17 APRIL 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling, voor de ondernemingen die zich bezighouden met de bewerking en afwerking evenals het mechanisch onderhoud van machines voor waterzuivering en ultra-filtratie, gelegen in de streek van het Centrum en die ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw (P.C. 111), van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst.
Art. 1-7
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die zich bezighouden met de bewerking en afwerking evenals het mechanisch onderhoud van machines voor waterzuivering en ultra-filtratie, gelegen in de streek van het Centrum en die onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw ressorteren.
Art.2. Bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken mag de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden volledig worden geschorst, op voorwaarde dat de schorsing door aanplakking op een goed zichtbare plaats in de lokalen van de onderneming, ten minste zeven dagen vooraf, ter kennis wordt gebracht.
De aanplakking kan worden vervangen door een geschreven kennisgeving aan iedere werkloos gestelde werkman, ten minste zeven dagen vooraf, de dag van de kennisgeving niet inbegrepen.
Art.3. De duur van de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst bij gebrek aan werk wegens economische redenen mag achttien weken niet overschrijden.
Art.4. Een mededeling van de aanplakking of individuele kennisgeving, moet door de werkgever, onder een bij de post aangetekende omslag, de dag zelf van de aanplakking of van de individuele kennisgeving, worden gezonden aan het bureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van de plaats waar de onderneming gevestigd is.
Art.5. De bij artikel 2 bedoelde kennisgeving en de bij artikel 4 bedoelde mededeling moeten de datum vermelden waarop de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst zal ingaan en de datum waarop deze schorsing een einde zal nemen, en de data waarop de werklieden werkloos zullen gesteld worden.
De bij artikel 4 bedoelde mededeling vermeldt daarenboven de economische oorzaken die de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst rechtvaardigen en hetzij de naam, de voornamen en het adres van de werkloos gestelde werklieden, hetzij de afdeling(en) van de onderneming waar de arbeid wordt geschorst.
Art.6. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2002 en treedt buiten werking op 30 september 2003.
Artikel 4 van dit besluit treedt buiten werking op de dag waarop artikel 71 van de programmawet van 30 december 2001 in werking treedt.
Art. 7. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 april 2002.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX.