19 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot aanduiding van de ambtenaren en de personen belast met het toezicht op de uitvoering van de bepalingen van de wetten, besluiten en reglementen van de Europese Unie die onder de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen vallen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-12-2002 en tekstbijwerking tot 10-04-2014)
Art. 1, 1/1, 2-3
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1.(§ 1.) De ambtenaren en personen die geen deel uitmaken van de personeelsleden van het Agentschap en door of krachtens één of meerdere in artikel 5 van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen met de controle belast zijn, worden aangeduid om toezicht uit te oefenen [1 overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen]1 op de uitvoering van dezelfde wetten, hun uitvoeringsbesluiten of reglementen van de Europese Unie die in hun toepassingsgebied vallen en onder de bevoegdheid van het Agentschap vallen. <KB 2007-03-19/37, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 09-04-2007>
(§ 2. De ambtenaren van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling, evenals de ambtenaren van de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid, afdeling Metrologie, Dienst Voorverpakkingen van de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, zijn eveneens belast met het toezicht op de uitvoering van de besluiten genomen in uitvoering van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten voor zover deze besluiten betrekking hebben op de etikettering en op de reclame van de voedingsmiddelen evenals van andere producten die in de voedselketen kunnen terechtkomen.
De ambtenaren van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling zijn eveneens belast met het toezicht op de uitvoering van de genomen besluiten betreffende de samenstelling van voedingsmiddelen in uitvoering van artikel 2, eerste en tweede lid van voormelde wet van 24 januari 1977.) <KB 2007-03-19/37, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 09-04-2007>
[1 § 3. De ambtenaren van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten die aangeduid zijn om inspectietaken te vervullen krachtens het koninklijk besluit van 17 december 2008 betreffende het toezicht uit te oefenen door het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, zijn eveneens bevoegd voor het toezicht op de uitvoering van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten en van de uitvoeringsbesluiten ervan.
Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de voedselketen en het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten maken een samenwerkingsovereenkomst tot regeling van de modaliteiten van dit toezicht op.]1
----------
(1)<KB 2014-01-07/10, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 10-02-2014>
Art. 1/1. [1 § 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° FAVV : Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;
2° gemeentelijke diensten : de diensten aangeduid in de overeenkomst gesloten tussen de gemeente en het FAVV;
3° De Minister : de Minister die de veiligheid van de voedselketen onder zijn bevoegdheden heeft;
§ 2. Mits voldaan is aan de voorwaarden bepaald in § 3, zijn de statutaire en contractuele personeelsleden van de gemeentelijke diensten van de gemeenten waarvan de lijst door de Minister wordt gepubliceerd, bevoegd om toezicht uit te oefenen op de uitvoering van de reglementaire bepalingen vermeld in artikel 3, § 1/1 van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen.
§ 3. Elke gemeente kan een samenwerkingsovereenkomst sluiten met het FAVV voor het uitvoeren van de controles in het kader van de reglementering bedoeld in de vorige paragraaf. Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde duur gesloten en kan op elk ogenblik door elk van beide partijen worden opgezegd, mits eerbiediging van een opzegtermijn van drie maanden.
Om de bevoegdheden bepaald in § 2 te kunnen uitoefenen, dienen de statutaire en contractuele personeelsleden van de gemeentelijke diensten aan volgende voorwaarden te voldoen :
1° de nodige beroepservaring hebben in de sector van de voedselveiligheid of, bij gebrek daaraan, een passende opleiding hebben ontvangen, die hen in staat stelt om hun taken op bekwame wijze en de officiële controles volgens de geldende reglementering uit te voeren. Deze opleiding dient de volgende materies te bestrijken :
- controletechnieken zoals bemonstering en inspectie;
- controleprocedures;
- de wetgeving inzake levensmiddelen;
- evaluatie van de mogelijke risico's voor de menselijke gezondheid;
- evaluatie van de niet-naleving van de wetgeving inzake levensmiddelen;
2° op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het terrein die onder hun bevoegdheid vallen en, waar nodig, geregeld bijscholing volgen;
3° rechtstreeks, noch onrechtstreeks een belang hebben in één of meer inrichtingen, ondernemingen, vennootschappen of verenigingen die activiteiten verrichten binnen de toepassingssfeer van de reglementering bedoeld in § 2 van dit artikel. Zij verbinden zich ertoe om binnen het kader van dit artikel geen controletaken te zullen uitvoeren in inrichtingen, ondernemingen, vennootschappen of verenigingen waar zij binnen het kader van andere beroeps- of privé-activiteiten rechtstreeks of onrechtstreeks zouden zijn tussengekomen.
Opdat de statutaire en contractuele personeelsleden van de gemeentelijke diensten de bevoegdheden vervat in § 2 zouden kunnen uitvoeren, dienen zij te beschikken over passende en goed onderhouden controlemiddelen en inspectiemateriaal en dienen zij de nodige samenwerking te verlenen en overleg te plegen met het FAVV, overeenkomstig bijlage I.
§ 4. de statutaire en contractuele personeelsleden van de gemeentelijke diensten leven de instructies, opgenomen in de voor hen specifieke richtlijnen en de algemene omzendbrieven van het FAVV, na.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2014-03-28/14, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 20-04-2014>
Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.
Art.3. Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.[1 Samenwerkingsmodaliteiten tussen het FAVV en de gemeentelijke diensten :
1° het jaarlijks, voor het einde van het derde trimester, overmaken van de geplande inspectie- en analyseprogramma's voor het komende jaar aan het FAVV teneinde deze te integreren in het controleprogramma van het FAVV. Het controleprogramma wordt opgesteld volgens de richtlijnen van het FAVV met het oog op de integratie in het geïntegreerde meerjarige nationale controleplan voorgeschreven door de Verordening (EG) nr. 882/2004;
2° deelnemen aan het overleg georganiseerd op initiatief van het FAVV tussen deze laatste en de gemeentelijke diensten met het oog op de coördinatie van de analyses, bemonsteringen en inspecties;
3° het organiseren, samen met de hoofden van de provinciale controle-eenheden van het FAVV, van minstens een trimestrieel bilateraal contact waarop concrete acties worden besproken;
4° het verlenen van medewerking aan het FAVV, indien nodig, telkens er een FVO (Food and Veterinary Office)-missie plaatsvindt op het grondgebied van de gemeente;
5° het voor 1 maart van ieder jaar ter beschikking stellen van de controleresultaten van het jaar er voor aan het FAVV;
6° deelnemen aan de gespecialiseerde technische opleidingen georganiseerd door het FAVV;
7° het uitwisselen van de opleidingsprogramma's met het FAVV;
8° de gemeentelijke diensten laten de analyses uitvoeren in erkende laboratoria zoals bepaald in het koninklijk besluit van 3 augustus 2012 betreffende de erkenning van de laboratoria die analyses uitvoeren in verband met de veiligheid van de voedselketen;
9° het ten laste nemen van de kosten verbonden aan de controles en analyses uitgevoerd naar aanleiding van deze controles;
10° het jaarlijks notificeren aan het FAVV van een lijst met namen van de personen die belast zijn met het toezicht op de reglementering vermeld in dit besluit en dit vóór 1 november.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2014-03-28/14, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 20-04-2014>