5 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit van 5 september 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs en van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
Art. 1-31
BIJLAGEN.
Art. N1-N3
Artikel 1. In artikel 4 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in onderdeel 6° wordt het woord " politiemachten " vervangen door de woorden " lokale politie ";
2° onderdeel 9° wordt vervangen als volgt :
" 9° de leden van de federale politie die kandidaat zijn voor het rijbewijs voor de categorie A3, A, B, B+E, C, C+E, D of D+E of voor de subcategorie C1, C1+E, D1 of D1+E gedurende de opleiding die zij volgen in een school van de federale politie, waarvan het programma door de Minister goedgekeurd is; ";
3° onderdeel 11° wordt vervangen als volgt :
" 11° de bestuurders van landbouwtrekkers, met of zonder aanhangwagen en van als landbouwmaterieel, landbouwmotor of maaimachine ingeschreven voertuigen, die van de hoeve naar het veld rijden en omgekeerd.
Die bestuurders moeten niettemin houder en drager zijn van een getuigschrift dat zij geslaagd zijn in een bijzonder theoretisch examen over de in bijlage 4, A, c, bepaalde stof, of van een rijbewijs geldig voor minstens de categorie B. ".
Art.2. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° onder onderdeel 1°, f), derde streepje, worden de woorden " A <= 25kW of <= 16kW/kg " vervangen door de woorden " A <= 25kW en <= 16kW/kg ";
2° onderdeel 2°, c), wordt vervangen als volgt :
" c) mag geen goederen in commercieel verband vervoeren. Dit verbod geldt niet als de bestuurder houder is van een voorlopig rijbewijs geldig voor de categorie C of C+E of voor de subcategorie C1 of C1+E; de lading mag daarbij echter de helft van het nuttige laadvermogen van het voertuig of het samenstel niet overschrijden; ".
Art.3. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 2, tweede lid, worden de woorden " 25 kW of een vermogen/gewichtsverhouding " vervangen door de woorden " 25 kW en een vermogen/gewichtsverhouding ";
2° in § 5, wordt het onderdeel 1° vervangen als volgt :
" 1° wanneer niet meer voldaan is aan de in artikel 6 bepaalde afgiftevoorwaarden; ".
Art.4. In artikel 10, 1°, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in b) worden de woorden " in een rijschool " vervangen door de woorden " in één of meerdere rijscholen ";
2° in e) wordt het woord " overschreden " vervangen door het woord " bereikt ".
Art.5. Artikel 12, § 4, 1°, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" 1° wanneer niet meer voldaan is aan de in artikel 10 bepaalde afgiftevoorwaarden; ".
Art.6. In artikel 15, tweede lid, 1°, i), van hetzelfde besluit worden de woorden " 25 kW of een vermogen/gewichtsverhouding " vervangen door de woorden " 25 kW en een vermogen/gewichtsverhouding ".
Art.7. Artikel 16, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Voor het in de artikelen 14 en 15 bepaalde aantal uren mogen de in twee verschillende zetels van één rijschool of de in twee verschillende rijscholen gevolgde uren samengeteld worden. ".
Art.8. In artikel 19, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden " 25 kW of een vermogen/gewichtsverhouding " vervangen door de woorden " 25 kW en een vermogen/gewichtsverhouding ".
Art.9. Artikel 20, § 2, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.10. Artikel 21, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt :
" Het in ruil voor een Europees of een buitenlands rijbewijs afgegeven Belgische rijbewijs is geldig voor een volgens eerste en derde lid vastgestelde duur. ".
Art.11. In artikel 25, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden " alsook het in artikel 4, 11° bepaalde theoretische examen " tussen de woorden " van de wet " en de woorden " worden afgelegd " gevoegd.
Art.12. Artikel 28, 1°, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" 1° houder zijn van een Belgisch of Europees rijbewijs geldig voor de categorie of subcategorie :
B, C1, C, D1 of D om een rijbewijs geldig voor respectievelijk de categorie of de subcategorie B+E, C1+E, C+E, D1+E of D+E te verkrijgen;
C1 of D1 om een rijbewijs geldig voor respectievelijk de categorie C of D te verkrijgen; ".
Art.13. In artikel 31, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden " en in artikel 4, 11° " tussen de woorden " van de wet " en de woorden " heeft betrekking " gevoegd.
Art.14. In artikel 32 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 1, tweede lid, wordt aangevuld als volgt :
" - 16 jaar voor het in artikel 4, 11° bepaalde examen. ";
2° § 6, tweede lid, wordt aangevuld met een onderdeel 3°, als volgt :
" 3° de kandidaten voor het in artikel 4, 11° bepaalde examen. ";
3° § 7 wordt aangevuld als volgt :
" De examinator of de aangestelde van de instelling levert aan de kandidaat die in het in artikel 4, 11°, bepaalde theoretische examen slaagde, een getuigschrift af, waarvan het model in bijlage 12 bepaald wordt. ".
Art.15. In artikel 38, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden " A <= 25kW of <= 16kW/kg " vervangen door de woorden " A <= 25kW en <= 16kW/kg ".
Art.16. In artikel 44, § 4, 5°, van hetzelfde besluit worden de woorden " medische dienst van de rijkswacht " vervangen door de woorden " medische dienst van de federale politie ".
Art.17. In artikel 47 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 1 wordt vervangen als volgt :
" § 1. Er wordt een beroepscommissie opgericht die uitspraak moet doen over de beroepen in verband met mislukking voor het praktische examen.
De beroepscommissie bestaat uit een kamer voor de examens die in de Franse taal en in de Duitse taal zijn afgelegd en een kamer voor de examens die in de Nederlandse taal zijn afgelegd.
Elke kamer bestaat uit drie commissarissen, die politierechters of vrederechters zijn die gedurende ten minste vijf jaar een politierechtbank hebben voorgezeten. Ze worden door de Minister voor een termijn van twee jaar aangesteld. Dit mandaat kan hernieuwd worden.
De commissarissen die de Franstalige kamer samenstellen, moeten door hun diploma aantonen dat ze hun examens van doctor of licentiaat in de rechten in het Frans hebben afgelegd, en minstens één commissaris moet bovendien kennis van het Duits aantonen, overeenkomstig artikel 43quinquies van de wet van 15 juni 1935 betreffende het gebruik der talen in gerechtszaken. De commissarissen die de Nederlandstalige kamer samenstellen, moeten door hun diploma aantonen dat ze hun examens van doctor of licentiaat in de rechten in het Nederlands aflegden.
De Minister duidt voor elke kamer een voorzitter en een vice-voorzitter onder de commissarissen aan.
De kamers stellen in onderling akkoord het huishoudelijke reglement vast, dat door de Minister of zijn gemachtigde wordt goedgekeurd. ".
2° § 3, eerste lid, wordt vervangen als volgt :
" Elke kamer zetelt op geldige wijze wanneer twee van haar leden aanwezig zijn. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter of, bij zijn afwezigheid, deze van de vice-voorzitter beslissend. ".
Art.18. In artikel 50 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° §1, tweede lid wordt vervangen als volgt :
" De aanvrager moet ofwel beantwoorden aan de in artikel 3, § 1, bepaalde voorwaarden ofwel ingeschreven zijn in een Belgische diplomatieke of consulaire post in een Staat die geen lid van de Europese Economische Ruimte is, en houder zijn van de, in het koninklijk besluit van 19 december 1967 betreffende de aan in het buitenland verblijvende Belgen afgegeven identiteitskaarten bepaalde, identiteitskaart. ";
2° in § 2, tweede lid, 1°, worden de woorden " Belgische politie- of rijkswachtdiensten " vervangen door de woorden " lokale politie of federale politie ".
Art.19. Artikel 54, 1°, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" 1° beantwoorden aan de in artikel 3, § 1, bepaalde voorwaarden, behalve als hij ofwel personeelslid van de NAVO of de SHAPE is ofwel ingeschreven is in een Belgische diplomatieke of consulaire post in een Staat die geen lid van de Europese Economische Ruimte is, en houder is van de, in het koninklijk besluit van 19 december 1967 betreffende de aan in het buitenland verblijvende Belgen afgegeven identiteitskaarten bepaalde, identiteitskaart; ".
Art.20. In artikel 78, tweede lid, 2°, van hetzelfde besluit worden de woorden " 25 kW of een vermogen/gewichtsverhouding " vervangen door de woorden " 25 kW en een vermogen/gewichtsverhouding ".
Art.21. In hetzelfde besluit wordt een artikel 90bis ingevoegd, als volgt :
" Art. 90ter. - In afwijking op het bepaalde in de bijlage 6, III, 2.5, dienen de houders van een rijbewijs, dat werd afgegeven vóór 1 oktober 1998 en dat geldig is gemaakt voor de categorieën van groep 2, bepaald in bijlage 6, I, 1.3° een gezichtsscherpte te hebben van minstens 8/10, met beide ogen open, eventueel met de optische correctie die de houder moet dragen; de gezichtsscherpte gemeten met elk oog afzonderlijk en zonder optische correctie moet minstens 1/20 bedragen. ".
Art.22. In hetzelfde besluit wordt een artikel 90ter ingevoegd, als volgt :
" Art. 90ter. - Artikel 4, 11°, tweede lid is niet van toepassing op de vóór 1 september 1986 geboren bestuurders van landbouwtrekkers, met of zonder aanhangwagen en van als landbouwmaterieel, landbouwmotor of maaimachine ingeschreven voertuigen, die van de hoeve naar het veld rijden en omgekeerd. ".
Art.23. In hetzelfde besluit wordt een artikel 90quater ingevoegd, als volgt :
" Art. 90quater. - Het rijbewijs, geldig verklaard voor de categorie B en afgegeven vóór 1 september 2001, laat het besturen van voertuigen van de categorie A met een maximale cilinderinhoud van 125 cm3 en met een maximaal vermogen van 11 kW toe. ".
Art.24. De bijlage 4, A, bij hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt :
" c. Stof voor het getuigschrift om een landbouwtractor te besturen :
1. Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met de op de dag van het examen geldende wijzigingen;
2. Koninklijk besluit van 7 april 1976 tot aanwijzing van de zware overtredingen van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, met de op de dag van het examen geldende wijzigingen. "
Art.25. In bijlage 5 bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in I, a) worden de woorden " 11. gebruik van de tachograaf " geschrapt;
2° in I, a) worden de woorden " categorieën C, C+E, D en D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1 en D1+E = 6, 7, 8, 10, 11 " vervangen door de woorden " categorieën C, C+E, D en D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1 en D1+E = 6, 7, 8, 10 ";
3° II wordt als volgt aangevuld : " gebruik van de tachograaf B enkel voor de categorieën C, C+E, D en D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1 en D1+E. ".
Art.26. In bijlage 6 bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° I wordt aangevuld, als volgt :
" 4. Bij de vaststelling van een behandeling of het voorschrijven van geneesmiddelen gaat de geneesheer na wat de invloed van de behandeling, van elk geneesmiddel afzonderlijk of van de combinatie met andere geneesmiddelen of alcohol op het rijgedrag is. De geneesheer licht zijn patiënt in over de mogelijke gevolgen voor zijn rijgedrag en wijst hem op zijn eventuele verplichtingen betreffende het gebruik van zijn rijbewijs. ";
2° II, 1.1.3. wordt vervangen als volgt :
" 1.1.3. De kandidaat wiens functionele, zintuiglijke, cognitieve of locomotorische vaardigheden zijn aangetast door een heelkundige ingreep wegens een intracraniële aandoening, of die een cerebro-vasculaire aandoening heeft gehad, kan ten vroegste zes maanden na het verschijnen van die functiestoornis rijgeschikt worden verklaard. De kandidaat met een tijdelijke doorbloedingsstoornis zonder functionele stoornissen kan door een neuroloog rijgeschikt verklaard worden. Deze bepaalt eveneens de geldigheidsduur. ";
3° II, 3.1.9. wordt aangevuld als volgt : " Enkel rijden overdag kan toegestaan worden. ";
4° in II, 3.2.3. worden de woorden " en onder regelmatig geneeskundig toezicht staat " tussen de woorden " neurologisch onderzoek heeft ondergaan " en de woorden " en zijn EEG " gevoegd;
5° in II, 6.1.3. worden de woorden " of verworven " tussen de woorden " een aangeboren " en de woorden " gebrek van het hart " gevoegd;
6° in II, 6.3.1.3 worden de woorden " twee jaar " vervangen door de woorden " drie jaar ";
7° II, 6.3.1.4 wordt vervangen als volgt :
" De kandidaat met een ingeplante automatische defibrillator is niet rijgeschikt.
De kandidaat kan evenwel na een periode van minstens zes maanden, te rekenen vanaf de inplanting, rijgeschikt worden bevonden op basis van een recent verslag, afgegeven door de cardioloog van het geneeskundige centrum dat de ingreep heeft uitgevoerd. Tijdens deze periode van zes maanden mag er geen stroomstoot geweest zijn die het hartritme kan aantasten.
Als alleen de defibrillator vervangen wordt, kan de kandidaat onmiddellijk rijgeschikt worden verklaard op basis van een door de behandelende cardioloog afgegeven recent verslag.
Om rijgeschikt te zijn mogen er zich geen stroomstoten hebben voorgedaan en dient de kandidaat het behandelingsplan van de cardioloog te volgen. De geldigheidsduur van de rijgeschiktheid kan maximaal twee jaar bedragen. ";
8° in II, 7.3.2. worden in de Franse tekst de woorden " que son diabète se soit stabilisé " vervangen door de woorden " qu'il ait un diabète stabilisé ";
9° III, 1.1. wordt vervangen als volgt :
" De kandidaat van groep 1 zowel als de kandidaat voor de groep 2, behalve als de in artikel 44, § 4, bepaalde geneesheer voor deze laatste de vereiste onderzoeken kan uitvoeren, wenden zich tot de oogarts van hun keuze, die, op gezichtsvlak, de rijgeschiktheid en de geldigheidsduur ervan moet bepalen. ";
10° de in VII, VIII en XI bepaalde attesten worden door de in bijlage 1 bij dit besluit bepaalde attesten vervangen.
Art.27. Bijlage 7 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 2 bij dit besluit.
Art.28. Een met bijlage 3 bij dit besluit overeenstemmende bijlage 12 wordt in hetzelfde besluit gevoegd.
Art.29. Artikel 8.2, 3°, a) van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 25 maart 1987, 18 september 1991 en 23 maart 1998 wordt vervangen als volgt :
" a) 16 jaar voor de bestuurders van bromfietsen, voor zover het voertuig geen andere persoon dan de bestuurder vervoert, alsook voor de bestuurders van landbouwtrekkers, met of zonder aanhangwagen, en van als landbouwmaterieel, landbouwmotor of maaimachine ingeschreven voertuigen, waarvan de maximaal toegelaten massa niet meer dan 15 ton bedraagt, die van de hoeve naar het veld rijden en omgekeerd; ".
Art.30. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2002 met uitzondering van artikel 12 dat in werking treedt op 1 september' 2003 en van artikel 17 dat in werking treedt op 1 februari 2003.
Art.31. Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer, Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Landsverdediging en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 september 2002.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Buitenlandse Zaken,
L. MICHEL
De Minister van Mobiliteit en Vervoer,
Mevr. I. DURANT
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
J. TAVERNIER
De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. DUQUESNE
De Minister van Landsverdediging,
A FLAHAUT
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. Rijgeschiktheidsattest voor de kandida(a)t(e) voor het rijbewijs van groep 1.
(Formulieren niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 25-09-2002, p. 43330-43332).
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 september 2002.tot wijziging van het koninklijk besluit betreffende het rijbewijs.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Buitenlandse Zaken,
L. MICHEL
De Minister van Mobiliteit en Vervoer,
Mevr. I. DURANT
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
J. TAVERNIER
De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. DUQUESNE
De Minister van Landsverdediging,
A. FLAHAUT
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN
Art. N2. Bijlage 7 bij het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs.
I. Geharmoniseerde codes van de Gemeenschap
BESTUURDER (medische redenen)
01. Correctie en/of bescherming van het gezichtsvermogen
01.01 Bril
01.02 Contactlenzen
01.03 Beschermend glas
01.04 Ondoorschijnend glas
01.05 Ooglap
01.06 Bril of contactlenzen
02. Gehoorprothese/hulp communicatie
02.01 Gehoorprothese één oor
02.02 Gehoorprothese beide oren
03. Prothese/orthese van de ledematen
03.01 Prothese/orthese arm(en)
03.02 Prothese/orthese be(e)n(en)
05. Beperkte rijbevoegdheid (vermelding van subcode is verplicht, autorijden onderhevig aan beperkingen om medische redenen)
5.01 Alleen rijden bij daglicht (bijvoorbeeld vanaf één uur na zonsopgang tot één uur voor zonsondergang)
05.02 Alleen rijden binnen een straal van... km vanaf de woonplaats van de rijbewijshouder of alleen binnen de stad/streek...
05.03 Alleen rijden zonder passagiers
05.04 Rijden met maximale snelheid van... km per uur
05.05 Rijden alleen toegestaan in gezelschap van andere rijbewijshouder
05.06 Rijden zonder aanhangwagen
05.07 Rijden op snelweg niet toegestaan
05.08 Alcohol niet toegestaan
AANPASSINGEN VOERTUIG
10. Aangepaste versnellingsbak
10.01 Handschakeling
10.02 Automatische schakeling
10.03 Elektronisch bediende schakeling
10.04 Aangepaste hendel
10.05 Geen hulpversnellingsbak
15. Aangepaste koppeling
15.01 Aangepast koppelingspedaal
15.02 Handkoppeling
15.03 Automatische koppeling
15.04 Afscherming vóór/opklapbaar/uitneembaar koppelingspedaal
20. Aangepaste remsystemen
20.01 Aangepast rempedaal
20.02 Groter rempedaal
20.03 Rempedaal geschikt voor bediening met linkervoet
20.04 Rempedaal met slof
20.05 Kantelbaar rempedaal
20.06 (Aangepaste) handbedrijfsrem
20.07 Maximale bedieningskracht bedrijfsrem Y N
20.08 Maximale bedieningskracht voor hulprem geïntegreerd in bedrijfsrem Y N
20.09 Aangepaste parkeerrem
20.10 Elektrisch bediende parkeerrem
20.11 (Aangepaste) voetbediende parkeerrem
20.12 Afscherming vóór/opklapbaar/uitneembaar rempedaal
20.13 Knierem
20.14 Elektrisch bediende bedrijfsrem
25. Aangepaste acceleratiesystemen
25.01 Aangepast gaspedaal
25.02 Gaspedaal met slof
25.03 Kantelbaar gaspedaal
25.04 Handmatig gas geven
25.05 Gas geven met knie
25.06 Servo-acceleratiesysteem (elektronisch, pneumatisch, enz.)
25.07 Gaspedaal links van rempedaal
25.08 Gaspedaal aan linkerkant
25.09 Afscherming vóór/opklapbaar/uitneembaar gaspedaal
30. Aangepaste rem- en acceleratiesystemen, gecombineerd
30.01 Parallelpedalen
30.02 Pedalen op (nagenoeg) gelijke hoogte
30.03 Gas geven en remmen door middel van schuifsysteem
30.04 Gas geven en remmen door middel van schuifsysteem met orthese
30.05 Opklapbare/uitneembare gas- en rempedalen
30.06 Vloerverhoging
30.07 Afscherming aan de Y kant van het rempedaal
30.08 Afscherming voor prothese aan de Y kant van het rempedaal
30.09 Afscherming vóór gas- en rempedalen
30.10 Hiel- of beenondersteuning
30.11 Gas geven en remmen via elektrische bediening
35. Aangepaste bedieningsorganen (verlichting, ruitenwisser, ruitensproeier, claxon, richtingaanwijzers, enz.)
35.01 Bedieningsorganen bedienbaar zonder dat het rijgedrag nadelig wordt beïnvloed
35.02 Bedieningsorganen bedienbaar zonder het stuur en toebehoren los te laten (knop, gaffel, enz.)
35.03 Bedieningsorganen bedienbaar zonder het stuur en toebehoren (knop, gaffel, enz.) met de linkerhand los te laten
35.04 Bedieningsorganen bedienbaar zonder het stuur en toebehoren (knop, gaffel, enz.) met de rechterhand los te laten
35.05 Bedieningsorganen bedienbaar zonder het stuur en toebehoren (knop, gaffel, enz.) en de gecombineerde gas- en remmechanismen los te laten
40. Aangepaste stuurinrichting
40.01 Standaard stuurbekrachtiging
40.02 Extra stuurbekrachtiging
40.03 Stuurinrichting met back-upsysteem
40.04 Verlengde stuurkolom
40.05 Aangepast stuurwiel (groter en/of dikker stuurwiel, kleinere diameter stuurwiel, enz.)
40.06 Kantelbaar stuurwiel
40.07 Verticaal stuurwiel
40.08 Horizontaal stuurwiel
40.09 Voetbediend stuur
40.10 Eventuele andere aangepaste stuurinrichting (joystick, enz.)
40.11 Stuurknop
40.12 Handspalk op stuurwiel
40.13 Polsspalk op stuurwiel
42. Aangepaste achteruitkijkspiegel(s)
42.01 Linker- of rechterbuitenspiegel
42.02 Buitenspiegel op voorspatbord
42.03 Extra binnenspiegel voor goed zicht op het verkeer Y
42.04 Panoramische binnenspiegel
42.05 Dodehoekspiegel
42.06 Elektrisch bediende buitenspiegel(s)
43. Aangepaste bestuurdersstoel
43.01 Bestuurdersstoel op een goede kijkhoogte en op normale afstand van het stuurwiel en de pedalen
43.02 Bestuurdersstoel aangepast aan lichaamsvorm
43.03 Bestuurdersstoel met zijsteun voor goede zitstabiliteit
43.04 Bestuurdersstoel met armleuningen
43.05 Verlengde stoelslede van bestuurdersstoel
43.06 Aangepaste veiligheidsgordel
43.07 Veiligheidsgordel harnastype
44. Aanpassingen van het motorrijwiel (vermelding subcode verplicht)
44.01 Eén remelement voor alle remhandelingen
44.02 (Aangepaste) handbediende rem (voorwiel)
44.03 (Aangepaste) voetbediende rem (achterwiel)
44.04 (Aangepaste) gashendel
44.05 (Aangepaste) handschakeling en handkoppeling
44.06 (Aangepaste) achteruitkijkspiegel(s)
44.07 (Aangepaste) bedieningsorganen (richtingaanwijzers, remlichten, enz.)
44.08 Zithoogte waarbij de bestuurder in zittende positie beide voeten tegelijk op de grond kan plaatsen
45. Motorrijwiel uitsluitend met zijspan
50. Alleen het voertuig met chassisnummer (voertuigidentificatienummer, VIN)
51. Alleen het voertuig met kenteken (voertuigregistratienummer, VRN)
ADMINISTRATIEVE VERMELDINGEN
70. Ingewisseld voor rijbewijs nr.... afgegeven door... (voor een derde land : EU/VN-symbool, bijvoorbeeld 70.0123456789.NL)
71. Duplicaat van rijbewijs nr.... (voor een derde land : EU/VN-symbool, bijvoorbeeld 71.987654321.HR)
72. Alleen voertuigen van categorie A met een maximale cilinderinhoud van 125 cc en een maximumvermogen van 11 kW (A1)
73. Alleen drie- of vierwielige motorvoertuigen van categorie B (B1)
74. Alleen voertuigen van categorie C met een maximaal toegestane massa van 7 500 kg (C1)
75. Alleen voertuigen van categorie D met ten hoogste 16 zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend (D1)
76. Alleen voertuigen van categorie C met een maximaal toegestane massa van 7 500 kg (C1), met een aanhangwagen waarvan de maximaal toegestane massa meer dan 750 kg bedraagt, mits de maximaal toegestane massa van het aldus gevormde samenstel ten hoogste 12 000 kg bedraagt en de maximaal toegestane massa van de aanhangwagen de ledige massa van het trekkende voertuig niet overschrijdt (C1+E)
77. Alleen voertuigen van categorie D met ten hoogste 16 zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend (D1), met een aanhangwagen waarvan de maximaal toegestane massa meer dan 750 kg bedraagt, mits a) de maximaal toegestane massa van het aldus gevormde samenstel ten hoogste 12 000 kg bedraagt en de maximaal toegestane massa van de aanhangwagen de ledige massa van het trekkende voertuig niet overschrijdt en b) de aanhangwagen niet wordt gebruikt om personen te vervoeren (D1+E)
78. Alleen voertuigen met automatische schakeling (Richtlijn 91/439/EEG, bijlage II, 8.1.1, tweede alinea)
79. (...) Alleen voertuigen conform de specificaties tussen haken, in het kader van de toepassing van artikel 10, lid 1, van de richtlijn :
90. BIJKOMSTIGE CODES
90.01 : links van
90.02 : rechts van
90.03 : links
90.04 : rechts
90.05 : hand
90.06 : voet
90.07 : bedienbaar
II. Nationale codes
MEDISCHE REDENEN
110 met stimulator in werking
111 met uitgeschakelde stimulator
112 met alcolock
113 met uitsluiting van besturen van prioritaire voertuigen
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 september 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit betreffende het rijbewijs.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Buitenlandse Zaken,
L. MICHEL
De Minister van Mobiliteit en Vervoer,
Mevr. I. DURANT
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
J. TAVERNIER
De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. DUQUESNE
De Minister van Landsverdediging,
A. FLAHAUT
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN
Art. N3. Bijlage 12 bij het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs. Rijgetuigschrift voor landbouwtractor.
(Model niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 25-09-2002, p. 43342).
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 september 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit betreffende het rijbewijs.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Buitenlandse Zaken,
L. MICHEL
De Minister van Mobiliteit en Vervoer,
Mevr. I. DURANT
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
J. TAVERNIER
De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. DUQUESNE
De Minister van Landsverdediging,
A. FLAHAUT
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN.