19 MAART 2002. - [Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 9 en 10, § 2, van de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal van de vennootschappen en tot instelling van een winstpremie voor de werknemers]. <KB2019-03-01/16, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 29-03-2019>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-03-2002 en tekstbijwerking tot 19-03-2019)
Art. 1-2
Artikel 1. § 1. In toepassing van artikel 10, § 2, van de wet van 22 mei 2001 betreffende werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen, zijn objectieve criteria ter bepaling van de verdeelsleutels die van toepassing kunnen zijn op de betrokken werknemers bij ontstentenis van een collectieve arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in § 1 van hetzelfde artikel :
1° de anciënniteit;
2° de graad;
3° de functie;
4° de weddeschaal;
5° het vergoedingsniveau;
6° het vormingsniveau.
§ 2. In geen geval mogen de objectieve criteria, bedoeld in artikel 9, § 1, 5° en omschreven in de eerste paragraaf van dit artikel, leiden tot een differentiatie van de voordelen die overeenkomstig het participatieplan aan de verschillende werknemers worden toegekend die groter is dan een verhouding tussen 1 en 10.
Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking vanaf de dag van de inwerkingtreding van artikel 10 van de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen.