23 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 17 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen.
Art. 1-7
Artikel 1. De leidend ambtenaar-jurist van de Juridische Dienst en Geschillen van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met het voorstellen van de betaling van een som die een einde maakt aan de strafvordering, aan de daders van inbreuken bedoeld in artikel 17 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen.
Art.2. Het proces-verbaal van vaststelling van de inbreuken bedoeld in artikel 17 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, opgesteld door de ambtenaren en beambten bedoeld in artikel 14 van dezelfde wet, wordt overgemaakt binnen de vijftien dagen na datum ervan aan de ambtenaar bedoeld in artikel 1 van dit besluit.
Art.3. Het voorstel tot betaling bedoeld in artikel 1 van dit besluit, vergezeld van een document voor overschrijving of storting, wordt aan de dader van de inbreuk bij een ter post aangetekend schrijven gezonden binnen de drie maanden na de datum van het proces-verbaal.
Art.4. Het voorstel wijst erop dat de betaling binnen de dertig dagen na datum van verzending van het aangetekend schrijven bedoeld in artikel 3 van dit besluit moet uitgevoerd worden, zoniet wordt het proces-verbaal doorgestuurd aan de Procureur des Konings. De datum van het postmerk heeft bewijskracht voor de verzending van het aangetekend schrijven. Het voorstel vermeldt tevens dat de betaling moet gebeuren op rekeningnummer 679-2005949-86 van de Algemene Farmaceutische Inspectie - Administratief Centrum - Vesaliusgebouw - 1010 Brussel, met de vermelding "Minnelijke schikking".
Art.5. Het verslag, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, wordt overgemaakt aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, uiterlijk in de loop van het vierde trimester van ieder jaar.
Art.6. Het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de administratieve geldboeten bedoeld bij artikel 17 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen wordt opgeheven.
Art. 7. De Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 januari 2002.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
Mevr. M. AELVOET.