Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

4 MAART 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 oktober 1997 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 september 1993 tot toekenning van een forfaitaire vergoeding wegens verblijfskosten aan zekere personeelsleden van het Fonds voor Arbeidsongevallen.



Inhoudstafel:


Art. 1-2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1997022790 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De artikelen 3 tot en met 6 van het koninklijk besluit van 16 oktober 1997 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 september 1993 tot toekenning van een forfaitaire vergoeding wegens verblijfkosten aan zekere personeelsleden van het Fonds voor Arbeidsongevallen worden als volgt vervangen :
  " Art. 3. In hetzelfde besluit, wordt een artikel 3bis ingevoegd, luidende als volgt :
  1° met ingang van 1 december 1995 :
  " Art. 3bis. Voor de geneesheren-inspecteurs van de inspectiedienst is de in artikel 1 bedoelde forfaitaire vergoeding gelijk aan deze voorzien in artikel 3. ";
  2° met ingang van 1 oktober 1997 :
  " Art. 3bis. Voor de geneesheren van de inspectiedienst is de in artikel 1 bedoelde forfaitaire vergoeding gelijk aan deze voorzien in artikel 3. ".
  Art. 4. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  1° met ingang van 1 juli 1993 :
  " Art. 4. Voor de adjunct-inspecteurs van de inspectiedienst is de in artikel 1 bedoelde forfaitaire vergoeding gelijk aan 16 maal het bedrag dat, in toepassing van de artikelen 2 en 3 van voormeld koninklijk besluit van 24 december 1964, laatst gewijzigd door het koninklijk besluit van 17 maart 1995, aan de titularissen van de graden ingedeeld in de rangen 20 tot 23 wordt toegekend voor verplaatsingen van 8 uur en meer. ";
  2° met ingang van 1 januari 1994 :
  " Art. 4. (Voor de adjunct-inspecteurs van de inspectiedienst is de in artikel 1 bedoelde forfaitaire vergoeding gelijk aan 16 maal het bedrag dat, in toepassing van de artikelen 2 en 3 van voormeld koninklijk besluit van 24 december 1964, laatst gewijzigd door het koninklijk besluit van 17 maart 1995, aan de titularissen van de graden ingedeeld in de rangen 26 tot 29 wordt toegekend voor verplaatsingen van 8 uur en meer.) <Erratum, B.S. 25-04-2002, p. 17239> ";
  3° met ingang van 1 juni 1997 :
  " Art. 4. Voor de sociaal controleurs van de inspectiedienst is de in artikel 1 bedoelde forfaitaire vergoeding gelijk aan 16 maal het bedrag dat, in toepassing van de artikelen 2 en 3 van voormeld koninklijk besluit, van 24 december 1964, laatst gewijzigd door het koninklijk besluit van 17 maart 1995, aan de titularissen van de graden ingedeeld in de rangen 26 tot 28 wordt toegekend voor verplaatsingen van 8 uur en meer. ".
  Art. 5. In hetzelfde besluit, wordt een artikel 4bis ingevoegd, luidend als volgt :
  1° met ingang van 1 juli 1993 :
  " Art. 4bis. Voor de maatschappelijke assistenten van de inspectiedienst is de in artikel 1 bedoelde forfaitaire vergoeding gelijk aan 16 maal het bedrag dat, in toepassing van de artikelen 2 en 3 van voormeld koninklijk besluit, van 24 december 1964, laatst gewijzigd door het koninklijk besluit van 17 maart 1995, aan de titularissen van de graden ingedeeld in de rangen 26 tot 29 wordt toegekend voor verplaatsingen van 8 uur en meer. ";
  2° met ingang van 1 juni 1997 :
  " Art. 4bis. Voor de maatschappelijke assistenten van de inspectiedienst is de in artikel 1 bedoelde forfaitaire vergoeding gelijk aan 16 maal het bedrag dat, in toepassing van de artikelen 2 en 3 van voormeld koninklijk besluit, van 24 december 1964, laatst gewijzigd door het koninklijk besluit van 17 maart 1995, aan de titularissen van de graden ingedeeld in de rangen 26 tot 28 wordt toegekend voor verplaatsingen van 8 uur en meer. ".
  Art. 6. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1997 (datum uitwerking personeelsformatie van 7 juli 1997), met uitzondering van :
  - artikel 3 dat uitwerking heeft met ingang van 1 december 1995;
  - de artikelen 4 en 5 die uitwerking hebben met ingang van 1 juli 1993. ".

Art. 2. Onze minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 4 maart 2002.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,
  F. VANDENBROUCKE