20 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot bepaling van het bedrag van de opbrengst van de forfaitaire vermindering, bedoeld in artikel 71, 1° van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, en tot bepaling van de modaliteiten van de besteding van deze opbrengst aan het Fonds voor de ziekenhuizen en de psychiatrische verzorgingstehuizen van de publieke sector aangesloten bij de R.S.Z.
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot bepaling van het bedrag van de opbrengst van de forfaitaire vermindering, bedoeld in artikel 71, 1° van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, en tot bepaling van de modaliteiten van de besteding van deze opbrengst aan het Fonds voor de ziekenhuizen en de psychiatrische verzorgingstehuizen van de publieke sector aangesloten bij de R.S.Z., wordt vervangen als volgt :
" Artikel 1. Bij toepassing van artikel 2, vijfde lid van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, wordt de opbrengst van de forfaitaire verminderingen waarop de werkgevers bedoeld in artikel 71, 1° van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, aanspraak kunnen maken, vastgesteld vanaf 1 januari 1999 op basis van de statistieken opgesteld door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ".
Art.2. Artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 maart 2000, 8 juni 2000, 8 maart 2001 et 10 augustus 2001 wordt vervangen als volgt :
" Art. 2. Voor het eerste semester van het jaar 2002, stort de Rijksdienst voor sociale zekerheid aan het Fonds voor de ziekenhuizen en de psychiatrische verzorgingstehuizen van de publieke sector aangesloten bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid het volgende bedrag : 4.574.990,72 EUR "
Art.3. Artikel 4 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het koninklijk besluit van 8 maart 2001, wordt hersteld in volgende lezing : " In afwijking van artikel 2 en voor de periode die aanvangt op 1 januari 2001 en eindigt op 30 juni 2001, stort de Rijksdienst voor sociale zekerheid de maandelijkse definitieve bedragen aan de volgende instellingen :
- Academisch Ziekenhuis te Gent : 353.957,30 EUR;
- C.H.U. Sart-Tilman te Luik : 252.688,60 EUR;
- Hôpital psyhiatrique Le Chêne aux Haies te Bergen : 32.757,75 EUR;
- Openbaar psychiatrisch centrum te Rekem : 36.236,42 EUR;
- Hôpital psychiatrique Les Marronniers te Doornik : 51.793,92 EUR;
- Openbaar psychiatrisch ziekenhuis te Geel : 35.560 EUR.
In afwijking van artikel 2 en voor de periode die aanvangt op 1 juli 2001 en eindigt op 31 december 2001, stort de Rijksdienst voor sociale zekerheid de maandelijkse voorschotten aan de volgende instellingen :
- Academisch Ziekenhuis te Gent : 354.033,90 EUR;
- C.H.U. Sart-Tilman te Luik : 252.743,30 EUR;
- Hôpital psyhiatrique Le Chêne aux Haies te Bergen : 32.764,83 EUR;
- Openbaar psychiatrisch centrum te Rekem : 36.244,25 EUR;
- Hôpital psychiatrique Les Marronniers te Doornik : 51.805,12 EUR;
- Openbaar psychiatrisch ziekenhuis te Geel : 35.567,70 EUR.
In afwijking van artikel 2 en voor de periode die aanvangt op 1 januari 2002 en eindigt op 30 juni 2002, stort de Rijksdienst voor sociale zekerheid de maandelijkse voorschotten aan de volgende instellingen :
- Academisch Ziekenhuis te Gent : 353.682,60 EUR;
- C.H.U. Sart-Tilman te Luik : 252.492,50 EUR;
- Hôpital psyhiatrique Le Chêne aux Haies te Bergen : 32.732,33 EUR;
- Openbaar psychiatrisch centrum te Rekem : 36.208,30 EUR;
- Hôpital psychiatrique Les Marronniers te Doornik : 51.753,73 EUR;
- Openbaar psychiatrisch ziekenhuis te Geel : 35.532,41 EUR. "
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2001.
Art. 5. Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 september 2002.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Volksgezondheid,
J. TAVERNIER
De Minister van Sociale Zaken,
F. VANDENBROUCKE.