Details





Titel:

2 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 19, § 4, van de nieuwe gemeentewet en van artikel 37quater van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De burgemeesters en schepenen die de in artikel 19, § 4, eerste lid, van de nieuwe gemeentewet bedoelde voorwaarden vervullen stellen de gemeente hiervan zo snel mogelijk in kennis door middel van een ter post aangetekende brief gericht aan het College van burgemeester en schepenen of bij gewone brief met bericht van ontvangst.
  Voormelde post bevat de volgende documenten :
  Een verklaring op erewoord, waarbij betrokkene zijn hoedanigheid van niet-beschermd lokale mandataris bevestigt. De verklaring op erewoord wordt aangevuld met iedere informatie en ieder document die het mogelijk maken de toestand van de betrokkene inzake bescherming op het gebied van geneeskundige verzorging vast te stellen.

Art.2. De gewezen burgemeesters en schepenen die de in artikel 19, § 4, derde lid, van de nieuwe gemeentewet bedoelde voorwaarden vervullen en die de toepassing ervan vragen, stellen de gemeente hiervan zo snel mogelijk in kennis door middel van een ter post aangetekende brief gericht aan het College van burgemeester en schepenen of bij gewone brief met bericht van ontvangst.
  Voormelde post bevat de volgende documenten :
  Een attest van de verzekeringsinstelling betreffende de hoedanigheid van rechthebbende op verstrekkingen inzake geneeskundige verzorging bij toepassing van artikel 32, 15°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

Art.3. De voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of hun vervangers die de bij artikel 37quater , eerste lid, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers bedoelde voorwaarden vervullen, stellen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn hiervan zo snel mogelijk in kennis door middel van een ter post aangetekende brief gericht aan de raad voor maatschappelijk welzijn of bij gewone brief met bericht van ontvangst.
  Voormelde post bevat de volgende documenten :
  Een verklaring op erewoord, waarbij betrokkene zijn hoedanigheid van niet-beschermde voorzitter van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of van zijn niet-beschermde vervanger bevestigt. De verklaring op erewoord wordt aangevuld met iedere informatie en ieder document die het mogelijk maken de toestand van de betrokkene inzake bescherming op het gebied van geneeskundige verzorging vast te stellen.

Art.4. De gewezen voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijke welzijn en de gewezen vervangers die de bij artikel 37quater , derde lid, van voormelde wet van 29 juni 1981 bedoelde voorwaarden vervullen, en die de toepassing ervan vragen, stellen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn hiervan zo snel mogelijk in kennis door middel van een ter post aangetekende brief gericht aan de raad voor maatschappelijk welzijn of bij gewone brief met bericht van ontvangst.
  Voormelde post bevat de volgende documenten :
  Een attest van de verzekeringsinstelling betreffende de hoedanigheid van rechthebbende op verstrekkingen inzake geneeskundige verzorging bij toepassing van artikel 32, 15°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

Art.5. § 1. De hoedanigheid van niet-beschermde lokale mandataris of niet-beschermde voorzitter van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of van zijn niet-beschermde vervanger, dient binnen een termijn van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van verzending van de aangetekende brief, waarvoor de postdatum als bewijs geldt, of die van overhandiging van de brief met bericht van ontvangst, te worden bevestigd door middel van een attest van de verzekeringsinstelling.
  § 2. Dit attest dient te bevestigen dat betrokkene, zonder toepassing van artikel 19, § 4, eerste lid, van de nieuwe gemeentewet of van artikel 37quater , eerste lid, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, enkel verstrekkingen inzake geneeskundige verzorging zou genieten mits betaling van bijkomende persoonlijke bijdragen.
  § 3. Op vraag van de betrokkene wordt het attest door de verzekeringsinstelling uitgereikt en hem rechtstreeks bezorgd.
  § 4. Dit attest dient jaarlijks, tot twee jaar na het einde van het uitgeoefende mandaat, aan de betrokken gemeente of het betrokken openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn te worden toegezonden.

Art.6. § 1. Het attest van de verzekeringsinstelling betreffende de hoedanigheid van rechthebbende op verstrekkingen inzake geneeskundige verzorging bij toepassing van artikel 32, 15°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, dient eveneens jaarlijks te worden bezorgd. Deze verplichting neemt een einde wanneer de betrokkene de toepassing van artikel 19, § 4, derde lid, van de nieuwe gemeentewet of van artikel 37quater , derde lid, van voormelde wet van 29 juni 1981 niet meer vraagt.
  § 2. Op vraag van de betrokkene wordt het attest door de verzekeringsinstelling uitgereikt en hem rechtstreeks bezorgd.

Art. 7. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Punat, 2 augustus 2002.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Sociale Zaken,
  F. VANDENBROUCKE.