30 MAART 2001. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 april 1995 houdende de erkenning en de subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning.
Art. 1-5
Artikel 1. In artikel 36 van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 april 1995 houdende de erkenning en de subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, wordt het laatste lid vervangen door wat volgt :
" De basisbedragen zijn vastgesteld op basis van de gezondheidsindex van december 2000, namelijk 106,4. ".
Art.2. Artikel 37 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 1998, wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 37. Elk centrum ontvangt voor zijn basiserkenning jaarlijks een forfaitaire subsidie voor personeelskosten, infrastructuur, werking en voor verblijfkosten. De basiserkenning is verbonden aan de minimumcapaciteit, zoals bedoeld in artikel 2, § 2, van dit besluit.
De basissubsidie bedraagt :
1° voor het jaar 2001 : 24.855.868 frank;
2° voor het jaar 2002 : 25.090.409 frank;
3° voor het jaar 2003 : 25.324.950 frank;
4° voor het jaar 2004 : 25.559.490 frank;
5° vanaf het jaar 2005 : 25.763.869 frank. ".
Art.3. In artikel 38 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het derde lid wordt vervangen door wat volgt :
" Voor de eerste zes extra schijven, bedraagt de forfaitaire subsidie per schijf :
1° voor het jaar 2001 : 3.824.853 frank;
2° voor het jaar 2002 : 3.860.944 frank;
3° voor het jaar 2003 : 3.897.036 frank;
4° voor het jaar 2004 : 3.933.127 frank;
5° vanaf het jaar 2005 : 3.964.577 frank. ";
2° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt :
" Voor de zevende en volgende extra schijven, bedraagt de forfaitaire subsidie :
1° voor het jaar 2001 : 3.620.557 frank;
2° voor het jaar 2002 : 3.654.721 frank;
3° voor het jaar 2003 : 3.688.885 frank;
4° voor het jaar 2004 : 3.723.048 frank;
5° vanaf het jaar 2005 : 3.752.819 frank. ".
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.
Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 30 maart 2001.
De Minister-President van de Vlaamse Regering,
P. DEWAEL
De Vlaamse Minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen,
Mevr. M. VOGELS