25 APRIL 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de werving en de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader.
Art. 1-12
Artikel 1. In artikel 2, 1°, a) , van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de werving en de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader worden de woorden "of voor arts, dierenarts of tandarts" toegevoegd na de woorden "licentiaat in de tandheelkunde".
Art.2. In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, 2°, worden de woorden "of van arts, dierenarts of tandarts" ingevoegd tussen de woorden "licentiaat in de tandheelkunde" en de woorden : "moet de kandidaat-beroepsofficier";
2° in paragraaf 1, 3°, worden de woorden : "met volledig leerplan" ingevoegd tussen de woorden : "van een studiegetuigschrift" en de woorden "dat hem toegang verleent";
3° in paragraaf 1, 4°, a) worden de woorden "met volledig leerplan" toegevoegd na de woorden "hoger secundair onderwijs";
4° in paragraaf 1, 5°, worden de woorden "met volledig leerplan" ingevoegd tussen de woorden "secundair onderwijs" en de woorden "of van een gelijkwaardig niveau".
Art.3. In artikel 12, 3°, van hetzelfde besluit worden de woorden "en het derde" vervangen door de woorden : ", het derde en het vierde".
Art.4. In artikel 17, eerste lid, 1°, a) , van hetzelfde besluit worden de woorden "of van arts, dierenarts of tandarts" ingevoegd tussen de woorden "licentiaat in de tandheelkunde" en de woorden ", desgevallend met een bijkomende specialiteit".
Art.5. In artikel 28, 5°, van hetzelfde besluit wordt het woord "vier" vervangen door het woord : "vijf".
Art.6. In artikel 29 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 juli 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in onderdeel 3° worden de woorden "of van arts, dierenarts of tandarts" ingevoegd tussen de woorden "licentiaat in de tandheelkunde" en de woorden ", evenals de bijkomende cursussen en de examens";
2° de bepaling onder 5° wordt vervangen als volgt :
" 5° voor de kandidaat van de hogere zeevaartschool, de cursussen en examens met het oog op het verkrijgen van het diploma van licentiaat in de nautische wetenschappen, evenals de bijkomende cursussen en examens waarvan het programma vastgelegd wordt in een reglement vastgesteld door de minister. "
Art.7. In artikel 32 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid wordt het woord "normale" vervangen door de woorden "normale, aanvullende of bijzondere";
2° in het tweede lid worden de woorden "het volledig uitgangsexamen van" vervangen door de woorden "het professioneel examen bedoeld in artikel 27 aan".
Art.8. In artikel 55, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden "of van arts, dierenarts of tandarts" ingevoegd tussen de woorden "licentiaat in de tandheelkunde" en de woorden "heeft behaald".
Art.9. Artikel 97 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid : "De kandidaat-beroepsofficier die als kandidaat-aanvullingsofficier gereclasseerd werd, wordt evenwel aangesteld
1° in de graad van adjudant, bij het begin van de vormingscyclus;
2° in de graad van onderluitenant, op de zevenentwintigste dag van de laatste maand van het trimester waarin de periode van opleiding bedoeld in artikel 39, § 1, eerste lid, 1°, met succes werd beëindigd."
Art.10. Artikel 98 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid :
" De kandidaat-beroepsonderofficier die als kandidaat-aanvullingsonderofficier werd gereclasseerd, wordt evenwel aangesteld in de graad van korporaal en sergeant, naargelang, het geval, op de eerste dag van de maand volgend op het slagen voor het overeenstemmende vormingsgedeelte dat wordt vastgelegd in een reglement vastgesteld door de minister. Indien hij een vrijstelling van een vormingsgedeelte heeft verkregen met toepassing van artikel 44, wordt hij aangesteld in de overeenstemmende graad op de dag van zijn reclassering. "
Art.11. Artikel 100, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 juni 2001, wordt vervangen als volgt :
" De kandidaat-beroepsofficier of -onderofficier van de bijzondere werving wordt benoemd en in het actief kader opgenomen op de zesentwintigste dag van de laatste maand van het trimester waarin de vorming met succes werd beëindigd, naargelang het geval :
1° door de Koning tot de graad van luitenant;
2° door de minister tot de graad van eerste sergeant. "
Art. 12. Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 april 2002.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Landsverdediging,
A. FLAHAUT.