13 JULI 2001. - Besluit van de Vlaamse regering houdende verscheidene maatregelen tot wijziging van de programmatie voor de voorzieningen op het vlak van de sociale integratie van personen met een handicap.
Art. 1-7
Artikel 1. In artikel 6 van het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 1993 tot vaststelling van de programmatie voor de voorzieningen op het vlak van de sociale integratie van personen met een handicap, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 19 december 1996, 19 december 1997, 18 december 1998, 8 juni 1999 en 31 maart 2000, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, 2°, worden de woorden " met ingang van 1 januari 2000 op 1490 gebracht " vervangen door de woorden " met ingang van 1 januari 2001 op 1590 gebracht " en worden de woorden " Van de 1490 plaatsen " vervangen door de woorden " Van de 1590 plaatsen ".
2° in het eerste lid wordt 4° vervangen door wat volgt : " 4° in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998 betreffende de arbeidstrajectbegeleiding voor personen met een handicap. ".
3° in het eerste lid, 5°, worden de woorden " reconversie van plaatsen tehuizen voor werkenden of tehuizen voor niet-werkenden. " vervangen door de woorden " reconversie van plaatsen tehuizen voor werkenden, tehuizen voor niet-werkenden of dagcentra ".
Art.2. In artikel 9, 2°, van hetzelfde besluit van de Vlaamse regering van 28 april 1993 tot vaststelling van de programmatie voor de voorzieningen op het vlak van de sociale integratie van personen met een handicap, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 31 maart 2000, worden tussen de woorden " in zoverre dit besluit " en de woorden " de beschutte werkplaatsen ", de woorden " de extramurale revalidatiecentra en diensten die een hierna gespecificeerde overeenkomst met het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering hebben afgesloten " ingevoegd.
Aan artikel 9 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 toegevoegd, die luidt als volgt :
" § 2. Voor de toepassing van § 1, 2°, wordt verstaan onder :
1° extramurale revalidatiecentra of diensten : de revalidatievoorzieningen die niet voorzien in ziekenhuisverpleging of niet onderworpen zijn aan de ziekenhuisnormen;
2° de overeenkomsten met het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering : de type-overeenkomsten met betrekking tot de revalidatie bij taal-, spraak- of stemstoornissen en met betrekking tot de revalidatie van personen met mentale of gedragsstoornissen die minder dan 19 jaar oud zijn. ".
Art.3. In artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende vaststelling van de erkenningsvoorwaarden, de werkings- en subsidiëringsvoorwaarden voor diensten voor zelfstandig wonen van gehandicapte personen zoals bedoeld in artikel 3, § 1bis, van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten, wordt het woord " 250 " vervangen door het woord " 280 ".
Art.4. In artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 24 maart 1998 tot vaststelling van de wijze waarop het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap het wonen onder begeleiding van een particulier subsidieert binnen het kader van de verdere flexibilisering van de zorgvoorzieningen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998 en van 31 maart 2000, wordt het woord " 100 " vervangen door het woord " 150 ".
Het tweede lid van artikel 5 wordt vervangen door wat volgt : " Van de 150 plaatsen kunnen 50 plaatsen slechts toegekend worden indien ze gerealiseerd worden door reconversie van gezinsplaatsingen. ".
Art.5. In artikel 4, § 4, van het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1996 betreffende de erkenning en subsidiëring van thuisbegeleidingsdiensten voor personen met een handicap, gewijzigd door het besluit van de Vlaamse regering van 31 maart 2000, wordt het bepaalde van 2° vervangen door wat volgt : " 2° drie diensten voor gezinnen met personen met autisme ".
Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2002, met uitzondering van artikel 2.
Art. 7. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 13 juli 2001.
De minister-president van de Vlaamse regering,
P. DEWAEL
De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen,
Mevr. M. VOGELS.