15 MAART 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van de artikelen 14, § 6 en 17, § 8 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen. (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 26-04-2002 en tekstbijwerking tot 23-06-2005)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen en voorwaarden.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Algemene voorwaarden.
Art. 3-4, 4bis, 5, 5bis, 6-8
HOOFDSTUK III. - Bijzondere voorwaarden voor opbrenging.
Art. 9-10
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 11-12
BIJLAGE.
Art. N
2002036271 2003035179 2003036011 2004035743 2005035667 2005036244 2006102050
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen en voorwaarden.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de minister : de minister bevoegd voor het leefmilieu;
2° het decreet : het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen;
3° minerale stikstof : de hoeveelheid stikstof onder vorm van ammonium, nitriet en nitraat; de bepaling van de minerale stikstof dient te gebeuren conform het compendium " Bemonsterings- en analyseprocedures voor mest, bodem en veevoeder in het kader van het mestdecreet ";
4° snel vrijkomende organische stikstof : de hoeveelheid organisch gebonden stikstof die binnen het jaar na toediening onder minerale vorm ter beschikking komt; de bepaling van de snel vrijkomende organische stikstof dient te gebeuren conform het compendium " Bemonsterings- en analyseprocedures voor mest, bodem en veevoeder in het kader van het mestdecreet ";
5° tabel : tabel met (dierlijke mest, bewerkte dierlijke mest en andere meststoffen), die stikstof onder dusdanige vorm bevatten dat slechts een beperkt gedeelte van de totale stikstof vrij komt in het jaar van opbrenging gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. <BVR 2005-04-29/36, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 03-07-2005>
Art.2. Dit besluit regelt de uitvoering van de bepalingen van :
1° (het artikel 14, § 6, van het decreet voor het toestaan van de opbrenging van dierlijke mest, bewerkte dierlijke mest en andere meststoffen die voorkomen op de tabel, binnen een meerjarig perspectief van maximaal drie jaar;) <BVR 2005-04-29/36, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 03-07-2005>
2° (het artikel 17, § 8, van het decreet voor het toestaan van de opbrenging, in de periode zoals bedoeld in artikel 17, § 1, 1° en 2°, van het decreet, van andere meststoffen en bewerkte dierlijke mest die voorkomen op tabel.) <BVR 2005-04-29/36, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 03-07-2005>
(3° het artikel 17, § 8, van het decreet voor het toestaan van de opbrenging, in de periode zoals bedoeld in artikel 17, § 1, 1° en 2°, van het decreet, van andere meststoffen en bewerkte dierlijke mest waarvan de inhoud aan totale stikstof laag is.) <BVR 2005-04-29/36, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 03-07-2005>
HOOFDSTUK II. - Algemene voorwaarden.
Art.3. <BVR 2005-04-29/36, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 03-07-2005> Het is verboden de in artikel 2, 1°, bedoelde opbrenging te doen met dierlijke mest, bewerkte dierlijke mest en andere meststoffen die niet voorkomen in de tabel.
Het is verboden de in artikel 2, 2°, bedoelde opbrenging te doen met andere meststoffen en bewerkte dierlijke mest die niet voorkomen in de tabel.
Het is verboden de in artikel 2, 3° bedoelde opbrenging te doen met andere meststoffen en bewerkte dierlijke mest die niet voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 4bis van dit besluit.
Art.4. Volgende voorwaarden dienen te zijn voldaan vooraleer (dierlijke mest, bewerkte dierlijke mest of andere meststof) kan opgenomen worden in de tabel : <BVR 2005-04-29/36, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 03-07-2005>
1° zowel voor (dierlijke mest, bewerkte dierlijke mest of andere meststoffen) moet de inhoud aan minerale stikstof kleiner zijn dan de 15 % van de totale hoeveelheid stikstof, eveneens moet de som van de inhoud aan minerale stikstof en de inhoud aan snel vrijkomende organische stikstof kleiner zijn dan 30 % van de totale hoeveelheid stikstof; <BVR 2005-04-29/36, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 03-07-2005>
2° de producent van (dierlijke mest, bewerkte dierlijke mest of andere meststoffen), de be/verwerkers of de invoerders moeten een correct en volledig ingevulde aangifte bedoeld in artikel 3 van het decreet, voor het voorgaand aanslagjaar hebben ingediend. <BVR 2005-04-29/36, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 03-07-2005>
Art. 4bis. <Ingevoegd bij BVR 2005-04-29/36, art. 11; Inwerkingtreding : 03-07-2005> Volgende voorwaarden dienen te zijn voldaan vooraleer een andere meststof of bewerkte dierlijke mest bedoeld in artikel 2, 3°, kan opgebracht worden :
1° de inhoud aan totale stikstof mag niet hoger zijn dan 0,60 kg stikstof per ton; en
2° de producent van de andere meststof of bewerkte dierlijke mest of de invoerder moet een correct en volledig ingevulde aangifte bedoeld in artikel 3 van het decreet, voor het voorgaand aanslagjaar hebben ingediend.
Art.5. Indien voldaan aan de voorwaarden van artikel 4, 1° en 2° kan (dierlijke mest, bewerkte dierlijke mest of andere meststof) opgenomen worden in de tabel. Hiertoe moet de producent of de producent andere meststoffen, de be/verwerker of de invoerder een aanvraag indienen bij de Mestbank. Deze aanvraag dient de nodige bewijzen te bevatten die staven dat (dierlijke mest, bewerkte dierlijke mest of andere meststoffen) voldoen aan de bepalingen van artikel 4, 1°. Ter staving moeten de analyses gebeuren zoals beschreven in het compendium " Bemonsterings- en analyseprocedures voor mest, bodem en veevoeder in het kader van het mestdecreet ". Deze analyses moeten gebeuren in de laboratoria erkend door de Minister. <BVR 2005-04-29/36, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 03-07-2005>
Art. 5bis. <Ingevoegd bij BVR 2005-04-29/36, art. 13; Inwerkingtreding : 03-07-2005> Indien aan de voorwaarden van artikel 4bis, 2°, is voldaan, mag een producent of invoerder een aanvraag indienen bij de Mestbank om een afwijking te bekomen conform artikel 17, § 8, van het decreet. Deze aanvraag dient de nodige bewijzen te bevatten die staven dat de andere meststof of bewerkte dierlijke mest voldoet aan de bepaling van artikel 4bis, 1°. De analyses gebeuren zoals beschreven in het compendium " Bemonsterings- en analyseprocedures voor mest, bodem en veevoeder in het kader van het mestdecreet ". Deze analyses moeten gebeuren in de laboratoria erkend door de minister.
Art.6. Indien voldaan is aan de bepalingen van artikel 4 en 5, zal de (dierlijke mest, bewerkte dierlijke mest of andere meststof) toegevoegd worden aan de tabel bij ministerieel besluit. De tabel omvat voor elke (dierlijke mest, bewerkte dierlijke mest of andere meststof) de volgende omschrijvingen : <BVR 2005-04-29/36, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 03-07-2005>
- kolom a) voorziene identificatiegegevens van de meststof omvattende de mestcode, de naam van de meststof en de beslissing tot toelating op de tabel;
- kolom b) voorziene identificatiegegevens van de producent of (producent van bewerkte dierlijke mest of andere meststoffen) zijnde hun naam en hun mestbanknummer; <BVR 2005-04-29/36, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 03-07-2005>
- kolom c) beschrijving van het productieproces tot het bekomen van de (dierlijke mest, bewerkte dierlijke mest of andere meststof); <BVR 2005-04-29/36, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 03-07-2005>
- kolom d) de maximale hoeveelheid totale N in kg per ton, de maximale hoeveelheid minerale N in kg per ton, de maximale hoeveelheid difosforpentoxyde, in kg per ton.
De in de tabel bedoelde (dierlijke mest, bewerkte dierlijke mest en andere meststoffen) moeten opgebracht worden zoals bepaald in kolom a) en in kolom b) van de tabel. De andere meststoffen en dierlijke mest moeten bovendien voldoen aan de bepalingen van kolom c) en kolom d). <BVR 2005-04-29/36, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 03-07-2005>
Art.7. § 1. Uiterlijk op 31 juli van elk jaar dient (de producent of de producent van bewerkte dierlijke mest of andere meststoffen) de volgende gegevens in verband met (de dierlijke mest, de bewerkte dierlijke mest of de andere meststof) naar de Mestbank op te sturen : de gegevens zoals bedoeld in kolom a), b), c) en d) van de tabel aangevuld met een beschrijving van het uitzicht van de meststof, het droge stofgehalte en het organische stofgehalte. De gegevens van kolom d) dienen te worden gestaafd met een analyse die ten minste jaarlijks wordt uitgevoerd en een laboratorium erkend door de Minister. <BVR 2005-04-29/36, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 03-07-2005>
§ 2. Op basis van de gegevens ter beschikking gesteld conform § 1, adviseert de Mestbank de Minister binnen de 30 dagen tot verlenging van de toelating tot de tabel. Uiterlijk op 15 september van elk jaar wordt de tabel bij ministerieel besluit gewijzigd en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Art.8. § 1. (Producenten van andere meststoffen) welke een identieke andere meststof produceren via hetzelfde productieprocédé, kunnen in groep een toevoeging vragen van de bedoelde identieke meststof op voorwaarde dat : <BVR 2005-04-29/36, art. 16, 002; Inwerkingtreding : 03-07-2005>
1° elke identieke andere meststof van de groep voldoet aan de bepaling van art. 4, 1°;
2° elke producent van de groep voldoet aan de bepaling van art. 4, 2°;
3° voldaan is aan art. 5 van dit besluit.
§ 2. De tabel omvat dezelfde kolommen a), b), c) en d) als bedoeld in art. 6, aangevuld in kolom a) met de verwijzing naar de groepsaanvraag.
§ 3. De groepsproducenten bedoeld in § 1 dienen eveneens de gegevens zoals bedoeld in art. 7 over te maken aan de Mestbank.
§ 4. Indien niet voldaan is aan de bepalingen van § 1, § 2, § 3 of indien de Mestbank op basis van art. 7, § 2 de toelating tot de tabel niet kan verlengen, worden al de identieke andere meststoffen van de groepsaanvraag niet toegelaten tot de tabel.
HOOFDSTUK III. - Bijzondere voorwaarden voor opbrenging.
Art.9. De bijzondere voorwaarden voor de opbrenging van (dierlijke mest, bewerkte dierlijke mest en andere meststoffen) zoals bedoeld in artikel 2, 1° bestaan erin dat de opbrenging aan minerale stikstof niet hoger mag zijn dan 90 kg stikstof per ha en dat een gewas aanwezig moet zijn op het perceel binnen de maand na de bemesting. Bovendien dient de gebruiker in het bezit te zijn van een door de Mestbank goedgekeurde aanvraag tot opbrenging van (dierlijke mest, bewerkte dierlijke mest en andere meststoffen) in meerjarig perspectief. De gebruiker dient deze aanvraag in drievoud in bij de Mestbank, met het formulier waarvan het model is vastgelegd in bijlage I bij dit besluit. De Mestbank neemt haar beslissing over de voorgelegde aanvraag binnen een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van ontvangst ervan. Indien de Mestbank binnen de voormelde termijn geen beslissing heeft genomen, wordt de aanvraag geacht te zijn goedgekeurd, op voorwaarde dat de gebruiker kan bewijzen dat de Mestbank de aanvraag al meer dan 30 dagen in haar bezit heeft. De beslissing wordt kenbaar gemaakt op het formulier waarvan het model is vastgelegd in bijlage I bij dit besluit. De beslissing wordt medegedeeld aan de gebruiker en de erkende mestvoerder. De mededeling gebeurt door 1 exemplaar van het formulier waarvan het model is vastgelegd in de bijlage I bij dit besluit, met de beslissing van de Mestbank op te sturen naar de gebruiker en de erkende mestvoerder. <BVR 2005-04-29/36, art. 17, 002; Inwerkingtreding : 03-07-2005>
Onverminderd de verplichting tot het naleven van de bepalingen van de vervoersreglementering van het mestdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten, moet tijdens het transport het goedgekeurde exemplaar van de aanvraag aanwezig zijn in het erkende voertuig;
Art.10. <BVR 2005-04-29/36, art. 18, 002; Inwerkingtreding : 03-07-2005> § 1. De bijzondere voorwaarde voor de opbrenging van andere meststoffen en bewerkte dierlijke mest zoals bedoeld in artikel 2, 2°, bestaat er in dat de hoeveelheid minerale stikstof niet hoger mag zijn dan 30 kg stikstof per ha; dit onverminderd de bemestingsnormen bedoeld in het artikel 14 van het decreet.
§ 2. De bijzondere voorwaarden voor de opbrenging van andere meststoffen en bewerkte dierlijke mest zoals bedoeld in artikel 2, 3°, bestaan er in dat de toegediende meststof op beteelde cultuurgrond moet aangewend worden en dat de totaal toegediende hoeveelheid stikstof niet hoger mag zijn dan 30 kg stikstof per ha, waarvan maximaal 10 kg minerale stikstof; dit onverminderd de bemestingsnormen bedoeld in het artikel 14 van het decreet.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.11. Dit besluit treedt in werking op datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Art.12. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 maart 2002.
De minister-president van de Vlaamse regering,
P. DEWAEL
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw,
V. DUA
BIJLAGE.
Art. N. Bijlage I. Toelating om andere meststoffen of dierlijke mest op te brengen binnen een meerjarig perspectief van maximaal drie jaar (artikel 14, § 6 van het meststoffendecreet).
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 26-04-2002, p. 17628).
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van de artikelen 14, § 6 en 17, § 8 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen.
Brussel, 15 maart 2002.
De minister-president van de Vlaamse regering,
P. DEWAEL
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw,
V. DUA.