16 OKTOBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij aan bepaalde diensten van het Koninklijk Paleis toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen.
Art. 1-4
Artikel 1. Aan de diensten van het Koninklijk Paleis wordt toegang verleend tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 3°, 5° en 6°, 8° en 9°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen voor het vervullen van de hierna opgesomde taken :
1° de behandeling van verzoekschriften gericht tot de Vorsten of Leden van de Koninklijke Familie;
2° de gelukwensen van de Vorsten aan jubilarissen;
3° het toesturen van de antwoorden op de blijken van gehechtheid aan de Vorsten of op de gelukwensen gericht tot de Vorsten of Leden van de Koninklijke Familie;
4° het bijhouden van de adressenbestanden van alle personen die in contact komen met het Hof in het kader van de verschillende activiteiten waar de Vorsten of Leden van de Koninklijke Familie bij betrokken zijn.
De toegang tot de informatiegegevens is voorbehouden voor de volgende dignitarissen :
1° a) de Grootmaarschalk van het Hof;
b) de Kabinetschef van de Koning;
c) het Hoofd van het Militair Huis van de Koning;
d) de Grootmeester van het Huis van Koningin Fabiola;
e) de Adviseur van Prins Filip.
2° aan de personeelsleden die de onder 1° vermelde dignitarissen met dit doel bij naam en schriftelijk aanwijzen, wegens hun functie en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden.
De toegang tot de opeenvolgende wijzigingen die worden aangebracht aan de informatiegegevens, bedoeld in het eerste lid, wordt beperkt tot een periode van tien jaar die de mededeling van deze informatiegegevens voorafgaat.
Art.2. De lijst van de in artikel 1, tweede lid, vermelde dignitarissen en personeelsleden wordt, met aanduiding van hun functie, jaarlijks opgesteld en volgens dezelfde periodiciteit aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer toegezonden.
Art.3. De met toepassing van artikel 1, eerste lid, verkregen informatiegegevens mogen slechts worden gebruikt voor het in dat artikel vermelde doel.
Zij mogen niet medegedeeld worden aan derden.
Voor de toepassing van het tweede lid worden niet als derden beschouwd :
1° de natuurlijke personen waarop die informatiegegevens betrekking hebben of hun wettelijke vertegenwoordigers;
2° de openbare overheden en instellingen aangewezen met toepassing van artikel 5 van de voornoemde wet van 8 augustus 1983, voor de informatiegegevens die hun kunnen worden medegedeeld krachtens hun aanwijzing en in het kader van de betrekkingen die zij met het oog op de in artikel 1, eerste lid, beoogde doelstellingen onderhouden met het Koninklijk Paleis in de uitoefening van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden.
Art. 4. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 oktober 2002.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. DUQUESNE
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN.