30 MAART 2001. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen.
Art. 1-5
Artikel 1. Aan artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen, wordt een § 5 toegevoegd, die luidt als volgt :
" § 5. Aanvragen van de militaire overheid voor het oprichten van militaire installaties en gebouwen in gebieden die op de plannen van aanleg of op de ruimtelijke uitvoeringsplannen aangegeven zijn als militair domein, worden niet onderworpen aan een openbaar onderzoek indien ze voorkomen op een lijst, gevoegd bij een protocol, gesloten tussen de minister van Landsverdediging en de Vlaamse minister voor de ruimtelijke ordening, en voor zover voor de aanvragen geen milieu-effectrapport moet worden opgemaakt. Dit protocol dient in het Belgisch Staatsblad te zijn bekendgemaakt. ".
Art.2. Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 7. Indien de aanvraag betrekking heeft op een perceel met een kadastraal nummer, dan worden de eigenaars van alle aanpalende percelen voor de aanvang van het openbaar onderzoek door het gemeentebestuur bij een ter post aangetekende brief of bij een individueel bericht tegen ontvangstbewijs in kennis gesteld van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsaanvraag. De aanvrager betaalt de kosten van de aangetekende zendingen.
Indien het een aanvraag tot wijziging van de verkaveling betreft, dan moeten enkel de eigenaars van de aanpalende percelen die geen deel uitmaken van de verkaveling door de gemeente worden in kennis gesteld.
Indien de aanvraag betrekking heeft op percelen zonder een kadastraal nummer of op lijninfrastructuren, dan is de inkennisstelling niet verplicht.
Indien eigenaars van aanpalende percelen het aanvraagformulier en alle plannen voor akkoord ondertekenen, moeten ze niet in kennis worden gesteld.
Indien de aanvraag enkel openbaar gemaakt moet worden krachtens de bepaling van artikel 3, § 3, 13° of 14°, dan worden alleen de eigenaars van de aanpalende percelen in kwestie in kennis gesteld, en vervallen de formaliteiten van aanplakking, opgelegd in artikel 4, 5 en 8, tweede, derde en vierde lid. Indien deze eigenaars ook het aanvraagformulier en alle plannen voor akkoord ondertekenen, moeten ze niet in kennis worden gesteld en vervalt eveneens de formaliteit van het openbaar onderzoek, opgelegd in artikel 8.
De gemeente zoekt de namen en adressen van de eigenaars op. Onder het begrip eigenaar mag worden begrepen de eigenaar volgens de meest recente door de diensten van het kadaster aan de gemeente verstrekte informatie, tenzij de gemeente beschikt over recentere informatie.
Onder het begrip aanpalend perceel wordt begrepen, een gekadastreerd perceel dat op minstens één punt grenst aan de plaats van de aanvraag en/of aan percelen in eigendom van de aanvrager, die palen aan die plaats. ".
Art.3. In artikel 11, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden "behalve indien de aanvraag van de gemeente zelf uitgaat" vervangen door "behalve indien de aanvraag van de gemeente zelf uitgaat of de adviestermijn verstreken is".
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2001.
Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 30 maart 2001.
De minister-president van de Vlaamse regering,
P. DEWAEL
De Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media,
D. VAN MECHELEN.