Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

11 JANUARI 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende de toekenning van een toelage voor overwerk aan sommige leden van het onderwijzend en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs.



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1958041503 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In de tabel van artikel 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende de toekenning van een toelage voor overwerk aan sommige leden van het onderwijzend en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 maart 1977, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de kolommen " Minimumaantal uren " en " Noemer " worden respectievelijk de getallen 36 en 3 geschrapt;
  2° in de kolommen " Minimumaantal uren " en " Noemer " worden respectievelijk de getallen 29 en 1 ingevoegd.

Art.2. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° Er wordt een 3° toegevoegd dat luidt als volgt :
  " 3° tijdens het schooljaar 2001-2002 is in het gewoon voltijds en deeltijds beroepssecundair onderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 4 voor de leraars die in de 2e, 3e en/of 4e graad uitsluitend belast zijn met praktische vakken en/of hiermee gelijkgestelde uren die geen lesuren zijn en waarvoor een ambt met volledige prestaties 30 lesuren bedraagt, het aantal voor een week in aanmerking te nemen overuren gelijk aan het aantal lesuren dat zij gedurende die week presteren boven het minimumaantal lesuren dat vereist is voor een ambt met volledige prestaties; ";
  2° Er wordt een 4° toegevoegd dat luidt als volgt :
  " 4° is in het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs voor de leraars of godsdienstleraars die in dezelfde instelling als die waarin zij zijn aangesteld of geaffecteerd bijkomend worden belast met een opdracht ter vervanging van een afwezige leraar of godsdienstleraar, het aantal voor een week in aanmerking te nemen overuren gelijk aan het aantal lesuren dat zij gedurende die week presteren boven het minimumaantal lesuren dat vereist is voor een ambt met volledige prestaties, voorzover deze overuren louter een gevolg zijn van de bijkomende opdracht. ".

Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2001, met uitzondering van artikel 1, 2°, dat in werking treedt op 1 september 2002.

Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 11 januari 2002.
  De minister-president van de Vlaamse regering,
  P. DEWAEL
  De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,
  Mevr. M. VANDERPOORTEN.