Details





Titel:

20 DECEMBER 2000. - Besluit van de Regering houdende toekenning van een kilometervergoeding voor het gebruik van de fiets op de weg van en naar het werk aan de personeelsleden van het Ministerie en van sommige instellingen van openbaar nut van de Duitstalige Gemeenschap (VERTALING)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-04-2001 en tekstbijwerking tot 25-11-2022)



Inhoudstafel:

Toepassingsgebied.
Art. 1
Kilometervergoeding.
Art. 2
Aanvraagprocedure.
Art. 3
Uitbetaling.
Art. 4
Onrechtmachtig uitbetaalde vergoedingen.
Art. 5
Inwerkingtreding.
Art. 6
Slotbepaling.
Art. 7
BIJLAGEN.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2010203940  2011202491  2022206217  2023205349 



Artikels:

Toepassingsgebied.
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van :
  1° het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;
  2° de volgende instellingen van openbaar nut van de Duitstalige Gemeenschap :
  - [2 de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven]2;
  - het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de K.M.O.'s;
  - de Dienst voor arbeidsbemiddeling van de Duitstalige Gemeenschap;
  [1 - het Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap.]1
  ----------
  (1)<BDG 2011-05-04/10, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2011>
  (2)<BDG 2022-09-15/12, art. 27, 004; Inwerkingtreding : 01-10-2022>

Kilometervergoeding.
Art.2.[1 De in artikel 1 bedoelde personeelsleden die hun fiets gebruiken voor de verplaatsingen tussen hun verblijfplaats en hun werkplaats, en omgekeerd, hebben recht op een vergoeding per werkelijk afgelegd kilometer voor een traject heen en terug per dag. De vergoeding beloopt maximaal 0,145 euro. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 178, §§ 1 en 3, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wordt dit bedrag jaarlijks aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Koninkrijk. De toepassing van die bepalingen mag niet ertoe leiden dat de indexeringscoëfficiënt lager is dan die van het vorige jaar. Het vergoedingsbedrag bekomen na toepassing van de indexeringscoëfficiënt wordt afgerond tot het hogere of lagere honderdste naargelang het cijfer van het duizendste al of niet 5 bereikt.]1
  Elk traject moet ten minste één kilometer bedragen.
  De fiets kan gebruikt worden vóór of na het gemeenschappelijk vervoer. De vergoeding mag echter niet gecumuleerd worden met een andere reisvergoeding toegekend voor hetzelfde traject en dezelfde periode.
  ----------
  (1)<BDG 2010-07-15/28, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2010>

Aanvraagprocedure.
Art.3. Het betrokken personeelslid dient zijn aanvraag in bij de Secretaris-generaal van het Ministerie of bij de directeur van de instelling d.m.v. een als bijlage I bij dit besluit opgenomen formulier. De vermelde reisweg geldt als basis voor de berekening van de vergoeding. De reisweg hoeft niet te kortste te zijn, wel de voor fietsers meest aangewezen, wat de veiligheid betreft.
  De Secretaris-generaal van het Ministerie of de directeur van de instelling beslist binnen de vijftien werkdagen na ontvangst van de aanvraag. Hij deelt het personeelslid het goedgekeurd aantal kilometers per traject voor de aangenomen reisweg mee. Indien de Secretaris-generaal of de directeur een beslissing wenst te nemen die van de aanvraag afwijkt, dan pleegt hij voorafgaand overleg met het betrokken personeelslid.
  Bij ontstentenis van antwoord binnen de gestelde termijn wordt de aanvraag geacht als zijnde aangenomen.

Uitbetaling.
Art.4. De betrokken personeelsleden dienen maandelijks een schuldvordering in m.b.t. de afgelegde trajecten d.m.v. een als bijlage II bij dit besluit opgenomen formulier.
  De vergoeding wordt maandelijks uitbetaald. Voor de termijn vóór de inwerkingtreding van dit besluit vindt een eenmalige storting plaats.

Onrechtmachtig uitbetaalde vergoedingen.
Art.5. Onrechtmatig uitbetaalde vergoedingen worden door de Duitstalige Gemeenschap of de betreffende instelling teruggevorderd.
  Bovendien kan het personeelslid dat vergoedingen onrechtmatig heeft ontvangen, voor één jaar door de Secretaris-generaal of de directeur van de instelling van het recht tot vergoeding uitgesloten worden. De betreffende wordt vóór deze beslissing gehoord en kan zich door een persoon van zijn keuze laten bijstaan.

Inwerkingtreding.
Art.6. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Slotbepaling.
Art.7. De Minister-President, bevoegd inzake Personeel en de Begroting, is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage I. AANVRAAG OM FIETSVERGOEDING VOOR WOON- WERKVERKEER
  (Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 03-04-2001, p. 11272).
  Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Regering van 20 december 2000 houdende toekenning van een kilometervergoeding voor het gebruik van de fiets op de weg van en naar het werk aan de personeelsleden van het Ministerie en van sommige instellingen van openbaar nut van de Duitstalige Gemeenschap.
  K.-H. LAMBERTZ,
  Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport.

Art. N2. Bijlage II. - Vergoeding voor het gebruik van de fiets op de weg van en naar het werk
  (Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 03-04-2001, p. 11273).
  Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Regering van 20 december 2000 houdende toekenning van een kilometervergoeding voor het gebruik van de fiets op de weg van en naar het werk aan de personeelsleden van het Ministerie en van sommige instellingen van openbaar nut van de Duitstalige Gemeenschap.
  K.-H. LAMBERTZ,
  Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport.