2 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit waarbij aan de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel (PC 201) de toelating wordt verleend om sommige leerlingen-stagiairs op zondag tewerk te stellen.
Art. 1-5
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel ressorteren en op de leerlingen-stagiairs die door hen in het kader van de bij artikel 2 bedoelde stage worden tewerkgesteld.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder " leerlingen-stagiairs " : de leerlingen die 15 jaar of ouder zijn, die niet meer onderworpen zijn aan de voltijdse leerplicht en die ingeschreven zijn in het Nederlandstalig voltijds secundair onderwijs, welke tijdelijk in een onderneming worden tewerkgesteld in het kader van een stage die voorzien wordt in het leerprogramma van de studierichting die zij volgen.
Art.3. De bij artikel 1 bedoelde werkgevers mogen de leerlingen-stagairs in het kader van de bij artikel 2 bedoelde stage gedurende drie zondagen per schooljaar tewerkstellen, onder de bij de artikelen 32, § 3, en 33, § 2, van de arbeidswet van 16 maart 1971 bepaalde voorwaarden, voorzover het leerlingen betreft van het derde leerjaar van de derde graad (specialisatie) van het technisch secundair onderwijs, studierichting verkoop en distributie of van het derde leerjaar van de derde graad (specialisatie) van het beroepssecundair onderwijs, studierichting verkoop en vertegenwoordiging.
De bij het vorig lid bedoelde zondagen moeten worden gekozen onder die zondagen waarop de tewerkstelling van werknemers voor de bij artikel 1 bedoelde werkgevers mogelijk is overeenkomstig het koninklijk besluit van 7 november 1966 betreffende de tewerkstelling op zondag in kleinhandelszaken en kapperssalons gevestigd in badplaatsen, luchtkuuroorden en toeristische centra of het koninklijk besluit van 3 december 1987 betreffende het tewerkstellen van werknemers op zondag in de distributiesector.
De werkgever die gebruik wenst te maken van de bij het eerste lid bepaalde afwijking van het verbod om werknemers 's zondags tewerk te stellen, brengt vooraf de inspecteur-districtshoofd van de Inspectie van de sociale wetten, bevoegd voor de plaats waar de onderneming gelegen is, en, in voorkomend geval, de vakbondsafvaardiging op de hoogte overeenkomstig de voorschriften bepaald bij de voornoemde koninklijke besluiten van 7 november 1966 en 3 december 1987.
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2002.
Art. 5. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Punat, 2 augustus 2002.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX.