19 SEPTEMBER 2002. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij de toepassing van de beslissing van 2 maart 2000 van de Centrale Paritaire Commissie voor het confessioneel vrij niet-universitair hoger onderwijs betreffende haar huishoudelijk reglement, bindend wordt verklaard (VERTALING).
Art. 1-3
Artikel 1. De beslissing van 2 maart 2000 van de Centrale Paritaire Commissie voor het confessioneel vrij niet-universitair hoger onderwijs betreffende haar huishoudelijk reglement, wordt bindend verklaard en luidt als volgt :
" HOOFDSTUK I. - Instelling - zetel.
Artikel 1. Bij besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 november 1998 (Belgisch Staatsblad van 8 april 1999) wordt de Centrale Paritaire Commissie voor het confessioneel vrij niet-universitair hoger onderwijs bevoegd voor de Hogescholen van het confessioneel vrij onderwijs, ingesteld.
De bevoegdheid van de Paritaire Commissie is van toepassing op de inrichtende machten en de personeelsleden onderworpen aan het decreet van 24 juli 1997 dat het statuut bepaalt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de Hogescholen van het confessioneel vrij onderwijs.
Art. 2. De zetel van de commissie is gevestigd te Brussel, in de lokalen van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, Leopold II-laan 44, 1080 Brussel.
De vergaderingen kunnen evenwel, zo nodig, plaatshebben buiten de zetel van de paritaire commissie.
HOOFDSTUK II. - Opdracht.
Art. 3. De paritaire commissie heeft als opdracht :
a) te beraadslagen over de algemene arbeidsvoorwaarden;
b) de regels vast te stellen die de statutaire bepalingen aanvullen van het decreet van 24 juli 1997 en het decreet van 25 juli 1996, hetzij op eigen initiatief, hetzij op de aanvraag van de Regering van de Franse Gemeenschap;
c) de evolutie te volgen van het sociaal recht en de aanvullende regels er aan te passen.
HOOFDSTUK III. - Samenstelling.
Art. 4. De Paritaire Commissie is samengesteld uit :
a) een voorzitter en een ondervoorzitter;
b) een referendaris;
c) een secretaris en een adjunct-secretaris;
d) elf werkende leden en elf plaatsvervangende leden die de inrichtende machten in het confessioneel vrij niet-universitair hoger onderwijs vertegenwoordigen;
e) elf werkende leden en elf plaatsvervangende leden die de representatieve organisaties van de personeelsleden van het confessioneel vrij niet-universitair hoger onderwijs vertegenwoordigen, aangesloten bij een vakverenging vertegenwoordigd binnen de Nationale Arbeidsraad.
De voorzitter, de ondervoorzitter, de referendaris, de secretaris, de adjunct-secretaris en de leden van de commissie zijn de eerste keer benoemd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 juni 1999 bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 9 oktober 1999.
De leden worden voor 5 jaar benoemd. Het eerste mandaat is begonnen op 10 juni 1999 en zal eindigen op 9 juni 2004.
Het mandaat van de leden loopt ten einde :
1° bij ontslagneming;
2° wanneer de organisatie die het betrokken lid heeft voorgedragen om zijn vervanging verzoekt;
3° bij overlijden.
Wanneer een organisatie aan de bevoegde Minister vraagt om een werkend of plaatsvervangend lid te vervangen, brengt zij een kopie van deze aanvraag om vervanging over aan de voorzitter van de Centrale Paritaire Commissie voor het confessioneel vrij niet-universitair hoger onderwijs.
Art. 5. De leden van de commissie mogen bijgestaan worden door technische adviseurs. Het aantal technische adviseurs bedraagt acht personen.
Het aantal technische adviseurs die door de werknemersorganisaties zullen mogen worden afgevaardigd, wordt vastgelegd op 4.
Het aantal technische adviseurs die door de vakverenigingen zullen mogen worden afgevaardigd, wordt vastgelegd op 2 voor de C.S.C. en op 1 voor alle andere representatieve werknemersorganisaties die binnen de Commissie zetelen.
Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder " representatieve werknemersorganisatie " de syndicale confederaties waarbij de organisaties die binnen de commissie zetelen, aangesloten zijn.
De technische adviseurs hebben het recht niet het woord te voeren gedurende de plenaire vergaderingen van de paritaire commissie betreffende de punten op de agenda die voorafgaandelijk binnen een werkgroep aan een examen zijn onderworpen.
HOOFDSTUK IV. - Werking.
A. VERGADERINGEN.
Art. 6. De Commissie komt bijeen op initiatief van de voorzitter of op aanvraag van een organisatie die er vertegenwoordigd is.
Deze aanvraag vermeldt de punten die de organisatie op de agenda wenst te zien verschijnen en gaat samen met een verklarende aantekening en alle nodige documentatie.
De vragen van de organisatie worden binnen de dertig dagen na hun ontvangst door de Voorzitter behandeld. Bij behoorlijk bewezen dringende noodzakelijkheid, wordt deze termijn beperkt tot veertien dagen.
Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder " behandeld worden " het feit dat de vragen op de agenda verschijnen van een vergadering van de Paritaire Commissie.
Art. 7. De voorzitter stelt de datum vast van de vergadering en bepaalt de agenda.
In het begin van de vergadering mag elk lid voorstellen de agenda te wijzigen. De wijzigingen van de agenda moeten unaniem worden aangenomen.
Wanneer de wijziging van de agenda als resultaat de inschrijving heeft van een nieuw punt op de agenda, zijn de bepalingen van artikel 6 lid 2 van dit huishoudelijk reglement van toepassing.
Art. 8. De leden worden opgeroepen door de voorzitter. De oproeping bepaalt de datum, de plaats en agenda van de vergadering en gaat samen met de verklarende aantekening bepaald in artikel 6 en met alle documentatie betreffende de agenda.
Ze wordt aan de werkende en plaatsvervangende leden alsmede aan de referendaris ten minste 10 dagen voor de datum van de vergadering gericht.
Art. 9. Het verhinderd werkend lid zorgt zelf voor de plaatsvervanging.
Wanneer een plaatsvervangend lid een werkend lid vervangt, brengt hij de voorzitter ervan op de hoogte van bij de opening van de zitting.
Wanneer technische adviseurs de vergadering bijwonen, wordt de commissie ten laatste in het begin van de zitting geïnformeerd over hun aanwezigheid door een lid van de Paritaire Commissie.
Art. 10. De Commissie beraadslaagt en beslist slechts geldig als minstens de helft van de werkende of plaatsvervangende leden die de werkgevers vertegenwoordigen en minstens de helft van de werkende of plaatsvervangende leden die de werknemers vertegenwoordigen, aanwezig zijn.
Indien aan de in het vorig lid bedoelde vereiste niet wordt voldaan, zal een nieuwe vergadering bijeenkomen en zal ze geldig beraadslagen en beslissen, ongeacht het aantal aanwezige leden die enerzijds de werkgevers en anderzijds de werknemers vertegenwoordigen voor de punten op de agenda van de vorige vergadering.
De plaatsvervangende leden mogen slechts zetelen als plaatsvervangers van de verhinderde werkende leden.
Art. 11. De voorzitter kijkt na of aan de voorwaarden voor de geldige beraadslaging voldaan is.
Hij leidt de debatten en zorgt voor het goede verloop van de commissie.
De beslissingen worden unaniem genomen door de aanwezige leden.
De voorzitter zorgt voor de overbrenging van de beslissingen van de paritaire commissie aan het lid van de Regering van de Franse Gemeenschap bevoegd voor het statuut van de personeelsleden bedoeld in artikel 1 van dit huishoudelijk reglement alsmede, in voorkomend geval, aan de betrokken partijen.
Wanneer de paritaire commissie een beslissing neemt, bepaalt zij of ze wenst dat de Regering van de Franse Gemeenschap haar bindende kracht verleent of niet.
De voorzitter informeert de paritaire commissie zo vlug mogelijk en ten laatste op de volgende vergadering over de mededeling die hem door de Minister gericht wordt bij toepassing van artikel 177 (weigering van verlening van bindende kracht) van het decreet van 24 juli 1997 dat het statuut bepaalt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de hogescholen van het confessioneel vrij onderwijs.
Hij informeert eveneens de leden over de bekendmaking die hem door de Minister wordt geadresseerd wanneer de Regering van de Franse Gemeenschap een beslissing een bindende kracht verleent.
Art. 12. De Secretaris of de adjunct-secretaris wonen de vergaderingen van de commissie bij.
De referendaris woont de vergaderingen van de paritaire commissie bij wanneer hij dit als nuttig beschouwt alsook op aanvraag van de commissie die zich met de meerderheid van stemmen van de aanwezige leden uitspreekt of op aanvraag van de voorzitter.
De referendaris geeft op eigen initiatief of op de aanvraag van de commissie die zich uitspreekt met de meerderheid van stemmen of op de aanvraag van de voorzitter, een advies over elke vraag op de agenda van de commissie of van een werkgroep van de commissie.
Het advies gegeven door de referendaris wordt in een document bewaard.
Art. 13. De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar.
B. NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN.
Art. 14. De secretaris stelt de notulen op van elke vergadering.
De notulen vermelden :
a) de benaming van het paritair orgaan;
b) de plaats en datum van de vergadering, de openings- en sluitingsuren;
c) de naam van de aanwezige, verontschuldigde of afwezige leden en de organisatie die deze leden voorgedragen heeft;
d) de naam van de plaatsvervangende leden die de verhinderde werkende leden vertegenwoordigen;
e) de punten op de agenda;
f) de vaststelling door de voorzitter dat aan de voorwaarden om geldig te beraadslagen en beslissen, is voldaan.
De notulen moeten de getrouwe en nauwkeurige weergave zijn van de genomen beslissingen.
Als bijlage bij de notulen van de vergadering worden de documenten opgenomen :
a) die tijdens de vergadering uitgedeeld zijn;
b) die tijdens de vergadering besproken zijn;
c) die de beslissingen, de adviezen, de voorstellen en andere akten van de commissie opnemen die opgemaakt zijn tijdens de bespreking.
Art. 15. De secretaris draagt de notulen over aan de voorzitter binnen de acht dagen.
De voorzitter ondertekent de notulen van de vergadering die hij via de secretaris binnen de acht dagen aan de werkende en plaatsvervangende leden overzendt.
Art. 16. Bij gebrek aan een aanvraag om rechtzetting schriftelijk aan de voorzitter gericht binnen de acht dagen na de ontvangst van de notulen, worden deze geacht voorlopig goedgekeurd te zijn door de Paritaire Commissie.
De voorzitter legt voor goedkeuring de aanvraag om rechtzetting voor aan de leden die aan de vergadering hebben deelgenomen.
In ieder geval heeft de definitieve goedkeuring van de notulen plaats in het begin van de volgende vergadering van de paritaire commissie.
Art. 17. Tenzij de Commissie er anders over beslist, worden de notulen van de vergaderingen niet aan derden meegedeeld.
C. BESLISSINGEN EN ANDERE AKTEN VAN DE COMMISSIE.
Art. 18. De adviezen, voorstellen, aanvragen alsmede alle andere akten van de commissie worden goedgekeurd gedurende de vergadering waarop ze werden geformuleerd, genomen of vastgesteld en zijn allemaal aparte documenten die zich als bijlage bij de notulen van de vergadering bevinden.
Art. 19. De beslissingen die genomen zijn binnen de Commissie mogen bindend worden verklaard door de Regering van de Franse Gemeenschap op aanvraag van de commissie of een organisatie die binnen deze vertegenwoordigd is.
De voorzitter informeert de Paritaire Commissie, ten laatste tijdens de volgende vergadering, over de aanvraag die aan hem nadien door een organisatie gericht is, om aan de Regering van de Franse Gemeenschap te vragen een beslissing van de Paritaire Commissie bindende kracht te verlenen.
D. ANDERE BEVOEGDHEDEN VAN DE VOORZITTER, DE ONDERVOORZITTER EN DE SECRETARIS.
Art. 20. De voorzitter vertegenwoordigt de commissie in de betrekkingen met derden.
Hij ondertekent de brieven van de commissie.
Hij kan die bevoegdheid aan de secretaris delegeren.
Art. 21. Bij afwezigheid van de voorzitter, vervangt de ondervoorzitter hem en oefent hij in dat geval dezelfde bevoegdheden als de voorzitter uit.
Art. 22. De secretaris en de adjunct-secretaris vervullen hun opdracht onder het gezag en de leiding van de voorzitter.
E. OPRICHTING VAN WERKGROEPEN.
Art. 23. De Commissie kan werkgroepen oprichten om bepaalde problemen te onderzoeken die zij bepaalt.
Wanneer de Commissie beslist om een werkgroep op te richten, bestaat deze uit 5 leden die de werkgevers vertegenwoordigen en 5 leden die de werknemers vertegenwoordigen.
De verdeling van de leden die de werknemers vertegenwoordigen is de volgende : 3 C.S.C., 1 F.G.T.B. en 1 C.G.S.L.B.
De leden mogen daarenboven bijgestaan worden door technische adviseurs waarvan het aantal en de verdeling beantwoorden aan de bepalingen van artikel 5 van dit huishoudelijk reglement.
De voorzitter en de secretaris of de adjunct-secretaris wonen de vergaderingen van de werkgroepen bij.
De referendaris mag de vergaderingen van de werkgroepen bijwonen.
De bepalingen van dit reglement betreffende de taken en bevoegdheden van de Voorzitter, de secretaris, de adjunct-secretaris alsook de referendaris zijn van toepassing bij de vergaderingen van de werkgroepen.
Slechts de werkende of plaatsvervangende leden die de vergaderingen van de werkgroepen bijwonen, mogen vragen om terugbetaald te worden voor de reiskosten bepaald bij artikel 4 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 november 1998 tot oprichting van de Paritaire Commissie.
De besluiten van de onderzoeken van de werkgroepen worden onverwijld aan de Paritaire Commissie overgebracht.
HOOFDSTUK V. - Werkingskosten en reiskosten.
Art. 24. De werkingskosten van de Paritaire Commissie zijn ten laste van de Franse Gemeenschap.
Art. 25. Voor de toepassing van artikel 4 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 november 1998 is de voor de berekening van de reiskosten in acht genomen reis, de reis tussen de woonplaats en de plaats van de vergadering.
HOOFDSTUK VI. - Wijziging van het huishoudelijk reglement.
Art. 26. Dit huishoudelijk reglement kan gewijzigd worden bij beslissing van de Commissie als de voorgedragen wijzigingen niet afwijken van de wetgeving en op de agenda verschijnen.
Voorzover dit huishoudelijk reglement bindend verklaard wordt bij beslissing van de Regering van de Franse Gemeenschap zal elke latere wijziging onderworpen zijn aan de goedkeuring van deze Regering.
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen.
A. BRIEFWISSELING EN ARCHIEF.
Art. 27. Elke briefwisseling betreffende de Paritaire Commissie moet gericht worden aan de Voorzitter van de Centrale Paritaire Commissie voor het confessioneel vrij niet-universitair hoger onderwijs, Belliardstraat 51, te 1040 Brussel.
Art. 28. Het archief van de Commissie wordt bewaard door de dienst aangesteld door de Secretaris-Generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.
B. NEERLEGGING VAN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT.
Art. 29. Dit huishoudelijk reglement wordt bij de dienst neergelegd, die aangesteld is bij toepassing van artikel 28 van dit huishoudelijk reglement.
C. GOEDKEURING VAN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT.
Art. 30. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 172 van het decreet van 24 juli 1997, wordt dit huishoudelijk reglement onderworpen aan de goedkeuring van de Regering van de Franse Gemeenschap.
D. INWERKINGTREDING.
Art. 31. Onder voorbehoud van zijn goedkeuring door de Regering van de Franse Gemeenschap, treedt dit huishoudelijk reglement in werking op 2 maart 2000. ".
Art.2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt ondertekend.
Art. 3. De Minister tot wiens bevoegdheid het statuut van het onderwijspersoneel behoort, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 19 september 2002.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister van Ambtenarenzaken,
R. DEMOTTE