Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

15 APRIL 2002. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage van EUR 62.000,00 aan de C.V.B.A. " Centre d'Entreprises Dansaert " voor de oprichting van een activiteitencoöperatieve in samenwerking met de V.Z.W. " De Punt " en de C.V.S.O. " Azimut ".



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Een toelage van EUR 62.000,00, aan te rekenen op het krediet van het federaal Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu voor het begrotingsjaar 2002, organisatieafdeling 55, b.a. 42.33.01.85, wordt toegekend aan de c.v.b.a. " Centre d'Entreprises Dansaert " waarvan de maatschappelijke zetel is gevestigd Aalststraat 7/11 te 1000 Brussel, te betalen op rekeningnummer 068-2263235-58.

Art.2. De toelage heeft tot doel de c.v.b.a. " Centre d'Entreprises Dansaert " de mogelijkheid te geven een activiteitencoöperatieve, in de vorm van een coöperatieve vennootschap met sociaal oogmerk (c.v.s.o.), op te richten en te ontwikkelen in samenwerking met de c.v.s.o. " Azimut " en de v.z.w. " De Punt ".
  Een activiteitencoöperatieve streeft de volgende doelstellingen na :
  - kandidaat-ondernemers de mogelijkheid geven hun ondernemingsproject op ware grootte uit te testen vooraleer hun activiteiten te beginnen en, in voorkomend geval, hun job te creëren, of zelfs hun onderneming op te richten en andere jobs te creëren;
  - opleiding en de professionalisering van maatschappelijk verantwoord ondernemen bevorderen bij kandidaat-ondernemers van de activiteitencoöperatieve;
  - de verspreiding van coöperatieve ideeën en van de fundamentele waarden van de sociale economie bevorderen door ze bij te brengen aan kandidaat-ondernemers.
  Om deze doelstellingen te bereiken, moeten drie opdrachten worden vervuld :
  - opleiding : de activiteitencoöperatieve opgericht door de c.v.b.a. " Centre d'Entreprises Dansaert " moet opleidingen inzake inspraak bevorderend en coöperatief management kunnen volgen en nadien verstrekken. Deze opleidingen zijn gerealiseerd door de beweging van de Franse SCOP's (Société coopérative ouvrière de Production). Andere opleidingen waaraan de ondernemers zullen deelnemen houden nauw verband met de commerciële strategie en de financiële instrumenten van de onderneming.
  - experimentering : enerzijds brengen de ondernemers een jaar door in de activiteitencoöperatieve om hun activiteit op ware grootte en zonder risico's uit te testen. Anderzijds moet de activiteitencoöperatieve de samenwerking, de inspraak en de betrokkenheid van de ondernemers daarin kunnen versterken.
  - coöperatieve dynamiek : de activiteitencoöperatieve moet de in Frankrijk herontdekte coöperatieve dynamiek meer draagwijdte kunnen geven. Dit instrument moet een hefboom zijn voor de professionalisering van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
  De hierbij gecreëerde activiteitencoöperatieve moet, voor het verlopen van de subsidieperiode, minimum 10 projecten onthalen, die hun potentieel reeds bewezen zullen hebben en die reeds (of in de eerstvolgende maanden) een zelfstandig statuut (zullen kunnen) aannemen.

Art.3. De periode van betoelaging van het project neemt een aanvang na vastlegging van het budget door de dienst Begroting en Financiën van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.

Art.4. De kosten van het project, die door de toelagen worden gedekt, omvatten :
  Personeelskosten (voor een jaar) = EUR 50.000,00 (BEF 2 016 995)
  Algemene onkosten en kosten voor de uitwerking van de acties (eveneens voor een jaar) = EUR 12.000,00 (BEF 484 079), onderverdeeld als volgt :
  EUR 7.500,00 voor werkingskosten (kosten die rechtstreeks verband houden met het project : reis- en verblijfkosten in het buitenland, herscholing, opleiding)
  EUR 4.500,00 voor administratieve kosten (huur, water, elektriciteit, stookolie, tel., fax, Internet, abonnementen)

Art.5. § 1. Het toegekend bedrag zal in vier schijven worden betaald :
  Een eerste schijf van 40 % wordt betaald na aanvang van het project, op vraag van de opdrachtnemer en na akkoord van de opdrachtgever.
  Een tweede schijf van 30 % zal worden betaald vijf maanden na aanvang, op vraag van de opdrachtnemer en na akkoord van de opdrachtgever.
  Een derde schijf van 20 % zal worden betaald in oktober 2002, na voorlegging van een tussentijds verslag over het verloop van het project en de noodzakelijke verantwoordingsstukken, dit voor zowel de eerste als de tweede en de derde schijf, en na akkoord van de opdrachtgever.
  Het saldo van 10 % zal worden betaald in juni 2003 na voorlegging van een eindrapport en van de noodzakelijke verantwoordingsstukken en na akkoord van de opdrachtgever.
  In het eindrapport wordt de realisatie van het project geëvalueerd, worden de voordelen en de beperkingen van het project voorgesteld, en worden de onthaalde initiatieven evenals de tegengekomen problemen, de voorgestelde oplossingen en de toekomstperspectieven uiteengezet.
  § 2. De bewijsstukken worden gedateerd en ondertekend door de opdrachtnemer. Bij de aanvraag van elke schijf wordt een schuldvordering bijgevoegd waarin de gevorderde sommen voor waar en oprecht worden verklaard. Deze schuldvordering wordt in drie exemplaren ingediend.
  § 3. Alle schuldvorderingen en verantwoordingsstukken in het kader van dit project dienen uiterlijk 30 september 2003 in het bezit te zijn van de administratie.
  § 4. Op de administratieve verwerking wordt toegezien door de Cel Sociale Economie van het Bestuur van de Maatschappelijke Integratie van het federaal Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Anspachlaan 1, 14e verdieping, bureau 20, te 1000 Brussel. Alle briefwisseling in verband met de administratieve verwerking in het kader van deze toelage wordt aan dit adres gericht.

Art. 6. Onze Minister van Sociale Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 15 april 2002.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  Voor de Minister van Sociale Economie, afwezig :
  De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen,
  L. VAN DEN BOSSCHE.