23 JUNI 2000. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor het algemeen welzijnswerk.
Art. 1-5
Artikel 1. In artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor het algemeen welzijnswerk worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° 1° wordt vervangen door wat volgt :
" 1° de gebouwen waarover een autonoom centrum voor algemeen welzijnswerk beschikt moeten gemakkelijk toegankelijk en bereikbaar zijn onder meer met het openbaar vervoer; ";
2° 6° wordt vervangen door wat volgt :
" 6° de basisinfrastructuur van een autonoom centrum voor algemeen welzijnswerk bestaat uit de hierna opgesomde lokalen, waarbij de opgegeven nuttige vloeroppervlakten minima zijn :
a) voor de secretariaatsfunctie :
- een secretariaat van 20 m2;
- een archief van 10 m2;
- een berging van 5 m2;
b) voor de hulpverleningsfunctie :
- een wachtkamer van 10 m2;
- een of meerdere multifunctionele ruimte(s) van samen 25 m2 te vermeerderen met 8 m2 per voltijds equivalent van de door de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, aanvaarde personeelsformatie;
- een sanitaire ruimte van 10 m2 met gescheiden wc voor mannen en vrouwen; ";
3° 7° wordt vervangen door wat volgt :
" 7° ingeval een autonoom centrum voor algemeen welzijnswerk voorziet in residentiële opvang, moet het centrum bovendien beschikken over :
a) gemeenschappelijke kamers met maximaal 2 bedden per kamer, uitgezonderd voor gezinskamers, en een nuttige vloeroppervlakte van minstens 6 m2 per bed en individuele kamers met een minimum nuttige vloeroppervlakte van 8 m2;
b) een multifunctioneel dagverblijf in een of meerdere ruimte(s) met een totale nuttige vloeroppervlakte van minstens 4,5 m2 per opvangplaats;
c) degelijke sanitaire installaties, die ten minste omvatten :
- 1 wc per 10 opvangplaatsen;
- 1 badgelegenheid per 10 opvangplaatsen;
- 1 vaste wastafel per kamer;
- vaste wastafels in de nabijheid van de wc's en de eetzalen geplaatst, om de residenten toe te laten overdag gemakkelijk hun handen te wassen;
d) afzonderlijke woonentiteiten en aparte sanitaire installaties, ingeval het centrum zowel mannen als vrouwen met kinderen opvangt. ".
Art.2. In artikel 4, 4°, g), van hetzelfde besluit wordt het woord " erkende " vervangen door de woorden " door de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, aanvaarde ".
Art.3. In artikel 5, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in 1° wordt het woord " erkende " vervangen door de woorden " door de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, aanvaarde ";
2° in 2° wordt het woord " erkende " vervangen door de woorden " door de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, aanvaarde ".
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2000.
Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de investeringen voor verzorgingsinstellingen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 23 juni 2000.
De minister-president van de Vlaamse regering,
P. DEWAEL
De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen,
Mevr. M. VOGELS