10 JANUARI 2002. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 7 januari 2002 houdende toekenning van een toelage aan de personeelsleden van de gerechtelijke politie bij de parketten belast met informaticataken.
Art. 1-4
Artikel 1. § 1. De informaticataken bedoeld in artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 7 januari 2002 houdende toekenning van een toelage aan de personeelsleden van de gerechtelijke politie bij de parketten belast met informaticataken zijn :
1° conceptie en installatie van een informaticastructuur;
2° evalueren van het gebruik van een bestaande infrastructuur;
3° documenteren van informaticaprojecten;
4° opstellen van parameters volgens evoluerende normen en noden;
5° opmaken van prijsberekeningen voor dienstverlening aan externe gebruikers;
6° opstellen van rapporten, meer bepaald evaluatierapporten, betreffende diensten, programma's, projecten of informaticatoepassingen;
7° zich documenteren over de evoluties, zich bijscholen, deelnemen aan cursussen en seminaries betreffende de nieuwe informaticatechnologieën;
8° prioriteiten bepalen inzake toepassingen en informaticamateriaal;
9° evalueren van het gebruik van informaticamiddelen;
10° deelnemen aan externe coördinatievergaderingen inzake informaticabeheer;
11° animeren van werkgroepen inzake modern informaticabeheer;
12° audits verrichten van informaticadiensten;
13° de eenheden en diensten advies verstrekken inzake modern informatiebeheer bij middel van elektronische drager;
14° installeren van systeemsoftware en de upgrading ervan voorzien;
15° dagelijks opvolgen van de exploitatie van programma's, beheren van de middelen en de veiligheid.
§ 2. Worden eveneens als informaticataken beschouwd :
1° leiden, plannen en de taken verdelen binnen een organisme waarvan de informatica op organisatietabel erkend is als een der doeleinden;
2° plannen en coördineren van de verschillende fasen van een informaticaproject, ze opvolgen en controleren;
3° realiseren van haalbaarheidsstudies van informaticaprojecten;
4° analyseren van bestaande informaticasystemen en mogelijke operationele verbeteringen ervan voorstellen;
5° uitwerken van conceptuele modellen van informaticasystemen;
6° programmeren van het geïnformatiseerd informatiebeheer;
7° ontwikkelen van testen van de programma's en deze op punt stellen;
8° invoeren van nieuwe informaticatoepassingen, opstellen en uitvoeren van exploitatieprocedures en de opvolging ervan verzekeren; daartoe de nodige initiatieven nemen om de uitvoering van de informaticaketens, binnen de gestelde termijnen, te verzekeren;
9° detecteren, identificeren, opvolgen en verbeteren van technische softwarematige problemen;
10° adviseren van gebruikers van informaticaproducten bij de keuze van technische oplossingen of bij gebruiksmodaliteiten;
11° opstellen van de technische onderdelen van lastenboeken van informatica-overheidsopdrachten.
Art.2. De criteria bedoeld in artikel 1, § 2 van hetzelfde besluit zijn :
1° toegewezen zijn aan een afdeling van het commissariaat-generaal of van een brigade die bevoegd is voor informatica; deze bevoegdheid inzake informatica is formeel toegewezen door een reglementaire tekst of door de richtlijnen opgesteld door de commissaris-generaal van de gerechtelijke politie of door de leidende officier van de brigade of blijkt expliciet uit de organieke tabellen.
2° er informaticataken uitoefenen waarvan sprake in artikel 1, § 2.
Art.3. De commissaris-generaal van de gerechtelijke politie attesteert de affectatie van gemiddeld 80 % van de totale werktijd, bedoeld in artikel 1, § 1 van voormeld koninklijk besluit, na advies van het hoofd van de dienst van het betrokken personeelslid.
Die minimumtijd moet ook blijken uit het activiteitenverslag bedoeld in artikel 2, § 6, van hetzelfde koninklijk besluit.
Art. 4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1998.
Brussel, 10 januari 2002.
De Minister van Begroting,
J. VANDE LANOTTE
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN.