23 AUGUSTUS 2002. - Ministerieel besluit tot bepaling van de omstandigheden bedoeld in de artikelen 22, tweede lid, 2° en 44, tweede lid, 2° van het koninklijk besluit van 6 juni 1960 betreffende de fabricage, de distributie in het groot en de terhandstelling van geneesmiddelen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 12-09-2002 en tekstbijwerking tot 11-04-2006).
Art. 1-3
Artikel 1. (Oud Enig artikel). Onder de omstandigheden bedoeld in de artikelen 22, tweede lid, 2° en 44, tweede lid, 2° van het koninklijk besluit van 6 juni 1960 betreffende de fabricage, de distributie in het groot en de terhandstelling van geneesmiddelen wordt bedoeld het aanleggen van een voorraad van onontbeerlijke geneesmiddelen van overheidswege in het kader van de mogelijke dreiging van biologische, chemische, nucleaire en conventionele terreuraanslagen in ons land.
Art.2. <ingevoegd bij MB 2003-10-10/33, art. 1; Inwerkingtreding : 17-11-2003> Onder de omstandigheden bedoeld in de artikelen 22, tweede lid, 2°, en 44, tweede lid, 2°, van het koninklijk besluit van 6 juni 1960 betreffende de fabricage, de distributie in het groot en de terhandstelling van geneesmiddelen wordt tevens bedoeld het aanleggen van een voorraad van geneesmiddelen door de medische dienst van de politiediensten met het oog op het verstrekken van operationele steun en van kosteloze gezondheidszorg aan de personeelsleden van het operationeel kader en de personeelsleden van het administratief kader en de personeelsleden van het administratief en logistiek kader dat een permanente functie van operationele ondersteuning van de politiediensten uitoefent zoals bepaald in het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
Deze voorraad wordt aangelegd onder toezicht en verantwoordelijkheid van een personeelslid van de politiediensten die in het bezit is van het wettelijk diploma van apotheker. Deze houdt tevens toezicht op de verdeling van de geneesmiddelen aan de inrichtingen van de medische dienst van de politiediensten
Art. 3. <Ingevoegd bij KB 2006-03-29/35, art. 1; Inwerkingtreding : 23-04-2006> Onder de omstandigheden bedoeld in de artikelen 22, tweede lid, 2°, en 44, tweede lid, 2°, van het koninklijk besluit van 6 juni 1960 betreffende de fabricage, de distributie in het groot en de terhandstelling van geneesmiddelen wordt tevens bedoeld het aankopen van ijzertabletten en hun terbeschikkingstelling aan de erkende instellingen als bedoeld in artikel 4 van de wet van 5 juli 1994 betreffende bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong, met het oog op hun terhandstelling door deze instellingen aan vruchtbare vrouwelijke bloedgevers. Deze terhandstelling gebeurt onder de verantwoordelijkheid van een geneesheer teneinde ijzerdepletie bij de betrokken personen te voorkomen.
Brussel, 23 augustus 2002.
Mevr. M. AELVOET.