Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

10 JULI 2001. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 6 april 1995 houdende de erkenning en de subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning.



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1995036291 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 37 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 april 1995 houdende erkenning en de subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 8 december 1998 en 30 maart 2001, wordt 5° vervangen door wat volgt :
  " 5° vanaf het jaar 2005 : 29 084 125 frank. ".

Art.2. In artikel 38 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 8 december 1998 en 30 maart 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° In het derde lid wordt 5° vervangen door wat volgt:
  " 5° vanaf het jaar 2005 : 4 301 697 frank. ".
  2° In het vierde lid wordt 5° vervangen door wat volgt:
  " 5° vanaf het jaar 2005 : 4 071 932 frank. ".

Art.3. In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IIbis, bestaande uit de artikels 40bis tot 40septies, ingevoegd, dat luidt als volgt :
  " Hoofdstuk IIbis. Bijkomende subsidiëring in het kader van de regularisering van de personeelsleden in een DAC-statuut en de creatie van bijkomende arbeidsplaatsen.
  Art. 40bis. Elk centrum kan bijkomende subsidies ontvangen in het kader van de regularisering van de personeelsleden werkend in een DAC-statuut, hierna DAC-personeelsleden te noemen, en de creatie van bijkomende arbeidsplaatsen.
  De norm voor geregulariseerde DAC-personeelsleden en bijkomende arbeidsplaatsen die voor subsidie in aanmerking komen bedraagt 2,5 voltijds equivalenten per basiscapaciteit van 30 plaatsen en 0,25 voltijds equivalent per bijkomende schijf van 5 plaatsen.
  Deze bijkomende subsidiëring is slechts mogelijk tot het uitputten van het beschikbare budget.
  Art. 40ter. Elk centrum kan in het jaar 2001 het aantal voltijds equivalent geregulariseerde DAC-personeelsleden behouden.
  Elke vervanging of uitdiensttreding van een geregulariseerd DAC-personeelslid in die periode wordt gemeld aan Kind en Gezin.
  Art. 40quater. In de periode 2001 tot 2004 ontvangt elk centrum voor elk voltijds equivalent geregulariseerde DAC-arbeidsplaats jaarlijks een bijkomende subsidie.
  Deze bijkomende subsidie bedraagt :
  1° voor het jaar 2001 : 1 278 440 frank;
  2° voor het jaar 2002 : 1 290 856 frank;
  3° voor het jaar 2003 : 1 303 271 frank;
  4° voor het jaar 2004 : 1 315 687 frank.
  Art. 40quinquies. Voor de jaren 2001 tot en met 2004 kan een centrum een bijkomende subsidie aanvragen per voltijds equivalent bijkomend aangeworven personeelslid en dit tot het bereiken van de norm vermeld in artikel 40bis, tweede lid.
  De subsidiebedragen zijn deze vermeld in artikel 40quater, tweede lid.
  Art. 40sexies. Vanaf 2002 vervalt de subsidie voor de geregulariseerde DAC-personeelsleden boven de norm vermeld in artikel 40bis tweede lid, bij uitdiensttreding van deze personeelsleden.
  Art. 40septies. Kind en Gezin stelt richtlijnen op met betrekking tot de aanvraag tot subsidiëring van de bijkomend gecreëerde arbeidsplaatsen en tot staving van de tewerkgestelde geregulariseerde of bijkomende personeelsleden. ".

Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.

Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 10 juli 2001,
  De minister-president van de Vlaamse regering,
  P. DEWAEL
  De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen,
  Mevr. M. VOGELS.