25 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 december 1976 betreffende de voorwaarden voor de goedkeuring en de montage waaraan achteruitkijkspiegels voor auto's moeten voldoen.
Art. 1-19
Artikel 1. In het opschrift van het koninklijk besluit van 3 december 1976 betreffende de voorwaarden voor de goedkeuring en de montage waaraan de achteruitkijkspiegels voor auto's moeten voldoen, wordt het woord " achteruitkijkspiegels " vervangen door de woorden " inrichtingen voor indirect zicht ".
Art.2. In de artikelen 5, 7, 8, 13, 15, 16 en 19 van hetzelfde besluit worden de woorden " de Minister van Verkeerswezen " vervangen door de woorden " de Minister bevoegd voor het wegverkeer ".
Art.3. Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Artikel 1. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing voor de te volgen procedures voor de goedkeuring van de achteruitkijkspiegels en inrichtingen voor indirect zicht alsook voor de goedkeuring van voertuigen, wat betreft de montage van achteruitkijkspiegels en inrichtingen voor indirect zicht, zoals bepaald in artikel 43, §§ 3 en 4 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, zoals laatst gewijzigd door het koninklijk besluit van 25 september 2002. ".
Art.4. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid :
" Ieder inrichting voor indirect zicht zoals bedoeld in artikel 43, § 4, eerste lid van het bovengenoemd besluit wordt goedgekeurd overeenkomstig de bijlage 16 bij dat besluit. ".
Art.5. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° Het eerste lid wordt vervangen als volgt :
" De aanvraag om typegoedkeuring van een achteruitkijkspiegel of van een inrichting voor indirect zicht wordt door de fabrikant of zijn gemachtigde ingediend bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Directie Voertuigen, Wetstraat 155, 1040 Brussel. ";
2° In het tweede lid worden de woorden " Zij moet vergezeld zijn " vervangen door de woorden " De aanvraag om typegoedkeuring van een achteruitkijkspiegel is vergezeld ";
3° Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgend lid :
" De aanvraag om typegoedkeuring van een inrichting voor indirect zicht is vergezeld van de gegevens, de inlichtingen en het materieel zoals bepaald in hoofdstuk 1, punt 2, van bijlage 16 bij bovengenoemd besluit. ".
Art.6. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 4. § 1 De controle van de achteruitkijkspiegels en van de inrichtingen voor indirect zicht wordt uitgevoerd door de volgens § 2 aangewezen instellingen, tijdens goedkeuringsproeven die plaatsvinden in de omstandigheden en volgens de methoden bepaald in respectievelijk de bijlage II van bovengenoemde richtlijn van de Raad van 1 maart 1971 en in hoofdstuk II van bijlage 16 bij bovengenoemd besluit.
De keuringskosten vallen ten laste van de aanvrager.
§ 2 De instellingen belast met de keuringen zijn gevestigd binnen het grondgebied van de Europese Unie en voldoen aan de geharmoniseerde normen inzake werking van beproevingslaboratoria (EN 45001). Zij worden aangewezen door de Minister bevoegd voor het wegverkeer of zijn gemachtigde. ".
Art.7. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgend lid :
" De goedkeuring van de inrichting voor indirect zicht wordt door de Minister bevoegd voor het wegverkeer of zijn gemachtigde verleend wanneer het ter goedkeuring voorgebrachte type van inrichting voor indirect zicht voldoet aan de eisen gesteld in bijlage 16 van het bovengenoemd besluit. ".
Art.8. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgend lid :
" Op elke inrichting voor indirect zicht die gelijkvormig is met het goedgekeurd type, worden de opschriften voorzien in bijlage 16 bij het bovengenoemd besluit aangebracht volgens de in die bijlage bepaalde voorwaarden. ".
Art.9. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° De woorden " van achteruitkijkspiegels " worden ingevoegd tussen de woorden " controle " en " geschiedt ";
2° Artikel 7 wordt aangevuld met het volgende lid :
" De bij artikel 4 voorgeschreven controle van de inrichting voor indirect zicht geschiedt niet wanneer die inrichting een goedkeuring in een andere EU-lidstaat bekomen heeft op grond van technische eisen gelijkwaardig aan deze opgenomen in bijlage 16 van het bovengenoemde besluit en waarvan de gelijkwaardigheid vastgesteld is door het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Directie Voertuigen, Wetstraat 155, 1040 Brussel. ".
Art.10. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgend lid :
" De goedkeuring verleend voor een type van inrichting voor indirect zicht kan door de Minister bevoegd voor het wegverkeer of zijn gemachtigde ingetrokken worden indien een gebrek aan overeenstemming met het goedgekeurde type wordt vastgesteld. ".
Art.11. In artikel 9 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° De woorden " met betrekking tot de installatie van de achteruitkijkspiegels, " worden ingevoegd tussen het woord " typegoedkeuring " en het woord " indien ";
2° Artikel 9 wordt aangevuld met het volgende lid :
" Geen enkel voertuig mag in aanmerking komen voor een typegoedkeuring met betrekking tot de montage van de inrichting voor indirect zicht indien de inrichting voor indirect zicht, de montage ervan of beide niet beantwoorden aan de bepalingen van bijlage 16 van het bovengenoemde besluit. ".
Art.12. In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° Het eerste lid wordt vervangen door volgende bepaling :
" De aanvraag om typekeuring van een voertuig met betrekking tot de montage van achteruitkijkspiegels of van de inrichtingen voor indirect zicht wordt door de constructeur van het voertuig of zijn gemachtigde ingediend bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, Directoraat-generaal van Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Directie Voertuigen, Wetstraat 155, 1040 Brussel. ";
2° In het tweede lid worden de woorden " moet vergezeld zijn " vervangen door de woorden " is vergezeld ";
3° Het tweede lid wordt als volgt aangevuld :
" of de gegevens en het representatief voertuig zoals vermeld in hoofdstuk 1, punt 4, van bijlage 16 van het bovengenoemde besluit wanneer het voertuigen, voorzien van een inrichting voor indirect zicht, betreft. ".
Art.13. Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 11. De controle van het voertuig wat betreft de montage van de achteruitkijkspiegels en van de inrichtingen voor indirect zicht wordt uitgevoerd door de volgens artikel 4, § 2 aangewezen instellingen tijdens goedkeuringsproeven die plaatsvinden in de omstandigheden en volgens de methoden bepaald in respectievelijk de bovengenoemde richtlijn van de Raad van 1 maart 1971 en in hoofdstuk III van bijlage 16 bij bovengenoemd besluit.
De keuringskosten vallen ten laste van de aanvrager. ".
Art.14. Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 12. Wanneer het type van voertuig, wat betreft de plaatsing van de achteruitkijkspiegel, voldoet aan punt 3 van de bijlage I van de richtlijn 71/127/EEG van de Raad van 1 maart 1971 wordt de goedkeuring verleend door de Minister bevoegd voor het wegverkeer of zijn gemachtigde.
Wanneer het type van voertuig, wat betreft de plaatsing van de inrichting voor indirect zicht, voldoet aan de technische eisen vermeld in bijlage 16 van het bovengenoemd besluit wordt de goedkeuring verleend door de Minister bevoegd voor het wegverkeer of zijn gemachtigde. ".
Art.15. In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° De woorden " van de montage van de achteruitkijkspiegels " worden ingevoegd tussen de woorden " controle " en " geschiedt ";
2° Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt :
" De bij artikel 11 voorgeschreven controle van de montage van de inrichting voor indirect zicht voor de voertuigen bedoeld in artikel 43, § 4, eerste en tweede lid van bovengenoemd besluit, geschiedt niet indien het voertuig een goedkeuring in een andere EU-lidstaat bekomen heeft op grond van technische eisen gelijkwaardig aan deze opgenomen in bijlage 16 aan het bovengenoemd besluit en waarvan de gelijkwaardigheid vastgesteld is door het Directoraat-generaal van Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Directie Voertuigen, Wetstraat 155, 1040 Brussel. ".
Art.16. Artikel 14, eerste lid van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Elke wijziging aan een type van een voertuig die invloed kan hebben op de montage van de achteruitkijkspiegel of inrichting voor indirect zicht of elke wijziging aan het type achteruitkijkspiegel of inrichting voor indirect zicht wordt ter kennis gebracht het Directoraat-generaal van Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Directie Voertuigen, Wetstraat 155, 1040 Brussel. ".
Art.17. In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° De woorden " of inrichting voor indirect zicht " worden ingevoegd tussen het woord " achteruitkijkspiegel " en het woord " of ";
2° De woorden " Bestuur van het Vervoer " worden vervangen door de woorden " Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Directie Voertuigen ".
Art.18. In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° De woorden " of inrichtingen voor indirect zicht " worden ingevoegd tussen het woord " achteruitkijkspiegels " en het woord " die ";
2° De woorden " of overeenkomstig artikel 6, lid 2 " worden ingevoegd tussen het jaartal " 1971 " en het woord " is ".
Art. 19. Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 september 2002.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Mobiliteit en Vervoer,
Mevr. I. DURANT.