt in 3° het woord "studierichting" vervangen door de woorden "Modulaire opleiding" en wordt in diezelfde bijlage onder de onderrichtingen voor het invullen het punt (3) als volgt vervangen : (3) 'de modulaire opleiding', gevolgd door de betrokken benaming. <BVR 2003-09-12/33, art. 7, 002 ; Inwerkingtreding : 01-09-2002>

Art.12. Binnen een studiegebied zal gedurende de organisatie van het voltijds modulair onderwijs de verhouding tussen de praktische vakken en de andere vakken in de betrokken school in beginsel dezelfde zijn als de verhouding tijdens het schooljaar onmiddellijk voorafgaand aan deze organisatie.

Art.13. In afwijking van de groepen van disciplines en de overeenstemmende coëfficiënten, bedoeld in artikel 4, § 1, f) , respectievelijk § 2, 6., eerste lid, van het besluit uren-leraar en onverminderd de overige bepalingen van dit besluit, worden voor het voltijds modulair onderwijs de volgende coëfficiënten vastgelegd :
  Studiegebied auto :
  - alle modules leidend tot het certificaat van vrachtwagenchauffeur en de vervolgmodules : 3,70
  - alle overige modules : 3,05
  Studiegebied bouw :
  - alle modules leidend tot het certificaat van schilder-decorateur : 2,65
  - alle overige modules : 3,05
  Studiegebied grafische technieken :
  - alle modules : 2,85
  Studiegebied handel :
  - alle modules : 2,45
  Studiegebied hout :
  - alle modules : 3,05
  Studiegebied (mode) : <BVR 2004-08-27/37, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
  - alle modules : 2,75
  Studiegebied koeling en warmte :
  - alle modules : 3,05
  Studiegebied lichaamsverzorging :
  - alle modules : 2,75
  Studiegebied mechanica-elektriciteit :
  - alle modules leidend tot een certificaat in de elektriciteit : 2,65
  - alle overige modules : 3,05
  Studiegebied personenzorg :
  - alle modules leidend tot (het diploma in de psychiatrische verpleegkunde, in de ziekenhuisverpleegkunde of in de verpleegkunde) : 3,80 <BVR 2003-09-12/33, art. 5, 002 ; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
  - alle overige modules : 2,55
  Studiegebied textiel :
  - alle modules : 3,05
  Studiegebied voeding :
  - alle modules : 2,65
  Ongeacht het studiegebied waarin ondergebracht :
  - de modules basis elektriciteit, basis lassen en basis metaal : 3,05
  - de module heftruckchauffeur : 3,70

Art. 13bis. <ingevoegd bij BVR 2003-09-12/33, art. 6; Inwerkingtreding : 01-09-2003> § 1. (Voor toepassing van de omkaderingsnormen voor de diverse personeelscategorieën, voor de bepaling van de werkings- en andere financiële middelen en voor de toepassing van de programmatie- en rationalisatienormen, gelden met betrekking tot de vierde graad van het studiegebied personenzorg de volgende principes :
  1) er worden twee tellingsdata gehanteerd : 15 januari en 15 juni, telkenmale van het schooljaar voorafgaand aan het betrokken schooljaar; indien een tellingsdatum op een lesvrije dag valt - waarbij een voor de school facultatieve vakantiedag of pedagogische studiedag buiten beschouwing wordt gelaten -, dan wordt de eerstvolgende lesdag erna als tellingsdatum genomen, en
  2) elke leerling, bedoeld in artikel 8bis, wordt op de tellingsdatum naar rata van 1/2 leerling in aanmerking genomen.) <BVR 2004-08-27/37, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2003>
  § 2. De bepalingen van § 1 zijn niet van toepassing op :
  1° de ambten van technisch adviseur-coördinator en technisch adviseur;
  2° de middelen voor nascholing.

Art.14.[1 Met het oog op de implementatie van het experiment tijdens het schooljaar 2007-2008 wordt aan elke school voor voltijds gewoon secundair onderwijs de volgende extra personeelsomkadering toegekend :
   a) één vijfde van een betrekking in een ambt naar keuze van de inrichtende macht per studiegebied dat tijdens het betrokken schooljaar volledig modulair wordt georganiseerd;
   b) 0,20 uren-leraar per regelmatige leerling in het experiment op 1 februari 2007.
   Voor de toepassing van deze bepalingen wordt de vierde graad van het studiegebied personenzorg buiten beschouwing gelaten.]1
  ----------
  (1)<DVR 2006-07-07/61, art. 9.2, zoals gewijzigd bij DVR 2007-06-22/40, art. 9.41, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2007>

Afdeling 3. - Specifieke bepalingen voor het deeltijds modulair onderwijs.
Art.15. § 1. Het deeltijds modulair onderwijs wordt georganiseerd per studiegebied en wijkt af van een structuur bestaande uit graden.
  De volgende studiegebieden kunnen modulair georganiseerd worden : Auto, Bouw, Grafische technieken, Handel, Hout, (Mode), Koeling en warmte, Lichaamsverzorging, Mechanica-elektriciteit, Personenzorg, Textiel, Voeding. <BVR 2004-08-27/37, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
  § 2. Elk studiegebied bundelt een reeks opleidingen. Eenzelfde opleiding kan in verschillende studiegebieden voorkomen.
  Elke opleiding is samengesteld uit een aantal modules. Eenzelfde module kan in verschillende opleidingen en in verschillende studiegebieden voorkomen.
  Eenzelfde opleiding kan in een centrum niet gelijktijdig modulair en niet-modulair worden aangeboden.
  § 3. De in dit artikel bedoelde modulaire opleidingsstructuur per studiegebied met inbegrip van de te volgen mogelijke trajecten wordt gevoegd in bijlage 1 bij dit besluit. Binnen het deeltijds modulair onderwijs wordt voor de modules geen duurtijd bepaald.
  § 4. Een regelmatige leerling kan niet gelijktijdig twee of meer modules volgen, tenzij anders vermeld in de opleidingsstructuur.

Art.16. Voor de toelating als regelmatige leerling tot het deeltijds modulair onderwijs dient rekening gehouden met de specifieke toelatingsvoorwaarden tot elke afzonderlijke module die, onverminderd het in artikel 15, § 3, gestelde, door het centrum worden vastgelegd.

Art.17. De overstap van de leerling bij het begin of in de loop van het schooljaar van het deeltijds modulair naar het deeltijds niet-modulair onderwijs vindt plaats op basis van een gemotiveerde beslissing van het centrum, tenzij aan de toelatingsvoorwaarden vastgelegd in het besluit inrichting wordt voldaan ingevolge het door de leerling behaald studiegetuigschrift van de tweede graad van het deeltijds beroepssecundair onderwijs (of het getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs). <BVR 2004-08-27/37, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2004>

Art.18. In het deeltijds modulair onderwijs beslist de klassenraad bij het beëindigen van een module of de regelmatige leerling hetzij geslaagd is hetzij niet geslaagd is. Aan de geslaagde leerling wordt een deelcertificaat uitgereikt, aan de niet geslaagde leerling een attest van verworven competenties. De leerling die de deelcertificaten van alle modules van een opleiding heeft behaald, ontvangt een certificaat van de desbetreffende opleiding.
  Het model van deelcertificaat, certificaat respectievelijk attest van verworven competenties wordt gevoegd in bijlage 2, 3 respectievelijk 4 bij dit besluit.

Art.19. Worden in het deeltijds modulair onderwijs toegekend :
  1° (een getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs : mits de leerling voldoet aan alle voorwaarden voor toekenning van desbetreffend getuigschrift zoals bepaald in het besluit inrichting;) <BVR 2004-08-27/37, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2004>
  2° (...) <BVR 2004-08-27/37, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2004>
  3° een kwalificatiegetuigschrift van het deeltijds beroepssecundair onderwijs : mits de leerling in het bezit is van een of meer deelcertificaten, uitgezonderd deelcertificaten van modules basis, dat (die) volgens het betrokken centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs noodzakelijk is (zijn) om recht te geven op een kwalificatiegetuigschrift;
  4° een getuigschrift over de basiskennis van het bedrijfsbeheer : mits de leerling het certificaat van basiskennis van het bedrijfsbeheer heeft behaald en derhalve beantwoordt aan de bepalingen van artikel 9, § 2, van het besluit inrichting.

Art.20.[1 Met het oog op de implementatie van het experiment tijdens het schooljaar 2007-2008 wordt aan elk centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs de volgende extra personeelsomkadering toegekend :
   a) één vijfde van een betrekking in een ambt naar keuze van de inrichtende macht per studiegebied dat tijdens het betrokken schooljaar volledig modulair wordt georganiseerd;
   b) 0,20 uren-leraar per regelmatige leerling in het experiment op 1 februari 2007 voorbehouden voor leerlingenbegeleiding onder vorm van trajectbegeleiding, georiënteerd naar werkplek-leren.]1
  ----------
  (1)<DVR 2006-07-07/61, art. 9.2, zoals gewijzigd bij DVR 2007-06-22/40, art. 9.41, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2007>

HOOFDSTUK III. - Bepalingen met betrekking tot het buitengewoon modulair onderwijs.
Art.21. Het buitengewoon modulair onderwijs heeft betrekking op 3 projecten waarin één of meer scholen voor buitengewoon secundair beroepsonderwijs van opleidingsvorm 3 en eventueel één of meer scholen voor buitengewoon secundair beroepsonderwijs van opleidingsvorm 4 zijn opgenomen.
  In het buitengewoon modulair onderwijs worden de opleidingsfase en de kwalificatiefase voor wat betreft de opleidingsvorm 3 en de tweede en de derde graad voor wat betreft de opleidingsvorm 4 betrokken.

Art.22. Artikel 4, § 1 en § 2, 1° is eveneens van toepassing op het buitengewoon modulair onderwijs van opleidingsvorm 3 en opleidingsvorm 4.

Art.23. § 1. Het buitengewoon modulair onderwijs van opleidingsvorm 3 wordt georganiseerd per studiegebied. De volgende studiegebieden kunnen modulair georganiseerd worden : Auto, Bouw, Grafische technieken, Handel, Hout, (Mode), Koeling en warmte, Lichaamsverzorging, Mechanica-elektriciteit, Personenzorg, Textiel, Voeding. <BVR 2004-08-27/37, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
  Een studiegebied kan in een school niet gelijktijdig modulair en niet-modulair als afdeling worden georganiseerd.
  § 2. Elk studiegebied bundelt een reeks van opleidingen. Eenzelfde opleiding kan in verschillende studiegebieden voorkomen.
  Elke opleiding is samengesteld uit een aantal modules. Eenzelfde module kan in verschillende opleidingen en in verschillende studiegebieden voorkomen.
  § 3. Binnen het buitengewoon modulair onderwijs van opleidingsvorm 3 kan voor sommige leerlingen, op basis van handelingsplanning, een instapeenheid worden georganiseerd. Een instapeenheid bevat de meest elementaire kennis en vaardigheden die noodzakelijk worden geacht om één van de modules te kunnen aanvatten.
  § 4. De algemene en sociale vorming kan geheel of gedeeltelijk modulair worden georganiseerd.
  § 5. De in dit artikel bedoelde modulaire opleidingsstructuur per studiegebied met inbegrip van de te volgen trajecten doch zonder instapeenheden, wordt gevoegd in bijlage 1 bij dit besluit. De duur van elke module wordt door de klassenraad bepaald en is aangepast aan de individuele leerling op basis van handelingsplanning.
  § 6. Een regelmatige leerling kan niet gelijktijdig twee of meer modules volgen, tenzij anders vermeld in de opleidingsstructuur.
  § 7. Bij de organisatie van het buitengewoon modulair onderwijs van opleidingsvorm 3 is de verhouding tussen de algemene en sociale vorming en de beroepsgerichte vorming in beginsel dezelfde als tijdens het schooljaar onmiddellijk voorafgaand aan deze organisatie.

Art.24. § 1. De bepalingen van artikel 10 zijn eveneens van toepassing op het buitengewoon modulair onderwijs van opleidingsvorm 3, met uitzondering van het begrip " delibererende klassenraad ", dat in dit artikel vervangen wordt door het begrip " klassenraad ".
  § 2. In het buitengewoon modulair onderwijs van opleidingsvorm 3 wordt een kwalificatiegetuigschrift toegekend, mits de leerling :
  - de opleidingsfase en de kwalificatiefase van deze opleidingsvorm heeft gevolgd;
  - ten minste één module met vrucht heeft beëindigd, waarbij de modules basis buiten beschouwing worden gelaten.

Art.25. § 1. De bepalingen van artikel 7 zijn eveneens van toepassing op het buitengewoon modulair onderwijs van opleidingsvorm 4, met uitzondering van § 5, eerste lid, tweede zin.
  § 2. De bepalingen van artikel 8, § 1, 1° en 2°, eerste lid, 9, 10, 11 en 12 zijn eveneens van toepassing op het buitengewoon modulair onderwijs van opleidingsvorm 4, met uitzondering van de begrippen " toelatingsklassenraad " en " delibererende klassenraad ", die in deze artikelen vervangen worden door het begrip " klassenraad ".
  § 3. Toepassing van de bepalingen van artikel 8, § 1, doet, voor wat betreft het buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm 4, geen afbreuk aan de gewone toelatingsvoorwaarden tot deze vorm van onderwijs.

Art.26.[1 Met het oog op de implementatie van het experiment tijdens het schooljaar 2007-2008 wordt aan elke school voor buitengewoon secundair onderwijs de volgende extra personeelsomkadering toegekend :
   a) één vijfde van een betrekking in een ambt naar keuze van de inrichtende macht per studiegebied dat tijdens het betrokken schooljaar volledig modulair wordt georganiseerd;
   b) 0,20 uren-leraar per regelmatige leerling in het experiment op 1 februari 2007. ";
   4° in artikel 33 worden de woorden " 31 augustus 2007 " vervangen door de woorden " 31 augustus2008 ".]1
  ----------
  (1)<DVR 2006-07-07/61, art. 9.2, zoals gewijzigd bij DVR 2007-06-22/40, art. 9.41, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2007>

Art.27. Voor de toepassing van de omkaderingsnormen met betrekking tot de ambten van technisch adviseur-coördinator en technisch adviseur, opgenomen in het koninklijk besluit nr. 65 van 20 juli 1982 tot vaststelling van de wijze waarop de ambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel worden bepaald in inrichtingen voor buitengewoon onderwijs, worden voor de studiegebieden en opleidingen die in het experiment zijn betrokken als uren beroepsgerichte vorming beschouwd, de uren die niet als lesuren doch als bijzondere pedagogische taken worden georganiseerd en, voor de toepassing van de vigerende personeelsreglementering, gelijkgesteld worden met lesuren beroepsgerichte vorming.

HOOFDSTUK IV. - Bepalingen met betrekking tot het personeel.
Art.28. In artikel 25bis van het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage, vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 31 augustus 1999, wordt § 2 vervangen door wat volgt :
  " § 2. Met het oog op de reaffectatie en de werking van de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap moeten de inrichtende machten die tot een scholengemeenschap behoren, aan de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap de volgende gegevens verstrekken over hun terbeschikkinggestelde personeelsleden van de instellingen die tot de scholengemeenschap behoren :
  de naam en voornamen, het geslacht, de geboortedatum, het adres, de bekwaamheidsbewijzen en de instellingen of de jury's die ze hebben uitgereikt, de dienstanciënniteit, het ambt waarin de betrokkene ter beschikking gesteld is met vermelding van het aantal uren, de instelling die de betrokkene ter beschikking heeft gesteld, de instellingen waar hij eventueel een ambt blijft uitoefenen en de omvang van de prestaties die hij er verstrekt.
  Er moet eveneens worden meegedeeld of het personeelslid wenst te worden gereaffecteerd of wedertewerkgesteld in het buitengewoon onderwijs met vermelding van het type, in het deeltijds secundair zeevisserijonderwijs, in het deeltijds beroepssecundair onderwijs, in het experimenteel secundair onderwijs volgens een modulair stelsel, in het onderwijs voor sociale promotie of in het deeltijds kunstonderwijs. "

Art.29. In artikel 25ter van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 31 augustus 1999, wordt § 2 vervangen door wat volgt :
  " § 2. Met het oog op de reaffectatie en de wedertewerkstelling en de werking van de bevoegde reaffectatiecommissie moeten de inrichtende machten aan de bevoegde reaffectatiecommissie volgende gegevens verstrekken over hun terbeschikkinggestelde personeelsleden van de instellingen die niet behoren tot een scholengemeenschap :
  de naam en voornamen, het geslacht, de geboortedatum, het adres, de bekwaamheidsbewijzen en de instellingen of de jury's die ze hebben uitgereikt, de dienstanciënniteit, het ambt waarin de betrokkene ter beschikking gesteld is met vermelding van het aantal uren, de instelling die de betrokkene ter beschikking heeft gesteld, de instellingen waar hij eventueel een ambt blijft uitoefenen en de omvang van de prestaties die hij er verstrekt.
  Er moet eveneens worden meegedeeld of het personeelslid wenst te worden gereaffecteerd of wedertewerkgesteld in het buitengewoon onderwijs met vermelding van het type, in het deeltijds secundair zeevisserijonderwijs, in het deeltijds beroepssecundair onderwijs, in het experimenteel secundair onderwijs volgens een modulair stelsel, in het onderwijs voor sociale promotie of in het deeltijds kunstonderwijs. "

Art.30. In artikel 26 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 22 september 1998 en 31 augustus 1999, wordt § 1bis vervangen door wat volgt :
  " § 1bis. Met het oog op de reaffectatie en de wedertewerkstelling en de werking van de zonale reaffectatiecommissie moeten de inrichtende machten over hun ter beschikking gestelde personeelsleden en over de personeelsleden die ze op 1 september zullen ter beschikking stellen aan de zonale reaffectatiecommissie de volgende gegevens verstrekken :
  de naam en voornamen, het geslacht, de geboortedatum, het adres, de bekwaamheidsbewijzen en de instellingen of de jury's die ze hebben uitgereikt, de dienstanciënniteit, het ambt waarin de betrokkene ter beschikking gesteld is met vermelding van het aantal uren, de instelling die hem ter beschikking heeft gesteld, de instellingen waar hij eventueel een ambt blijft uitoefenen en de omvang van de prestaties die hij er verstrekt, voor het buitengewoon onderwijs het type.
  Er moet eveneens meegedeeld worden of het personeelslid wenst weder te werk gesteld te worden in het buitengewoon onderwijs met vermelding van het type, in het deeltijds beroepssecundair onderwijs, in het experimenteel secundair onderwijs volgens een modulair stelsel, of in het onderwijs voor sociale promotie of met beperkt leerplan. "

Art.31. In artikel 45 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 31 augustus 1999, wordt punt 4 vervangen door wat volgt:
  " 4. als in het deeltijds beroepssecundair onderwijs, in het buitengewoon onderwijs, in het experimenteel secundair onderwijs volgens een modulair stelsel, in het onderwijs voor sociale promotie, in het deeltijds kunstonderwijs, in de internaten, in de semi-internaten of in de opvangcentra een betrekking wordt aangeboden.
  Deze reaffectatie of wedertewerkstelling moet slechts worden opgenomen als de betrokken personeelsleden verzocht hebben om te worden gereaffecteerd of wedertewerkgesteld in één van voormelde onderwijssectoren. Deze bepaling geldt niet voor het personeelslid dat in de betreffende onderwijssector fungeerde op de vooravond van de terbeschikkingstelling; ".

HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art.32. Het besluit van de Vlaamse regering van 28 augustus 2000 houdende invoering van een experimenteel secundair onderwijs volgens een modulair stelsel wordt opgeheven.

Art.33.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2001 en houdt op uitwerking te hebben op [1 31 augustus 2008]1.
  ----------
  (1)<DVR 2006-07-07/61, art. 9.2, zoals gewijzigf bij DVR 2007-06-22/40, art. 9.41, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2007>

Art.34. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 1 maart 2002.
  De minister-president van de Vlaamse regering,
  P. DEWAEL
  De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,
  M. VANDERPOORTEN

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. OPLEIDINGSSTRUCTUUR.
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 19-06-2002, p. 27965-28004).
  Vervangen door :
  <BVR 2003-09-12/33, art. 7, 002 ; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  <BVR 2004-08-27/37, art. 6, Inwerkingtreding : 01-09-2003 en 01-09-2004; B.S. 08-12-2004, p. 81308-81348>
  <BVR 2006-01-13/56, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2005>
  Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2002 betreffende het experimenteel secundair onderwijs volgens een modulair stelsel.
  Brussel, 1 maart 2002.
  De minister-president van de Vlaamse regering,
  P. DEWAEL
  De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,
  M. VANDERPOORTEN

Art. N2. Bijlage 2. MODEL VAN DEELCERTIFICAAT.
  (Model niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 19-06-2002, p. 28006).
  Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2002 betreffende het experimenteel secundair onderwijs vervolgens een modulair stelsel.
  Brussel, 1 maart 2002.
  De minister-president van de Vlaamse regering,
  P. DEWAEL
  De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,
  M. VANDERPOORTEN

Art. N3. Bijlage 3. MODEL VAN DEELCERTIFICAAT.
  (Model niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 19-06-2002, p. 28008).
  Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2002 betreffende het experimenteel secundair onderwijs vervolgens een modulair stelsel.
  Brussel, 1 maart 2002.
  De minister-president van de Vlaamse regering,
  P. DEWAEL
  De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,
  M. VANDERPOORTEN

Art. N4. Bijlage 4. MODEL VAN ATTEST VAN VERWORVEN COMPETENTIES.
  (Model niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 19-06-2002, p. 28010).
  Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2002 betreffende het experimenteel secundair onderwijs vervolgens een modulair stelsel.
  Brussel, 1 maart 2002.
  De minister-president van de Vlaamse regering,
  P. DEWAEL
  De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,
  M. VANDERPOORTEN

Art. N5. Bijlage 5. CORPORA.
  (Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 19-06-2002, p. 28012-28013).
  Vervangen door :
  <BVR 2003-09-12/33, art. 7, 002 ; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
  <BVR 2004-08-27/37, art. 7, Inwerkingtreding : 01-09-2004; B.S. 08-12-2004, p. 81349-81350>
  Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2002 betreffende het experimenteel secundair onderwijs vervolgens een modulair stelsel.
  Brussel, 1 maart 2002.
  De minister-president van de Vlaamse regering,
  P. DEWAEL
  De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,
  M. VANDERPOORTEN.