29 MAART 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de presentiegelden en vergoedingen van de voorzitter en van de leden van de bijzondere bijstandscommissie, bedoeld in artikel 31 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen van de tussenkomsten in de individuele materiële bijstand voor de sociale integratie van personen met een handicap.
Art. 1-4
Artikel 1. De toelagen, presentiegelden en vergoedingen voor reis- en verblijfkosten die worden toegekend aan de voorzitter en de leden van de bijzondere bijstandscommissie, bedoeld in artikel 31 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen van de tussenkomsten in de individuele materiële bijstand voor de sociale integratie van personen met een handicap, komen overeen met de maxima voor de instellingen van categorie III zoals bepaald in artikel 6, 9 en 11 van het besluit van de Vlaamse regering van 27 januari 1988 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van Financiën, afgevaardigden van de Vlaamse regering, voorzitters en leden van niet-adviserende bijzondere commissies of van raden van bestuur van instellingen en ondernemingen die onder de Vlaamse regering behoren.
Art.2. De in artikel 1 genoemde toelagen, presentiegelden en vergoedingen komen voor rekening van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap.
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.
Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 29 maart 2002.
De minister-president van de Vlaamse regering,
P. DEWAEL
De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen,
M. VOGELS.