10 JUNI 2002. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 14ter van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 december 1994 betreffende de wisselkantoren en de valutahandel. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-06-2002 en tekstbijwerking tot 19-04-2005.)
Art. 1-6
Artikel 1. (opgeheven) <KB 2005-03-16/33, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 19-04-2005>
Art.2. In het koninklijk besluit van 27 december 1994 betreffende de wisselkantoren en de valutahandel wordt een artikel 4bis ingevoegd, luidende :
" Artikel 4bis. De wisselkantoren die diensten van geldoverdracht uitvoeren als bedoeld in artikel 139bis van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs dienen bewijs te leveren van het in bewaring geven van een borgtocht bij de Deposito- en Consignatiekas.
De in het eerste lid bedoelde borgtocht bedraagt ten minste tien keer het bedrag van de maximale som die het wisselkantoor zich voorneemt om voor een opdrachtgever per transactie over te dragen in één keer of in verschillende keren waartussen een verband blijkt te bestaan, met een minimum van 25.000 EUR.
De borgtocht wordt verstrekt in geld of in waarden die worden aangenomen voor het vestigen van borgtochten bij de Deposito- en Consignatiekas. De borgtocht in geld wordt gestort op de rekening van de Deposito- en Consignatiekas. De borgtocht in waarden geschiedt bij de Nationale Bank van België, die als Rijkskassier optreedt, voor rekening van de Deposito- en Consignatiekas.
De borgtocht mag slechts worden opgevraagd zes maanden nadat het betrokken wisselkantoor heeft opgehouden verrichtingen van geldoverdracht te doen. "
Art.3. In het voornoemde koninklijk besluit van 27 december 1994 wordt een artikel 4ter ingevoegd, luidende :
" Artikel 4ter. Het maximumbedrag dat de wisselkantoren die diensten van geldoverdracht uitvoeren als bedoeld in artikel 139bis van de voornoemde wet van 6 april 1995 mogen overdragen wanneer zij voor rekening van een opdrachtgever optreden, bedraagt 10.000 EUR, ongeacht of de transfer in één keer wordt uitgevoerd of in verschillende keren waartussen een verband blijkt te bestaan. "
Art.4. Artikel 3 van de wet van 3 mei 2002 tot wijziging van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en tot wijziging van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs treedt in werking de dag waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met dien verstande dat de personen die bij de inwerkingtreding van dit besluit geregistreerd zijn voor de werkzaamheden van geldoverdracht zich moeten schikken naar de artikelen 4bis en 4ter van het voornoemde koninklijk besluit van 27 december 1994, als ingevoegd bij de artikelen 2 en 3 van dit besluit, binnen een periode van drie jaar.
Art. 6. Onze Ministers van Justitie en van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 10 juni 2002.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN
De Minister van Financiën,
D. REYNDERS
Met 's Lands zegel gezegeld :
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN.