8 APRIL 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 december 1998 houdende vereenvoudiging van de administratieve loopbaan van bepaalde ambtenaren van de Rijksdienst voor pensioenen behorend tot de niveaus 1 en 2+.
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 3 december 1998 houdende vereenvoudiging van de administratieve loopbaan van bepaalde ambtenaren van de Rijksdienst voor pensioenen behorend tot de niveaus 1 en 2+ wordt vervangen als volgt :
" Art. 3. § 1. De vacante betrekking van gewestelijk directeur kan worden begeven ofwel bij wege van verandering van graad door ambtenaren bekleed met de graad van adjunct-adviseur ofwel bij wege van mutatie door ambtenaren bekleed met de graad van gewestelijk directeur en aangewezen voor een gewestelijk bureau van dezelfde of een lagere administratieve klasse.
§ 2. De adjunct-adviseurs die kandidaat zijn voor de betrekking van gewestelijk directeur, dienen, in afwijking van artikel 66 van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, ten minste negen jaar graadanciënniteit te hebben.
Zij dienen bovendien ten minste vijf jaar ervaring inzake de toepassing van de pensioenwetgeving in niveau 1 te hebben verworven. Het betreft de ervaring opgedaan inzake betaling of toekenning van pensioenen, de ervaring verworven bij de juridische dienst met betrekking tot de rechtspraak of het contentieux van de pensioendossiers, als ambtenaar of in voorkomend geval als kabinetslid, dat zich inzonderheid heeft beziggehouden met pensioendossiers bij de minister of staatssecretaris tot wiens bevoegdheid de pensioenen behoren.
§ 3. Bij elke vacante betrekking van gewestelijk directeur wordt de aard van de functies van de te begeven betrekking en het gewenst profiel van de kandidaten aangegeven in de bekendmaking van vacante betrekking, bedoeld bij artikel 72, § 2, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel. Alle kandidaten, zowel zij die kandidaat zijn bij wege van verandering van graad als zij die kandidaat zijn bij wege van mutatie, worden door de Directieraad gerangschikt rekening houdend met de bekendgemaakte functiebeschrijving en profiel enerzijds en met de titels, de verdiensten en de competenties van de kandidaten anderzijds.
§ 4. De benoeming tot de graad van gewestelijk directeur, zowel bij wege van verandering van graad als bij wege van mutatie, geschiedt overeenkomstig de artikelen 26bis en 67, § 1, van het voormelde koninklijk besluit van 7 augustus 1939. "
Art.2. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3. Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 april 2002.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE.