Details





Titel:

4 SEPTEMBER 2002. - Besluit van de Franse Gemeenschapsregering tot vaststelling van de uitvoeringswijzen van het samenwerkingsakkoord betreffende de coördinatie en het beheer van de door de Europese Commissie verleende steun inzake human resources en betreffende de oprichting van het Agentschap Europees Sociaal Fonds, gesloten te Brussel op 2 september 1998 tussen de Waalse Regering, de Franse Gemeenschapsregering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, goedgekeurd bij decreet van de Raad van de Franse Gemeenschap van 5 mei 1999 (VERTALING)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-10-2002 en tekstbijwerking tot 08-12-2021)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Organisatie en beheer.
Art. 2-4
HOOFDSTUK III. - Budget en rekeningen van het Agentschap.
Art. 5-13
HOOFDSTUK IV. - Personeel van het Agentschap.
Art. 14
HOOFDSTUK V. - Patrimonium van het Agentschap.
Art. 15
HOOFDSTUK VI. - Opheffings- en slotbepalingen.
Art. 16-18



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2018040625  2019040634  2021034122 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1. In dit decreet verstaat men onder :
  1° akkoord : het samenwerkingsakkoord betreffende de coördinatie en het beheer van de door de Europese Commissie verleende steun inzake human resources en betreffende de oprichting van het Agentschap Europees Sociaal Fonds, gesloten te Brussel op 2 september 1998 tussen de Waalse Regering, de Franse Gemeenschapsregering en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en goedgekeurd bij decreet van de Raad van de Franse Gemeenschap van 5 mei 1999;
  2° Agentchap : het Agentschap Europees Sociaal Fonds bedoeld in hoofdstuk II van het samenwerkingsakkoord, opgericht onder de vorm van een dienst met afzonderlijk beheer binnen de diensten van de Franse Gemeenschapsregering, ter vervanging van de Cel Europees Sociaal Fonds, met als opdracht mee te werken aan de voorbereiding en in te staan voor de animatie, het administratief en boekhoudkundig beheer, de opvolging, het toezicht en de evaluatie van de programma's en acties bedoeld in artikelen 3 en 4 van het samenwerkingsakkoord;
  3° Beheerscomité : het orgaan dat de operationele leiding heeft over het Agentschap, krachtens artikel 12 van het akkoord.

HOOFDSTUK II. - Organisatie en beheer.
Art.2. Het Agentschap bestaat minstens uit drie afdelingen. Een afdeling staat in voor het beheer van de projecten ingediend in het raam van de programma's en acties bedoeld in artikelen 3 en 4 van het akkoord. Een andere afdeling is belast met het toezicht op deze projecten. Een derde afdeling zorgt voor de animatie en de thematische ontwikkeling.
  Iedere afdeling staat onder leiding van een adjunct-directeur.
  Het personeel van het Agentschap wordt verdeeld door het Beheerscomité op de voordracht van de directeur van het Agentschap.

Art.3.De Franse Gemeenschapsregering benoemt de directeur en drie adjunct-directeurs, na eensluidend advies van de Waalse Regering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie.
  [1 De directeur wordt in dienst genomen in het kader van een arbeidsovereenkomst, in de hoedanigheid van deskundig contractueel personeelslid van rang 15, overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 april 2014 betreffende de voorwaarden voor de werving en de administratieve en geldelijke toestand van het contractueel personeel van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de audiovisuele sector en de instellingen van openbaar nut die onder het comité van sector XVIIressorteren.]1
  [2 De adjunct-directeurs worden benoemd uit het personeel bedoeld in artikel 14 van dit decreet na een oproep tot kandidaten. Aan het aangewezen personeelslid wordt een salarisaanvulling toegekend ter compensatie van het verschil tussen de salarisschaal die hij/zij bekleedt en salarisschaal 120/1 zoals vastgesteld bij het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 betreffende het statuut van het personeel van de regeringsdiensten van de Franse Gemeenschap. Deze extra wedde wordt contractueel vastgelegd.]2
  [2 Indien de in het vorige lid bedoelde benoemingsprocedure niet toelaat om in de bedoelde vacante betrekkingen van adjunct-directeur te voorzien, worden de adjunct-directeurs aangeworven op basis van een arbeidsovereenkomst, als deskundigen van rang 12, overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 15 april 2014 betreffende de voorwaarden voor de werving en de administratieve en geldelijke toestand van het contractueel personeel van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de audiovisuele sector en de instellingen van openbaar nut die onder het comité van sector XVII ressorteren.]2
  De directeur van het Agentschap voert de beslissingen van het Beheerscomité uit. Hij verschaft dit Comité alle informatie en legt het alle voorstellen voor die nuttig zijn voor de goede werking van het Agentschap.
  Hij staat, onder toezicht van het Beheerscomité, in voor de dagelijkse leiding van het Agentschap, de geldende regelgeving inzake delegatie van bevoegdheid en ondertekening binnen de Diensten van de Franse Gemeenschapsregering indachtig.
  Hij woont de vergaderingen van het Beheerscomité bij met raadgevende stem.
  ----------
  (1)<BFG 2018-07-18/26, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 10-09-2018>
  (2)<BFG 2021-11-25/08, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 18-12-2021>

Art.4. § 1. Na beslissing van het Beheerscomité en in opdracht van zijn voorzitter, overeenkomstig artikel 16, § 2, van het samenwerkingsakkoord, mag de directeur aan de verschillende begunstigden de bedragen van de toelagen van de Europese Unie overdragen, volgens de wijzen voorzien in het huishoudelijk reglement van dit Comité, bedoeld in artikel 15, § 1, van het samenwerkingsakkoord.
  § 2. De Regering voert de nodige volmachten in voor de gunning van opdrachten.

HOOFDSTUK III. - Budget en rekeningen van het Agentschap.
Art.5. Het budget van het Agentschap maakt een onderscheid in de volgende inkomsten :
  1° deze met betrekking tot de Europese programma's;
  2° deze met betrekking tot de werking van het Agentschap;
  3° deze met betrekking tot de financiële opbrengsten van de specifieke rekeningen die zijn geopend om de toelagen van de Europese Commissie te ontvangen.
  In het budget worden een onderscheid gemaakt in de inkomsten voor de werking van het Agentschap op grond van herkomst.
  Het budget van het Agentschap verdeelt de uitgaven in
  1° personeelskosten;
  2° werkingskosten;
  3° aankooponkosten;
  4° evaluatieonkosten;
  5° diverse onkosten.

Art.6. Het budget van het Agentschap wordt onderverdeeld in drie delen :
  1° de lopende verrichtingen;
  2° de kapitaalverrichtingen;
  3° de verrichtingen voor orders.
  Het onderscheid inkomsten-uitgaven wordt gemaakt in ieder deel.

Art.7. § 1. Uitgaven mogen slechts worden gedaan binnen de perken van de inkomsten en de gestemde beperkende kredieten.
  § 2. Overdrachten zijn toegelaten. Ze zijn evenwel beperkt tot de duur van ieder desbetreffend Europees programma.

Art.8. De rekeningen worden voorgelegd volgens de wijzen bepaald door het Beheerscomité.
  Ze omvatten minstens :
  a) een rekening met betrekking tot de uitvoering van het budget;
  b) een staat van de activa en passiva van het Agentschap;
  c) een rekening over de wijziging van het patrimonium alsook een inventaris van het patrimonium;
  d) een rekening van de financiën die de overeenstemming aantoont tussen het begrotingsresultaat en het resultaat van de financiën.

Art.9. Vanaf het begin van een boekjaar mogen de financiële middelen die beschikbaar waren op het einde van het vorig boekjaar gebruikt worden.

Art.10. Op voorstel van het Beheerscomité duidt de Regering twee rekenplichtigen aan voor het Agentschap die vallen onder het Rekenhof.
  De ene is belast met het boekhoudkundig beheer van de inkomsten en uitgaven met betrekking tot de Europese programma's en de financiële opbrengsten hiervan.
  De andere staat in voor het boekhoudkundig beheer van de andere inkomsten en uitgaven van het budget.

Art.11. In het raam van het beheer van de programma's bedoeld in artikelen 3 en 4 van het samenwerkingsakkoord, is het Agentschap belast met het beheer van specifieke bankrekeningen die zijn geopend bij de Kashouder van de Franse Gemeenschap, in overeenstemming met de Europese regelgeving, onder de operationele leiding van het Beheerscomité. De creditinteresten van deze rekeningen worden eveneens beheerd door het Agentschap via een specifieke bankrekening en dit onder toezicht van het Beheerscomité.
  Het Beheerscomité beslist over de aanwending van de financiële opbrengsten die voortvloeien uit het beheer van de specifieke rekeningen die zijn geopend door het Agentschap om de gelden die zijn gestort door de Europese Unie te beheren.

Art.12. De verrichtingen van het Agentschap worden gecontroleerd overeenkomstig de geldende bepalingen binnen de Franse Gemeenschap inzake het administratief en budgettair toezicht. Ze worden tevens gecontroleerd door de auditcel van de Inspectie van Financiën ingesteld via bestuurscontract tussen de Waalse Regering en de Franse Gemeenschapsregering, enerzijds, en het Korps van de Inspectie van Financiën, anderzijds, voor de uitvoering van een audit van de beheers- en controlesystemen van de programma's die worden gecofinancierd door de Europese structuurfondsen van 7 september 1998 en zijn aanhangsel van 21 december 2000.

Art.13. Het Rekenhof mag de boekhouding ter plaatse controleren. Zij mag ten alle tijde alle bewijsstukken, staten, inlichtingen en toelichtingen vragen met betrekking tot de inkomsten en uitgaven, alsook met betrekking tot het vermogen en de schulden van het Agentschap.

HOOFDSTUK IV. - Personeel van het Agentschap.
Art.14. Het personeel van het Agentschap bestaat uit :
  ambtenaren en leden van het contractueel personeel van de diensten van de Franse Gemeenschapsregering;
  leden van het contractueel personeel aangesteld in het raam van de uitvoering van de Europese programma's, overeenkomstig het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 16 september 1998 tot vaststelling van de lijst van specfieke en hulptaken voor het Ministerie van de Franse Gemeenschap;
  ambtenaren van de Diensten van de Waalse Regering en van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, opdrachthouders binnen het Agentschap.

HOOFDSTUK V. - Patrimonium van het Agentschap.
Art.15. De Franse Gemeenschapsregering stelt binnen de maand volgend op de inwerkingtreding van dit besluit een lijst op van de goederen die worden gebruikt voor het vervullen van de opdrachten van het Agentschap.
  De geïnventariseerde goederen en diegene die het Agentschap aankoopt tijdens de duur van het samenwerkingsakkoord in het raam van zijn budget behoren tot de exclusieve eigendom van de Franse Gemeenschap.

HOOFDSTUK VI. - Opheffings- en slotbepalingen.
Art.16. Het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 11 juni 1999 tot bepaling van de wijzen voor de uitvoering van het decreet van de Franse Gemeenschap van 5 mei 1999 houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord betreffende de coördinatie en het beheer van de door de Europese Commissie verleende steun inzake human resources en betreffende de oprichting van het Agentschap Europees Sociaal Fonds, wordt opgeheven.

Art.17. Dit besluit treedt in werking op de dag dat het in het Belgisch Staatsblad verschijnt.

Art. 18. De minister-president is belast met de uitvoering van dit besluit.