Details





Titel:

6 DECEMBER 2002. - Ministerieel besluit houdende organisatie van een examen matroos voor de binnenvaart. (NOTA : opgeheven voor het Vlaams Gewest bij BVR2022-05-06/11, art. 57, 2°, 003; Inwerkingtreding : 17-09-2022)(NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG2022-08-25/05, art. 57, 004; Inwerkingtreding : 17-01-2022) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-12-2002 en tekstbijwerking tot 26-09-2022)



Inhoudstafel:


Art. 1-15
BIJLAGEN.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2006014202  2007014106  2022042045 



Artikels:

Artikel 1. Er wordt een examen matroos voor de binnenvaart ingevoerd.

Art.2. Het examen matroos voor de binnenvaart bestaat uit een theoretisch en een praktisch gedeelte over de vakken bepaald in bijlage 1.

Art.3. Om tot het examen matroos voor de binnenvaart toegelaten te worden, moet de aanvrager ten minste 17 jaar oud zijn.

Art.4. De aanvraag voor deelneming aan het examen matroos voor de binnenvaart wordt bij (het Directoraat-generaal Vervoer te Land) ingediend door middel van het vereiste formulier. <MB 2007-04-04/30, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 15-03-2007>
  Zij wordt gedagtekend en ondertekend door de aanvrager en vergezeld van :
  1. een kopie van de identiteitskaart of van het paspoort;
  2. een recente pasfoto.

Art.5. De deelneming aan het theoretisch gedeelte van het examen matroos voor de binnenvaart is afhankelijk van de voorafgaande betaling van een retributie van 50 euros.

Art.6. De deelneming aan het praktisch gedeelte van het examen matroos voor de binnenvaart is afhankelijk van :
  1° het slagen in het theoretisch gedeelte;
  2° de voorafgaande betaling van de kosten die voortvloeien uit het ter beschikking stellen van de schepen door de onderwijsinstellingen waar theoretische en praktische cursussen over binnenvaart worden gegeven.

Art.7. De kandidaat die niet slaagt in het praktisch gedeelte van het examen kan opnieuw aan dit gedeelte deelnemen na afloop van een termijn van ten minste twee maanden. Ingeval de kandidaat niet slaagt tijdens deze tweede poging, moet hij een nieuwe aanvraag voor deelneming indienen en alle proeven van het examen opnieuw afleggen.

Art.8. <MB 2007-04-04/30, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 15-03-2007> De Centrale Examencommissie, opgericht bij koninklijk besluit van 27 maart 2007 houdende de organisatie van de examens en de vaststelling van de retributies voor de bekwaamheidsbewijzen in Rijn- en binnenvaart is belast met de organisatie van het in artikel 1 bedoelde examen matroos voor de binnenvaart.
  Het examen verloopt volgens de modaliteiten bepaald in hetzelfde koninklijk besluit van 27 maart 2007.

Art.9. (Opgeheven) <MB 2007-04-04/30, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 15-03-2007>

Art.10. (Opgeheven) <MB 2007-04-04/30, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 15-03-2007>

Art.11. (Opgeheven) <MB 2007-04-04/30, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 15-03-2007>

Art.12. <MB 2007-04-04/30, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 15-03-2007> De kandidaat die voor het examen geslaagd is ontvangt van de Minister of zijn gemachtigde een verklaring volgens het model bepaald in bijlage 2.
  Bij verlies of diefstal van de verklaring kan de houder op voorlegging van een attest van verlies of diefstal gedaan bij de politiediensten een duplicaat verkrijgen bij de autoriteit die het origineel heeft afgegeven mits betaling van een retributie van 12,50 euro.

Art.13. (Opgeheven) <MB 2007-04-04/30, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 15-03-2007>

Art.14. De examens matroos voor de binnenvaart worden afgenomen in het Nederlands of het Frans, volgens de taal die de aanvrager in zijn aanvraag kiest.

Art.15. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. Vakken voor het examen matroos voor de binnenvaart.
  A. Theoretisch gedeelte.
  I. Scheepstechnologie.
  1. Soorten en type schepen;
  2. Scheepsonderdelen en onderdelen van bijzondere schepen;
  3. Scheepsuitrusting en inventaris;
  4. IJken en diepgangschalen;
  5. Theorie van de manoeuvres;
  6. Stuurhuisinrichting;
  7. Laden, lossen en stuwen.
  II. Machines.
  1. Beschrijving en onderhoud van de machines (motoren en pompen);
  2. Gebruik van de onderhoudshandleiding.
  III. Reglementen.
  1. Elementaire kennis van het Algemeen Reglement der scheepvaartwegen van het Koninkrijk;
  2. Elementaire kennis van het Europees Reglement voor binnenlandse waterwegen (CEVNI). In het bijzonder : vaarregels en signalisatie.
  IV. Navigatie.
  1. Beschrijving vaarwater en kunstwerken;
  2. Elementaire kennis van de effecten van de getijden (niveauverschillen van het water);
  3. Elementaire kennis van de laterale en kardinale betonning.
  V. Veiligheid en preventie van ongevallen.
  1. Brandbestrijding;
  2. Reddingsmiddelen;
  3. Preventie en bescherming van personen.
  VI. Pollutiepreventie en respect voor het milieu.
  B. Praktisch gedeelte.
  1. Gebruik van de bijboot;
  2. Vertrouwd maken met het schip;
  3. Vaarklaar maken;
  4. Gebruik van preventie- en veiligheidsmiddelen;
  5. Beschrijving en gebruik van meertouwen;
  6. Besturing en manoeuvres;
  7. Schiemanswerk;
  8. Onderhoud van het schip;
  9. Toepassing van de vaarregels van CEVNI.

Art. N2. Bijlage 2. Model van de verklaring betreffende het slagen voor het examen matroos voor de binnenvaart.
  (Verklaring niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 21-12-2002, p. 57665-57666).
  Gewijzigd door :
  <MB 2007-04-04/30, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 15-03-2007>