26 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij de "Université libre de Bruxelles" en de Universiteit Gent gemachtigd worden mededeling te verkrijgen van bepaalde informatiegegevens uit het Rijksregister van de natuurlijke personen om de levenstoestand te volgen van de personen die meegewerkt hebben aan vorige onderzoeken betreffende de relatie tussen stress op het werk, werkverzuim en hart- en vaatziekten.
Art. 1-5
Artikel 1. De "Université libre de Bruxelles" en de Universiteit Gent worden gemachtigd om mededeling te verkrijgen van de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 5° en 6° van de wet van 8 augustus 1983 voor zover zij betrekking hebben op de personen die ondervraagd worden in het kader van een onderzoeksactiviteit betreffende de relatie tussen stress op het werk, werkverzuim en hart- en vaatziekten (BELSTRESS studie).
Het gebruik van de informatiegegevens verkregen door mededeling uit het Rijksregister is, wat de in het eerste lid bedoelde onderzoeksactiviteit betreft, uitsluitend toegelaten voor de hierna vermelde doelstellingen :
1° a) om het voor de Universiteit Gent mogelijk te maken de levenstoestand van 11 405 personen na te gaan die, tijdens het onderzoek waaraan zij onderworpen werden in de periode tussen 1995 en 1998, tussen 35 en 59 jaar waren;
b) om het voor de "Université libre de Bruxelles" mogelijk te maken de levenstoestand van 10 014 personen na te gaan die, tijdens het onderzoek waaraan zij onderworpen werden in de periode tussen 1995 en 1998, tussen 35 en 59 jaar waren;
2° om de in 1° bedoelde personen te kunnen ondervragen over de evolutie van hun gezondheidstoestand en over het eventuele uitbreken van een hart- en vaatziekte;
3° om na te gaan of de personen bedoeld in 1° die overleden zouden zijn, overleden zijn door een hart- en vaatziekte.
De ondervragingsinstrumenten die gebruikt worden krachtens dit artikel, de schriftelijke informatie die opgestuurd wordt aan de ondervraagde personen krachtens artikel 2, evenals de brieven gericht aan de geneesheren die het overlijden vastgesteld hebben of die deze patiënten behandelden, dienen door de verantwoordelijke van het onderzoek ter beschikking gehouden te worden van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Art.2. De in artikel 1, tweede lid, 1°, bedoelde personen zullen vóór de aanvang van het onderzoek schriftelijk op de hoogte gebracht worden van de precieze aard daarvan, van de juiste benaming van de instelling waarvoor de onderzoeksactiviteit uitgevoerd wordt, van de doelstellingen ervan, en van de wijze waarop de verkregen informatie verwerkt zal worden.
De in art. 1, tweede lid, 1°, bedoelde personen alsook de geneesheren die het overlijden van de reeds overleden personen hebben vastgesteld, zullen ervan worden in kennis gesteld dat zij niet verplicht zijn, mede te werken aan het onderzoek en dat zij hun medewerking op ieder moment kunnen stopzetten, zonder hiervoor een wettiging te moeten geven.
Bovendien worden zij op de hoogte gesteld van de termijn van bewaring van de gegevens, bedoeld in artikel 4, eerste lid, en van het feit dat de informatie die op hen betrekking heeft, anoniem weergegeven zal worden.
Art.3. De mededeling van de informatiegegevens uit het Rijksregister die bedoeld worden in artikel 1, eerste lid, wordt gedaan aan de Rector van de "Université libre de Bruxelles" en aan de Rector van de Universiteit Gent.
De in het eerste lid bedoelde personen wijzen onder de personeelsleden, naargelang van het geval, van het "Laboratoire d'épidémiologie et de Médecine sociale" van de "Université libre de Bruxelles" en van de Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidskunde van de Universiteit Gent, bij naam en schriftelijk de personen aan die zij machtigen om gebruik te maken van deze informatie in het kader van hun onderzoeksactiviteit, uitsluitend voor de doeleinden die opgesomd zijn in artikel 1, tweede lid.
De personen die gemachtigd worden om gebruik te maken van de informatiegegevens van het Rijksregister ondertekenen een verklaring volgens welke zij zich ertoe verbinden de veiligheid en de vertrouwelijkheid van die informatiegegevens na te leven.
Art.4. De informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° en 5°, van de voormelde wet van 8 augustus 1983 mogen, wat de overleden personen betreft, uitsluitend bewaard worden gedurende de tijd die nodig is om de informatie betreffende de plaats en datum van het overlijden in verband te brengen met de gegevens van wetenschappelijke aard van het onderzoek, en wat de andere personen betreft, mogen zij uitsluitend bewaard worden gedurende de tijd die nodig is om contact met hen op te nemen om hen een vragenlijst te sturen.
Onverminderd de bepaling van het eerste lid, moeten de informatiegegevens die krachtens artikel 1 verkregen worden uit van het Rijksregister, ten laatste op 30 september 2002 uitgewist of vernietigd worden.
Zij mogen niet meegedeeld worden aan derden.
Voor de toepassing van het vorige lid worden de natuurlijke personen waarop deze informatiegegevens betrekking hebben, of hun wettelijke vertegenwoordigers, niet als derden beschouwd.
Art. 5. Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, en Onze Minister Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 september 2001.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. DUQUESNE
De Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
Ch. PICQUE
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN.