3 DECEMBER 2001. - Ministerieel besluit betreffende de slachtpremie in de rundvleessector. (NOTA : opgeheven door de Vlaamse Overheid maar blijft van toepassing voor de premieaanvragen voor de campagnes die de campagne 2005 zijn voorafgegaan <MB2006-03-03/32, art. 6 en 7, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2005>) (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG2009-05-14/19, art. 2, 29°, 008; Inwerkingtreding : 22-06-2009) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-02-2002 en tekstbijwerking tot 12-06-2009)
HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Slachtpremie voor kalveren.
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Slachtpremie voor runderen.
Art. 4-5
HOOFDSTUK IV. - Algemene bepalingen.
Art. 6-11
2003036210 2003200247 2005027074 2005035386 2006035583 2009202469
HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1. Koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 30 november 2001 betreffende de slachtpremie in de rundvleessector.
2. Het Bestuur : het Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer (DG 3) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.
3. De Diergeneeskundige inspectie : de Inspectie-generaal Veterinaire Diensten van het Bestuur voor de Dierengezondheid en de Kwaliteit van de Dierlijke Producten (DG5) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.
4. Veebeslag : het geheel van runderen zoals gedefinieerd in artikel 1, 7°, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen.
5. Verantwoordelijke : de persoon zoals gedefinieerd in artikel 1, 5°, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen.
6. Paspoort : het document bedoeld in artikel 16 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen.
7. Karkas van het kalf : het koud karkas van het geslachte kalf, na het villen en het uitbloeden, zonder de ingewanden, de lever, de geslachtsorganen, de uier en het uiervet, de kop en de uiteinden van de ledematen, afgesneden bij het carpaal respectievelijk tarsaal gewricht, met de staart, de nieren en het niervet.
8. Het karkasgewicht van het kalf : het koud gewicht van het karkas, gepresenteerd zoals beschreven in punt 7, uitgedrukt in 1/10 kg; in geval van warme weging van het karkasgewicht, wordt een reductie van 2 % toegepast.
++++++++++
GEMENSCHAPPEN EN GEWESTEN
=========================
Art. 1. (WAALSE GEWEST) Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1. Koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 30 november 2001 betreffende de slachtpremie in de rundvleessector.
(2. Het Bestuur : de Afdeling Landbouwsteun van het Directoraat-generaal Landbouw van het Ministerie van het Waalse Gewest.) <BWG 2002-12-19/09, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2002>
(3. Het Agentschap: het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.) <BWG 2002-12-19/09, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2002>
4. Veebeslag : het geheel van runderen zoals gedefinieerd in artikel 1, 7°, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen.
5. Verantwoordelijke : de persoon zoals gedefinieerd in artikel 1, 5°, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen.
6. Paspoort : het document bedoeld in artikel 16 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen.
7. Karkas van het kalf : het koud karkas van het geslachte kalf, na het villen en het uitbloeden, zonder de ingewanden, de lever, de geslachtsorganen, de uier en het uiervet, de kop en de uiteinden van de ledematen, afgesneden bij het carpaal respectievelijk tarsaal gewricht, met de staart, de nieren en het niervet.
8. Het karkasgewicht van het kalf : het koud gewicht van het karkas, gepresenteerd zoals beschreven in punt 7, uitgedrukt in 1/10 kg; in geval van warme weging van het karkasgewicht, wordt een reductie van 2 % toegepast.
++++++++++
Artikel 1. (VLAAMSE GEMEENSCHAP)
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1. Koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 30 november 2001 betreffende de slachtpremie in de rundvleessector.
2. (de bevoegde entiteit : het Agentschap voor Landbouw en Visserij;) <MB 2006-05-19/47, art. 74, 1°, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
3. (het FAVV : de dienst van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, belast met de uitvoering van de taken en maatregelen inzake de Dierengezondheid.) <MB 2003-11-28/42, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
4. Veebeslag : het geheel van runderen zoals gedefinieerd in artikel 1, 7°, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen.
5. Verantwoordelijke : de persoon zoals gedefinieerd in artikel 1, 5°, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen.
6. Paspoort : het document bedoeld in artikel 16 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen.
7. Karkas van het kalf : het koud karkas van het geslachte kalf, na het villen en het uitbloeden, zonder de ingewanden, de lever, de geslachtsorganen, de uier en het uiervet, de kop en de uiteinden van de ledematen, afgesneden bij het carpaal respectievelijk tarsaal gewricht, met de staart, de nieren en het niervet.
8. Het karkasgewicht van het kalf : het koud gewicht van het karkas, gepresenteerd zoals beschreven in punt 7, uitgedrukt in 1/10 kg; in geval van warme weging van het karkasgewicht, wordt een reductie van 2 % toegepast.
HOOFDSTUK II. - Slachtpremie voor kalveren.
Art.2. In toepassing van artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit zijn de voorwaarden en modaliteiten voor de toekenning van de slachtpremie voor kalveren de volgende :
1. Voor de producent :
- de producent moet een premieaanvraag indienen bij middel van een officieel formulier, verkrijgbaar bij de provinciale bureaus van het Bestuur;
- de premieaanvraag moet per aangetekend schrijven worden ingediend, of tegen ontvangstbewijs worden afgegeven, op het provinciale bureau van DG 3;
- de premieaanvraag kan ook worden ingediend door een gevolmachtigde van de producent;
- per producent wordt slechts één aanvraag aanvaard per slachtdatum, per slachthuis en per veebeslag;
- de premieaanvraag moet worden ingediend binnen de 6 maanden volgend op de slachtdatum, en ten laatste eind februari van het volgende jaar;
- voor de kalveren, die geslacht worden tijdens het eerste trimester van het jaar 2000, wordt de uiterste indieningsdatum vastgesteld op 30 september 2000;
- (de aanvraag moet vergezeld gaan van een kopie van de paspoorten van de aangegeven kalveren en van een document met de slachtgegevens afgeleverd door het slachthuis, behalve indien de identificatiegegevens van de kalveren en de daarop betrekking hebbende slachtgegevens, zoals bepaald bij punt 3 zesde streepje van dit artikel, op informaticadrager worden ter beschikking gesteld;) <Erratum, B.S. 11.05.2004, p. 37700>
- de producenten van wie kalveren in een andere Lidstaat van de E.U. worden geslacht, moeten aan hun premieaanvraag de slachtgegevens toevoegen afkomstig van het betrokken slachthuis.
2. Voor de kalveren :
- de karkassen van de geslachte kalveren dienen te beantwoorden aan de karkaspresentatie bedoeld in artikel 1, punt 7, van dit besluit;
- de in België geslachte kalveren moeten een karkasgewicht hebben van minder dan 156,5 kg;
- het karkasgewicht van de kalveren, geslacht in een andere E.U. Lidstaat, in slachthuizen die een andere karkaspresentatie toepassen dan deze voorzien in dit besluit dient te worden vastgesteld en meegedeeld overeenkomstig de bepalingen van artikel 36 van de verordening (EG) nr. 2342/1999;
- voor kalveren die levend worden uitgevoerd naar derde landen, mag het levend gewicht niet meer dan 290 kg bedragen;
- de in artikel 37 van de verordening (EG) nr 2342/1999 bedoelde toekenningsvoorwaarden worden geverifieerd op basis van de in Sanitel geregistreerde gegevens.
3. Voor de slachthuizen :
- de slachthuizen moeten de in artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit bedoelde deelnameverklaring indienen bij middel van een officieel formulier dat verkrijgbaar is bij het Bestuur;
- de deelnameverklaring moet, volledig ingevuld en ondertekend, bij aangetekend schrijven worden ingediend bij het Bestuur of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven;
- door de deelnameverklaring verbindt de verantwoordelijke van het slachthuis er zich toe om :
- op de achterzijde van de paspoorten van de geslachte kalveren minimaal de volgende gegevens aan te brengen : identificatie van het slachthuis, desgevallend het EG-erkenningsnummer, slachtdatum van het kalf, stempel en handtekening van de keurder van het Instituut voor Veterinaire Keuring;
- alle paspoorten dienen systematisch overgemaakt te worden aan de agent die door de Diergeneeskundige inspectie werd aangeduid voor de periodieke inzameling van de paspoorten in de slachthuizen;
- op de dag van slachting van de betrokken kalveren aan de producent of aan zijn gevolmachtigde, per premieaanvraag een ondertekend document af te leveren, met vermelding van de hiernavolgende gegevens betreffende de geslachte kalveren : identificatie van het slachthuis, in voorkomend geval het EG-erkenningsnummer, slachtdatum van de betrokken kalveren, producentnummer, veebeslag, volgnummer in de premieaanvraag, officieel identificatienummer van het kalf, intern slachtnummer en karkasgewicht van de kalveren;
- de onder voorgaand streepje vermelde gegevens dienen eveneens op informaticadrager ter beschikking van het Bestuur te worden gesteld bij de indiening van de premieaanvraag en dit overeenkomstig de instructies van het Bestuur;
- aan de verantwoordelijke van de slachtkalveren die voor de slacht vanuit een andere EU-lidstaat binnengebracht zijn en geslacht worden in zijn slachthuis, een slachtcertificaat ter beschikking te stellen met minimaal de volgende gegevens : identificatie van het slachthuis, desgevallend het EG-erkenningsnummer, de slachtdatum, het slachtnummer, het officieel identificatienummer van het kalf, de beschrijving van de toegepaste karkaspresentatie en het karkasgewicht;
- een kopie van deze slachtcertificaten gedurende vijf jaar chronologisch geordend te bewaren in het slachthuis.
++++++++++
COMMUNAUTES ET REGIONS
=========================
Art. 2. (COMMUNAUTE FLAMANDE)
In toepassing van artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit zijn de voorwaarden en modaliteiten voor de toekenning van de slachtpremie voor kalveren de volgende :
1. Voor de producent :
- de producent moet een premieaanvraag indienen bij middel van een officieel formulier, verkrijgbaar bij de (buitendiensten) van (de bevoegde (entiteit)); <MB 2003-11-28/42, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002> <MB 2006-05-19/47, art. 75, 1° en 2°, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
- de premieaanvraag moet per aangetekend schrijven worden ingediend, of tegen ontvangstbewijs worden afgegeven, op (de buitendienst) van (de bevoegde (entiteit)); <MB 2003-11-28/42, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002> <MB 2006-05-19/47, art. 75, 1° en 3°, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
- de premieaanvraag kan ook worden ingediend door een gevolmachtigde van de producent;
- per producent wordt slechts één aanvraag aanvaard per slachtdatum, per slachthuis en per veebeslag;
- de premieaanvraag moet worden ingediend binnen de 6 maanden volgend op de slachtdatum, en ten laatste eind februari van het volgende jaar;
- voor de kalveren, die geslacht worden tijdens het eerste trimester van het jaar 2000, wordt de uiterste indieningsdatum vastgesteld op 30 september 2000;
- de aanvraag moet vergezeld gaan van een kopie van de paspoorten van de aangegeven kalveren en van een document met de slachtgegevens afgeleverd door het slachthuis;
- de producenten van wie kalveren in een andere Lidstaat van de E.U. worden geslacht, moeten aan hun premieaanvraag de slachtgegevens toevoegen afkomstig van het betrokken slachthuis.
2. Voor de kalveren :
- de karkassen van de geslachte kalveren dienen te beantwoorden aan de karkaspresentatie bedoeld in artikel 1, punt 7, van dit besluit;
- de in (het Vlaamse Gewest) geslachte kalveren moeten een karkasgewicht hebben van minder dan 156,5 kg; <MB 2006-05-19/47, art. 75, 4°, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
- het karkasgewicht van de kalveren, geslacht in een andere E.U. Lidstaat, in slachthuizen die een andere karkaspresentatie toepassen dan deze voorzien in dit besluit dient te worden vastgesteld en meegedeeld overeenkomstig de bepalingen van artikel 36 van de verordening (EG) nr. 2342/1999;
- voor kalveren die levend worden uitgevoerd naar derde landen, mag het levend gewicht niet meer dan 290 kg bedragen;
- de in artikel 37 van de verordening (EG) nr 2342/1999 bedoelde toekenningsvoorwaarden worden geverifieerd op basis van de in Sanitel geregistreerde gegevens.
3. Voor de slachthuizen :
- de slachthuizen moeten de in artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit bedoelde deelnameverklaring indienen bij middel van een officieel formulier dat verkrijgbaar is bij (de bevoegde (entiteit)); <MB 2003-11-28/42, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002> <MB 2006-05-19/47, art. 75, 1°, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
- de deelnameverklaring moet, volledig ingevuld en ondertekend, bij aangetekend schrijven worden ingediend bij (de bevoegde (entiteit)) of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven; <MB 2003-11-28/42, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002> <MB 2006-05-19/47, art. 75, 1°, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
- door de deelnameverklaring verbindt de verantwoordelijke van het slachthuis er zich toe om :
- op de achterzijde van de paspoorten van de geslachte kalveren minimaal de volgende gegevens aan te brengen : identificatie van het slachthuis, desgevallend het EG-erkenningsnummer, slachtdatum van het kalf, stempel en handtekening van de keurder van het (FAVV); <MB 2003-11-28/42, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- alle paspoorten dienen systematisch overgemaakt te worden aan de agent die door (het FAVV) werd aangeduid voor de periodieke inzameling van de paspoorten in de slachthuizen;
- op de dag van slachting van de betrokken kalveren aan de producent of aan zijn gevolmachtigde, per premieaanvraag een ondertekend document af te leveren, met vermelding van de hiernavolgende gegevens betreffende de geslachte kalveren : identificatie van het slachthuis, in voorkomend geval het EG-erkenningsnummer, slachtdatum van de betrokken kalveren, producentnummer, veebeslag, volgnummer in de premieaanvraag, officieel identificatienummer van het kalf, intern slachtnummer en karkasgewicht van de kalveren;
- de onder voorgaand streepje vermelde gegevens dienen eveneens op informaticadrager ter beschikking van (de bevoegde entiteit) te worden gesteld bij de indiening van de premieaanvraag en dit overeenkomstig de instructies van (de bevoegde (entiteit)); <MB 2003-11-28/42, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002> <MB 2006-05-19/47, art. 75, 1° en 5°, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
- aan de verantwoordelijke van de slachtkalveren die voor de slacht vanuit een andere EU-lidstaat binnengebracht zijn en geslacht worden in zijn slachthuis, een slachtcertificaat ter beschikking te stellen met minimaal de volgende gegevens : identificatie van het slachthuis, desgevallend het EG-erkenningsnummer, de slachtdatum, het slachtnummer, het officieel identificatienummer van het kalf, de beschrijving van de toegepaste karkaspresentatie en het karkasgewicht;
- een kopie van deze slachtcertificaten gedurende vijf jaar chronologisch geordend te bewaren in het slachthuis.
Art. 2. (WAALSE GEWEST) In toepassing van artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit zijn de voorwaarden en modaliteiten voor de toekenning van de slachtpremie voor kalveren de volgende :
1. Voor de producent :
- de producent moet een premieaanvraag indienen bij middel van een officieel formulier, verkrijgbaar bij de (buurtdiensten) van het Bestuur; <BWG 2002-12-19/09, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2002>
- de premieaanvraag moet per aangetekend schrijven worden ingediend, of tegen ontvangstbewijs worden afgegeven, op het (buurtdienst) van (het Bestuut); <BWG 2002-12-19/09, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2002>
- de premieaanvraag kan ook worden ingediend door een gevolmachtigde van de producent;
- per producent wordt slechts één aanvraag aanvaard per slachtdatum, per slachthuis en per veebeslag;
- de premieaanvraag moet worden ingediend binnen de 6 maanden volgend op de slachtdatum, en ten laatste eind februari van het volgende jaar;
- voor de kalveren, die geslacht worden tijdens het eerste trimester van het jaar 2000, wordt de uiterste indieningsdatum vastgesteld op 30 september 2000;
- de aanvraag moet vergezeld gaan van een kopie van de paspoorten van de aangegeven kalveren en van een document met de slachtgegevens afgeleverd door het slachthuis;
- de producenten van wie kalveren in een andere Lidstaat van de E.U. worden geslacht, moeten aan hun premieaanvraag de slachtgegevens toevoegen afkomstig van het betrokken slachthuis.
2. Voor de kalveren :
- de karkassen van de geslachte kalveren dienen te beantwoorden aan de karkaspresentatie bedoeld in artikel 1, punt 7, van dit besluit;
- de in België geslachte kalveren moeten een karkasgewicht hebben van minder dan 156,5 kg;
- het karkasgewicht van de kalveren, geslacht in een andere E.U. Lidstaat, in slachthuizen die een andere karkaspresentatie toepassen dan deze voorzien in dit besluit dient te worden vastgesteld en meegedeeld overeenkomstig de bepalingen van artikel 36 van de verordening (EG) nr. 2342/1999;
- voor kalveren die levend worden uitgevoerd naar derde landen, mag het levend gewicht niet meer dan 290 kg bedragen;
- de in artikel 37 van de verordening (EG) nr 2342/1999 bedoelde toekenningsvoorwaarden worden geverifieerd op basis van de in Sanitel geregistreerde gegevens.
3. Voor de slachthuizen :
- de slachthuizen moeten de in artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit bedoelde deelnameverklaring indienen bij middel van een officieel formulier dat verkrijgbaar is bij het Bestuur;
- de deelnameverklaring moet, volledig ingevuld en ondertekend, bij aangetekend schrijven worden ingediend bij het Bestuur of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven;
- door de deelnameverklaring verbindt de verantwoordelijke van het slachthuis er zich toe om :
- op de achterzijde van de paspoorten van de geslachte kalveren minimaal de volgende gegevens aan te brengen : identificatie van het slachthuis, desgevallend het EG-erkenningsnummer, slachtdatum van het kalf, stempel en handtekening van de keurder van het (Agentschap);
- alle paspoorten dienen systematisch overgemaakt te worden aan de agent die door de Diergeneeskundige inspectie werd aangeduid voor de periodieke inzameling van de paspoorten in de slachthuizen;
- op de dag van slachting van de betrokken kalveren aan de producent of aan zijn gevolmachtigde, per premieaanvraag een ondertekend document af te leveren, met vermelding van de hiernavolgende gegevens betreffende de geslachte kalveren : identificatie van het slachthuis, in voorkomend geval het EG-erkenningsnummer, slachtdatum van de betrokken kalveren, producentnummer, veebeslag, volgnummer in de premieaanvraag, officieel identificatienummer van het kalf, intern slachtnummer en karkasgewicht van de kalveren;
- de onder voorgaand streepje vermelde gegevens dienen eveneens op informaticadrager ter beschikking van het Bestuur te worden gesteld bij de indiening van de premieaanvraag en dit overeenkomstig de instructies van het Bestuur;
- aan de verantwoordelijke van de slachtkalveren die voor de slacht vanuit een andere EU-lidstaat binnengebracht zijn en geslacht worden in zijn slachthuis, een slachtcertificaat ter beschikking te stellen met minimaal de volgende gegevens : identificatie van het slachthuis, desgevallend het EG-erkenningsnummer, de slachtdatum, het slachtnummer, het officieel identificatienummer van het kalf, de beschrijving van de toegepaste karkaspresentatie en het karkasgewicht;
- een kopie van deze slachtcertificaten gedurende vijf jaar chronologisch geordend te bewaren in het slachthuis.
++++++++++
Art.3. In geval van overschrijding van het plafond bedoeld bij artikel 11 van de verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999, wordt het aantal kalveren dat voor de premie in aanmerking komt dienovereenkomstig proportioneel verminderd.
HOOFDSTUK III. - Slachtpremie voor runderen.
Art.4. In toepassing van artikel 2, § 2 van het koninklijk besluit zijn de voorwaarden en modaliteiten voor de toekenning van de slachtpremie voor runderen de volgende :
1. Voor de producent :
- de producent moet een deelnameverklaring indienen aan de hand van een officieel formulier dat beschikbaar is bij de provinciale bureaus van het Bestuur. Hij moet hierop de door hem op het ogenblik van indienen beheerde productie-eenheden met bijhorende veebeslagen vermelden. Voor dieren die behoren tot een veebeslag waarvoor geen deelnameverklaring is ingediend, of waarvan de producent niet als actief is geregistreerd door het Bestuur op het moment van slachting kan geen slachtpremie toegekend worden;
- de deelnameverklaring moet ingediend worden voorafgaand aan de slachting van runderen waarvoor de producent de slachtpremie wil bekomen; voor het jaar 2000 geeft een indiening van de deelnameverklaring vóór 1 februari 2000 recht op de premie met terugwerkende kracht tot 1 januari 2000;
- ingeval van een bedrijfsovername of een andere reden van wijziging van activiteit van een producent, moet de overlater zijn deelname op de datum van de overname opzeggen en moet de overnemer een nieuwe deelnameverklaring indienen. De toekenning van de slachtpremie aan één bepaalde producent wordt in deze gevallen bepaald op basis van de overnamedatum, de vertrekdatum van het rund en de indieningsdatum van de deelnameverklaring;
- aan de producent die een geldige deelnameverklaring heeft ingediend en voor de runderen geslacht in België wordt de slachtpremie automatisch toegekend op basis van de gegevens geregistreerd in de databank Sanitel;
- voor runderen die naar derde landen worden uitgevoerd of in een andere lidstaat worden geslacht, moet de producent bijkomend een premieaanvraag indienen, aan de hand van een specifiek formulier vergezeld van de slachtbewijzen en de kopieën van de vertrekluiken van de paspoorten. Het formulier is verkrijgbaar bij de provinciale bureaus van het Bestuur;
- de premieaanvraag moet binnen de 6 maanden na de slachtdatum uiterlijk tegen eind februari van het jaar volgend op het jaar van slachting, per aangetekend schrijven worden ingediend bij het provinciale bureau van het Bestuur, of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven. Wat betreft de slachtingen van het eerste trimester van 2000 worden de premieaanvragen aanvaard tot en met 30 september 2000;
- de slachtbewijzen afgeleverd door de verantwoordelijke van het slachthuis, vermelden minstens de naam en het adres van het slachthuis, desgevallend het EG- erkenningsnummer, de slachtdatum, het slachtnummer en het officieel identificatienummer van het rund;
- in geval van uitvoer van levende runderen naar derde landen moet de premieaanvraag vergezeld zijn van een exportbewijs, afgeleverd door de douanediensten van het Ministerie van Financiën, met vermelding van de exportdatum;
- de premieaanvraag, in te dienen door de producent, mag worden vervangen door een gelijkaardige aanvraag, in te dienen door de persoon die de runderen verhandelt in het intracommunautaire handelsverkeer vooraleer ze in een slachthuis van een andere lidstaat worden geslacht en dit onder dezelfde voorwaarden als hiervoor beschreven.
2. Voor de runderen :
- de in artikel 37 van de verordening (EG) nr 2342/1999 bedoelde toekenningsvoorwaarden worden geverifieerd op basis van de in Sanitel geregistreerde gegevens.
3. Voor de slachthuizen :
- de slachthuizen moeten de in artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit bedoelde deelnameverklaring indienen bij middel van een officieel formulier dat verkrijgbaar is bij het Bestuur;
- de deelnameverklaring moet volledig ingevuld en ondertekend bij aangetekend schrijven worden ingediend bij het Bestuur of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven;
- middels de deelnameverklaring verbindt de verantwoordelijke van het slachthuis er zich toe om :
- op de achterzijde van de paspoorten van de geslachte runderen minimaal de volgende gegevens aan te brengen : identificatie van het slachthuis, desgevallend het EG-erkenningsnummer, slachtdatum van het rund, de stempel en handtekening van de keurder van het Instituut voor Veterinaire Keuring;
- alle paspoorten dienen systematisch overgemaakt te worden aan de agent die door de Diergeneeskundige inspectie werd aangeduid voor de periodieke inzameling van de paspoorten in de slachthuizen;
- een register bij te houden conform het ministerieel besluit van 11 maart 1953 hetwelk de uitvoeringsbepalingen bevat van het koninklijk besluit van 9 maart 1953 betreffende de handel in vlees en vleeswaren en de behandeling van in België geslachte runderen;
- de nodige maatregelen te nemen teneinde het hiervoor vermelde register te vervolledigen met het volledige officiële identificatienummer van het geslachte rund;
- aan de verantwoordelijke van de runderen die voor de slacht vanuit een andere EU-lidstaat ingevoerd zijn en geslacht zijn in zijn slachthuis, een slachtcertificaat ter beschikking te stellen met minimaal de volgende gegevens : identificatie van het slachthuis, desgevallend het EG-erkenningsnummer, de slachtdatum, het slachtnummer, het officieel identificatienummer van het rund;
- een kopie van deze slachtcertificaten gedurende vijf jaar chronologisch geordend te bewaren in het slachthuis.
++++++++++
GEMEENSCHAPPEN EN GEWESTEN
=========================
Art. 4. (VLAAMSE GEMEENSCHAP)
In toepassing van artikel 2, § 2 van het koninklijk besluit zijn de voorwaarden en modaliteiten voor de toekenning van de slachtpremie voor runderen de volgende :
1. Voor de producent :
- de producent moet een deelnameverklaring indienen aan de hand van een officieel formulier dat beschikbaar is bij de (buitendiensten van de bevoegde entiteit). Hij moet hierop de door hem op het ogenblik van indienen beheerde productie-eenheden met bijhorende veebeslagen vermelden. Voor dieren die behoren tot een veebeslag waarvoor geen deelnameverklaring is ingediend, of waarvan de producent niet als actief is geregistreerd door het Bestuur op het moment van slachting kan geen slachtpremie toegekend worden;
- (de deelnameverklaring wordt door elke producent slechts éénmaal ingediend tijdens het kalenderjaar waarvoor de producent de slachtpremie voor de eerste maal wil verkrijgen); (In het geval van een overname van een bedrijf tussen personen die bloed- of aanverwant in de eerste graad of echtgenoten van elkaar zijn of overname door een groepering van natuurlijke personen, waarvan de oorspronkelijke natuurlijke persoon deel uitmaakt, of bij de omschakeling van de bedrijfsvoering naar een rechtspersoon, waarin de oorspronkelijke natuurlijke persoon beherend vennoot, zaakvoerder of bestuurder is worden de slachtpremies toegekend vanaf de werkelijke overnamedatum.) <MB 2003-11-28/42, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002> <MB 2005-03-17/39, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- ingeval van een bedrijfsovername of een andere reden van wijziging van activiteit van een producent, moet de overlater zijn deelname op de datum van de overname opzeggen en moet de overnemer een nieuwe deelnameverklaring indienen. De toekenning van de slachtpremie aan één bepaalde producent wordt in deze gevallen bepaald op basis van de overnamedatum, de vertrekdatum van het rund en de indieningsdatum van de deelnameverklaring;
- aan de producent die een geldige deelnameverklaring heeft ingediend en voor de runderen geslacht in (het Vlaamse Gewest) wordt de slachtpremie automatisch toegekend op basis van de gegevens geregistreerd in de databank Sanitel; <MB 2006-05-19/47, art. 76, 3°, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
- voor runderen die naar derde landen worden uitgevoerd of in een andere lidstaat worden geslacht, moet de producent bijkomend een premieaanvraag indienen, aan de hand van een specifiek formulier vergezeld van de slachtbewijzen en de kopieën van de vertrekluiken van de paspoorten. Het formulier is verkrijgbaar bij de (buitendiensten van de bevoegde entiteit); <MB 2006-05-19/47, art. 76, 1°, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
- de premieaanvraag moet binnen de 6 maanden na de slachtdatum uiterlijk tegen eind februari van het jaar volgend op het jaar van slachting, per aangetekend schrijven worden ingediend bij (de buitendienst van de bevoegde entiteit), of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven. Wat betreft de slachtingen van het eerste trimester van 2000 worden de premieaanvragen aanvaard tot en met 30 september 2000; <MB 2006-05-19/47, art. 76, 2°, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
- de slachtbewijzen afgeleverd door de verantwoordelijke van het slachthuis, vermelden minstens de naam en het adres van het slachthuis, desgevallend het EG- erkenningsnummer, de slachtdatum, het slachtnummer en het officieel identificatienummer van het rund;
- in geval van uitvoer van levende runderen naar derde landen moet de premieaanvraag vergezeld zijn van een exportbewijs, afgeleverd door de douanediensten van het (Federale Overheidsdienst Financiën), met vermelding van de exportdatum; <MB 2006-05-19/47, art. 76, 4°, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
- de premieaanvraag, in te dienen door de producent, mag worden vervangen door een gelijkaardige aanvraag, in te dienen door de persoon die de runderen verhandelt in het intracommunautaire handelsverkeer vooraleer ze in een slachthuis van een andere lidstaat worden geslacht en dit onder dezelfde voorwaarden als hiervoor beschreven.
2. Voor de runderen :
- de in artikel 37 van de verordening (EG) nr 2342/1999 bedoelde toekenningsvoorwaarden worden geverifieerd op basis van de in Sanitel geregistreerde gegevens.
3. Voor de slachthuizen :
- de slachthuizen moeten de in artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit bedoelde deelnameverklaring indienen bij middel van een officieel formulier dat verkrijgbaar is bij (de bevoegste dienst); <MB 2003-11-28/42, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- de deelnameverklaring moet volledig ingevuld en ondertekend bij aangetekend schrijven worden ingediend bij (de bevoegste dienst) of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven; <MB 2003-11-28/42, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- middels de deelnameverklaring verbindt de verantwoordelijke van het slachthuis er zich toe om :
- op de achterzijde van de paspoorten van de geslachte runderen minimaal de volgende gegevens aan te brengen : identificatie van het slachthuis, desgevallend het EG-erkenningsnummer, slachtdatum van het rund, de stempel en handtekening van de keurder van het (FAVV); <MB 2003-11-28/42, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- alle paspoorten dienen systematisch overgemaakt te worden aan de agent die door (het FAVV) werd aangeduid voor de periodieke inzameling van de paspoorten in de slachthuizen; <MB 2003-11-28/42, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- een register bij te houden conform het ministerieel besluit van 11 maart 1953 hetwelk de uitvoeringsbepalingen bevat van het koninklijk besluit van 9 maart 1953 betreffende de handel in vlees en vleeswaren en de behandeling van in (het Vlaamse Gewest) geslachte runderen; <MB 2006-05-19/47, art. 76, 3°, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
- de nodige maatregelen te nemen teneinde het hiervoor vermelde register te vervolledigen met het volledige officiële identificatienummer van het geslachte rund;
- aan de verantwoordelijke van de runderen die voor de slacht vanuit een andere EU-lidstaat ingevoerd zijn en geslacht zijn in zijn slachthuis, een slachtcertificaat ter beschikking te stellen met minimaal de volgende gegevens : identificatie van het slachthuis, desgevallend het EG-erkenningsnummer, de slachtdatum, het slachtnummer, het officieel identificatienummer van het rund;
- een kopie van deze slachtcertificaten gedurende vijf jaar chronologisch geordend te bewaren in het slachthuis.
++++++++++++
Art. 4. (WAALSE GEWEST)
In toepassing van artikel 2, § 2 van het koninklijk besluit zijn de voorwaarden en modaliteiten voor de toekenning van de slachtpremie voor runderen de volgende :
1. Voor de producent :
- de producent moet een deelnameverklaring indienen aan de hand van een officieel formulier dat beschikbaar is bij de provinciale bureaus van het Bestuur. Hij moet hierop de door hem op het ogenblik van indienen beheerde productie-eenheden met bijhorende veebeslagen vermelden. Voor dieren die behoren tot een veebeslag waarvoor geen deelnameverklaring is ingediend, of waarvan de producent niet als actief is geregistreerd door het Bestuur op het moment van slachting kan geen slachtpremie toegekend worden;
(- de deelnameverklaring moet slechts één enkele keer worden ingediend door de producent, namelijk tijdens het kalenderjaar waarvoor de producent voor de eerste keer de premie wil verkrijgen of uiterlijk vóór 1 maart van het daaropvolgende kalenderjaar;) <BWG 2002-12-19/09, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- (in geval van een bedrijfsovername of een andere reden van wijziging van activiteit van een producent, moet de overlater zijn deelname op de datum van de overname opzeggen en moet de overnemer een nieuwe deelnameverklaring indienen. De toekenning van de slachtpremie aan één bepaalde producent wordt in deze gevallen bepaald op basis van de overnamedatum, de vertrekdatum van het rund en de indieningsdatum van de deelnameverklaring. De slachtpremies worden echter toegekend vanaf de effectieve datum van overname in geval van overname tussen personen die onderling bloed- of aanverwant in de eerste graad zijn of tussen echtgenoten, of in geval van overname door een groepering van natuurlijke personen waartoe de overlater-natuurlijke persoon behoort, of bij de omschakeling van een bedrijf naar een rechtspersoon waarin de overlater hetzij de beherende vennoot, hetzij de afgevaardigde- bestuurder, hetzij de beheerder is); <BWG 2005-02-17/38, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- aan de producent die een geldige deelnameverklaring heeft ingediend en voor de runderen geslacht in België wordt de slachtpremie automatisch toegekend op basis van de gegevens geregistreerd in de databank Sanitel;
- voor runderen die naar derde landen worden uitgevoerd of in een andere lidstaat worden geslacht, moet de producent bijkomend een premieaanvraag indienen, aan de hand van een specifiek formulier vergezeld van de slachtbewijzen en de kopieën van de vertrekluiken van de paspoorten. Het formulier is verkrijgbaar bij de provinciale bureaus van het Bestuur;
- de premieaanvraag moet binnen de 6 maanden na de slachtdatum uiterlijk tegen eind februari van het jaar volgend op het jaar van slachting, per aangetekend schrijven worden ingediend bij het provinciale bureau van het Bestuur, of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven. Wat betreft de slachtingen van het eerste trimester van 2000 worden de premieaanvragen aanvaard tot en met 30 september 2000;
- de slachtbewijzen afgeleverd door de verantwoordelijke van het slachthuis, vermelden minstens de naam en het adres van het slachthuis, desgevallend het EG- erkenningsnummer, de slachtdatum, het slachtnummer en het officieel identificatienummer van het rund;
- in geval van uitvoer van levende runderen naar derde landen moet de premieaanvraag vergezeld zijn van een exportbewijs, afgeleverd door de douanediensten van het Ministerie van Financiën, met vermelding van de exportdatum;
- de premieaanvraag, in te dienen door de producent, mag worden vervangen door een gelijkaardige aanvraag, in te dienen door de persoon die de runderen verhandelt in het intracommunautaire handelsverkeer vooraleer ze in een slachthuis van een andere lidstaat worden geslacht en dit onder dezelfde voorwaarden als hiervoor beschreven.
2. Voor de runderen :
- de in artikel 37 van de verordening (EG) nr 2342/1999 bedoelde toekenningsvoorwaarden worden geverifieerd op basis van de in Sanitel geregistreerde gegevens.
3. Voor de slachthuizen :
- de slachthuizen moeten de in artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit bedoelde deelnameverklaring indienen bij middel van een officieel formulier dat verkrijgbaar is bij het Bestuur;
- de deelnameverklaring moet volledig ingevuld en ondertekend bij aangetekend schrijven worden ingediend bij het Bestuur of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven;
- middels de deelnameverklaring verbindt de verantwoordelijke van het slachthuis er zich toe om :
- op de achterzijde van de paspoorten van de geslachte runderen minimaal de volgende gegevens aan te brengen : identificatie van het slachthuis, desgevallend het EG-erkenningsnummer, slachtdatum van het rund, de stempel en handtekening van de keurder van het (Agentschap); <BWG 2002-12-19/09, art; 3, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2002>
- alle paspoorten dienen systematisch overgemaakt te worden aan de agent die door de Diergeneeskundige inspectie werd aangeduid voor de periodieke inzameling van de paspoorten in de slachthuizen;
- een register bij te houden conform het ministerieel besluit van 11 maart 1953 hetwelk de uitvoeringsbepalingen bevat van het koninklijk besluit van 9 maart 1953 betreffende de handel in vlees en vleeswaren en de behandeling van in België geslachte runderen;
- de nodige maatregelen te nemen teneinde het hiervoor vermelde register te vervolledigen met het volledige officiële identificatienummer van het geslachte rund;
- aan de verantwoordelijke van de runderen die voor de slacht vanuit een andere EU-lidstaat ingevoerd zijn en geslacht zijn in zijn slachthuis, een slachtcertificaat ter beschikking te stellen met minimaal de volgende gegevens : identificatie van het slachthuis, desgevallend het EG-erkenningsnummer, de slachtdatum, het slachtnummer, het officieel identificatienummer van het rund;
- een kopie van deze slachtcertificaten gedurende vijf jaar chronologisch geordend te bewaren in het slachthuis.
++++++++++
Art.5. In geval van overschrijding van het plafond bedoeld bij artikel 11 van de verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999, wordt het aantal runderen dat voor de premie in aanmerking komt dienovereenkomstig proportioneel verminderd.
HOOFDSTUK IV. - Algemene bepalingen.
Art.6. Om te kunnen genieten van de in hoofdstuk II en III bedoelde premies moeten alle betrokken runderen en kalveren geïdentificeerd en geregistreerd zijn conform de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen.
Art.7. Het Bestuur is belast met de uitbetaling van de premie alsmede met de terugvordering van de ten onrechte betaalde premies.
++++++++++
COMMUNAUTES ET REGIONS
=========================
Art. 7. (VLAAMSE GEMEENSCHAP)
(De bevoegde (entiteit)) is belast met de uitbetaling van de premie alsmede met de terugvordering van de ten onrechte betaalde premies. <MB 2003-11-28/42, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002> <MB 2006-05-19/47, art. 77, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
++++++++++
Art.8. In het geval dat ten onrechte betaalde bedragen, te wijten aan het niet nakomen van de verbintenissen en/of aan een onjuiste verklaring door de producent, dienen te worden teruggevorderd, worden de verschuldigde bedragen vermeerderd met een intrest aan de wettelijke rentevoet.
++++++++++
GEMENSCHAPEN EN GEWESTEN
========================
Art. 8. (VLAAMSE GEMEENSCHAP) <MB 2003-11-28/42, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
§ 1. Indien ten onrechte betaalde bedragen moeten worden teruggevorderd omwille van het niet-nakomen van de verbintenissen en/of van een onjuiste aangifte door de producent, worden de teruggevorderde bedragen vermeerderd met een intrest, berekend aan de wettelijke rentevoet.
§ 2. Indien onterecht betaalde bedragen na de ingebrekestelling door de bevoegde (entiteit) niet tijdig worden terugbetaald, kan de bevoegde dienst overgaan tot verrekening met nog uit te betalen steunbedragen van het lopende kalenderjaar of van de volgende kalenderjaren, ongeacht de steunregeling waarvoor ze verschuldigd zijn. <MB 2006-05-19/47, art. 78, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
Art. 8. (WAALSE GEWEST) In het geval dat ten onrechte betaalde bedragen, te wijten aan het niet nakomen van de verbintenissen en/of aan een onjuiste verklaring door de producent, dienen te worden teruggevorderd, worden de verschuldigde bedragen vermeerderd met een intrest aan de wettelijke rentevoet.
(Ongeacht de steunregeling die door het Bestuur wordt beheerd, kan het Bestuur indien er een onverschuldigd bedrag is gestort of indien er een bijkomende inhouding plaatsvindt, dat bedrag compenseren met elk in dit besluit bedoeld steunbedrag dat aan de producent verschuldigd is.) <BWG 2002-12-19/09, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
++++++++++
Art.9. De controle op het nakomen van de voorschriften en de verbintenissen van de slachtpremie gebeurt door agenten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.
++++++++++
GEMENSCHAPEN EN GEWESTEN
========================
Art. 9. (WAALSE GEWEST) De controle op het nakomen van de voorschriften en de verbintenissen van de slachtpremie gebeurt door agenten van het (Directoraat-generaal Landbouw van het Ministerie van het Waalse Gewest). <BWG 2002-12-19/09, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
++++++++++
Art. 9. (VLAAMSE OVERHEID)
De controle op het nakomen van de voorschriften en de verbintenissen van de slachtpremie gebeurt door (ambtenaren van het Vlaams Ministerie van Landbouw en Visserij). <MB 2006-05-19/47, art. 79, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
++++++++++
Art.10. Op straffe van uitsluiting moet het bezwaar tegen de beslissingen van de bevoegde Diensten van het Bestuur tot uitvoering van dit besluit per aangetekend schrijven op straffe van nietigheid, ingediend worden bij de Directeur-generaal van het Bestuur binnen de maand die volgt op de mededeling van de beslissing.
++++++++++
GEMENSCHAPEN EN GEWESTEN
========================
Art. 10. (VLAAMSE GEMEENSCHAP) <MB 2003-11-28/42, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Op straffe van nietigheid moet het bezwaar tegen beslissingen tot uitvoering van het koninklijk besluit en van de uitvoeringsbesluiten ervan met een aangetekende brief worden ingediend bij de bevoegde (entiteit) binnen de maand die volgt op de mededeling van de beslissing. Het indienen van een bezwaar houdt geen opschorting in van een eventuele vraag tot terugstorting van onterecht uitbetaalde bedragen. <MB 2006-05-19/47, art. 78, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
Art. 10. (WAALSE GEWEST) <BWG 2002-12-19/09, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002> Op straffe van uitsluiting moet het beroep tegen de beslissingen die in toepassing van het koninklijk besluit van 30 november 2001 betreffende de slachtpremie in de rundvleessector en diens toepassingswijze zijn getroffen, op straffe van nietigheid bij aangetekend schrijven bij het Bestuur worden ingediend binnen de maand volgend op de mededeling van de beslissing. Het indienen van een beroep is van generlei invloed op de opschorting van een eventueel verzoek om terugbetaling van de onverschuldigd betaalde bedragen.
++++++++++
Art. 11. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.
Brussel, 3 december 2001.
Mevr. A.-M. NEYTS-UYTTEBROECK.