Details





Titel:

6 SEPTEMBER 2001. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van de voorwaarden voor de geldigheid en de spreiding van de stages voor de gegroepeerde basisopties "kinderverzorging" en "aspirant(e) nursing" van de derde kwalificatiegraad van het secundair onderwijs alsook voor het 7e jaar dat leidt tot het behalen van een kwalificatiegetuigschrift van "kinderverzorger/kinderverzorgster" (VERTALING)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-11-2001 en tekstbijwerking tot 09-07-2021)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities..
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Geldigheidsvoorwaarden.
Art. 2-7
HOOFDSTUK III. - Indeling van de stages.
Art. 8
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 9-10
BIJLAGEN.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2020041741  2021042544 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities..
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° stages : het luik van de opleiding dat als aanvulling van de op school genoten theoretische en praktische opleidingen de leerlingen toelaat in een instelling al de bevoegdheden van het opleidingsprofiel van kinderverzorgster uit te oefenen, te ontwikkelen en te beheersen die vastgesteld zijn in bijlage 8 van het decreet van 8 maart 1999 houdende goedkeuring van de opleidingsprofielen zoals bepaald bij artikel 6 van het decreet van 27 oktober 1994 houdende regeling van het overleg in het secundair onderwijs;
  2° de Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid [1 het Secundair onderwijs]1 behoort;
  3° [1 ...]1;
  4° het besluit van 6 september 2001 : het besluit van 6 september 2001 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bijzondere regeling voor de gegroepeerde basisopties "kinderverzorging" en "aspirant(e) nursing" van de derde kwalificatiegraad van het secundair onderwijs alsook voor het 7e jaar secundair beroepsonderwijs dat leidt tot het behalen van een kwalificatiegetuigschrift van kinderverzorger/kinderverzorgster.
  ----------
  (1)<DFG 2013-07-17/36, art. 36, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2012>

HOOFDSTUK II. - Geldigheidsvoorwaarden.
Art.2.De stages worden georganiseerd in instellingen die zich in België bevinden of, in afwijking toegestaan door de Minister of zijn gemachtigde, in het buitenland en waar de klinische, sociale, ethische en psycho-pedagogische hulpmiddelen voorhanden zijn die vereist zijn voor de technische, psychologische, morele en sociale opleiding van de leerlingen.
  De stages worden enkel in instellingen of organismen gedaan die door de bevoegde overheid daartoe werden erkend, [1 ...]1.
  ----------
  (1)<DFG 2013-07-17/36, art. 37, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2012>

Art.3.[1§ 1 ]1 Tenzij men toelating heeft gevraagd aan de Minister of aan zijn gemachtigde, mag er geen enkele stage georganiseerd worden tijdens het winter-, lente en zomerverlof van de scholen. Deze aanvraag, uitvoerig omschreven en gemotiveerd door omstandigheden die met de wil van de leerlingen niets te maken hebben, geeft nadere uitleg over de modaliteiten voor de begeleiding van de stagiairs.
  [2 § 2. Wanneer een geval van overmacht, als dusdanig vermeld door de regering van de Franse Gemeenschap, zich voordoet dat alle leerlingen treft en hen verhindert het minimumaantal lestijden te volgen, bedoeld in artikel 4 van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 6 september 2001 houdende bijzondere regeling voor de gegroepeerde basisopties "kinderverzorging" en "aspirant(e) nursing" van de derde kwalificatiegraad van het secundair onderwijs alsook voor het 7e jaar secundair beroepsonderwijs dat leidt tot het behalen van een kwalificatiegetuigschrift van kinderverzorger/kinderverzorgster, is de aanvraag om toelating zoals bedoeld in de eerste paragraaf van dit artikel niet nodig wanneer het uitstel plaatsvindt tussen 1 september en 30 juni. Het komt de klassenraad toe om, in overleg met de kwalificatie-examencommissie, het uitstel van de stages in het dossier van de leerling vast te leggen.]2
  ----------
  (1)<BFG 2021-06-24/25, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 24-06-2021>
  (2)<BFG 2021-06-24/25, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 24-06-2021>

Art.4. De bij artikel 7 van het besluit van 6 september bedoelde persoon zorgt voor de coördinatie van de stages en de band tussen de leerkrachten die de stagiairs begeleiden en de instellingen die ze opvangen.
  " Een leerkracht stagemeester " bevoegd t.o.v. de doelstellingen die voor elke stage vooropgesteld worden, is verantwoordelijk voor de begeleiding van de stagiairs. Hij zorgt voor de individuele pedagogische opvolging van de stagiairs en, volgens de evolutie van de stage, in samenwerking met het personeel van de opvanginstelling, bepaalt hij de te volgen lijn inzake evaluatie.

Art.5. In geen geval mag het aantal aanwezige kinderen per stagiair niet lager zijn dan 4.

Art.6. Op het einde van elke stage georganiseerd in een bepaalde plaats stellen de leerlingen ten minste een verslag op. Dit verslag is een document dat het bewijs moet leveren zowel dat men geleidelijk aan de gewoonte heeft aangeleerd te observeren, te analyseren en zich aan te passen en dat de voorziene stages werkelijk werden gevolgd.

Art.7. De stagiairs moeten de opdrachten kunnen uitvoeren die met hun bevoegdheidsniveau overeenstemmen. Deze opdrachten moeten aangepast zijn aan de activiteiten beschreven in het opleidingsprofiel.
  In geen geval mogen zij alleen de verantwoordelijkheid voor een groep kinderen die onder hun hoede zou staan, nemen, verantwoordelijkheid die hen alleen maar wordt aangeleerd onder het toezicht van de beroepsmensen die in de instelling werken.

HOOFDSTUK III. - Indeling van de stages.
Art.8.§ 1. [1 ...]1
  § 2. [1 ...]1
  § 3.[2 Op het einde van de drie studiejaren die leiden tot het behalen van het kwalificatiegetuigschrift van "kinderverzorger/kinderverzorgster", moeten er ten minste 1000 stagelestijden worden gevolgd bij kinderen van ten hoogste 6 jaar, naar rata van:
   1° minimum 400 lestijden bij kinderen opgevangen in crèches, zo mogelijk met kinderen met bijzondere behoeften;
   2° minimum 250 lestijden in kleuterscholen, zo mogelijk met kinderen met bijzondere behoeften, met inbegrip van onthaalklassen;
   3° minimum 150 en ten hoogste 200 lestijden die aan seminaries kunnen worden besteed; deze zijn inzonderheid bedoeld voor de voorbereiding van stages, de uitwisseling van ervaringen en multidisciplinaire reflectie;
   4° minimum 80 lestijden voor stages gekozen door de student;
   5° minimum 50 en maximaal 150 lestijden voor stages naar keuze van de school;
   6° minimum 20 lestijden voor studiebezoeken; deze zijn bedoeld om een of ander aspect van het beroep te ontdekken of te illustreren.
   Voor stages met kinderen met bijzondere behoeften, zowel in kinderdagverblijven als in kleuterscholen, moet de voorkeur worden gegeven aan inclusieve stages waar dat qua organisatie mogelijk is. Aan het eind van hun driejarige studie moeten de leerlingen tijdens ten minste één van hun stages hebben gewerkt met kinderen met bijzondere behoeften.
   De overblijvende lestijden kunnen worden besteed aan hetzij het versterken van bovengenoemde stages, hetzij het nastreven van specifieke doelstellingen in verband met het inrichtingsproject.]2.
  [3 Wanneer zich een geval van overmacht voordoet dat alle leerlingen treft en dat door de regering als zodanig wordt aangemerkt, en het minimumaantal van 1000 stagelestijden wordt verminderd, moet dezelfde verminderingscoëfficiënt worden toegepast op de in paragraaf 3 bedoelde minimum- en maximumlestijden, voor alle leerlingen die zijn ingeschreven voor een van de drie opleidingsjaren, op voorwaarde dat zij aan het einde van het betrokken schooljaar met vrucht het vijfde jaar van de gegroepeerde basisoptie "kinderverzorging" of "verpleegkundige in opleiding" hebben voltooid. ]3
  ----------
  (1)<BFG 2021-06-24/25, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 24-06-2021>
  (2)<BFG 2021-06-24/25, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
  (3)<BFG 2021-06-24/25, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 24-06-2021>

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.9.[1 "Voor iedere leerling die het kwalificatiegetuigschrift heeft behaald, wordt een individueel register van de gevolgde stages opgesteld, waarvan het model in bijlage bij dit besluit is opgenomen. ]1
  ----------
  (1)<BFG 2021-06-24/25, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.10. Dit besluit treedt in werking dezelfde dag als het besluit van 6 september 2001.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Lijst van de stages voor het behalen van het kwalificatiegetuigschrift van kinderverzorger/verzorgster na de basisoptie "kinderverzorging".
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 22-11-2001, p. 39633.)
  Gewijzigd door
  <BFG 2021-06-24/25, art. 11, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art. N2. Bijlage 2. - Lijst van de stages voor het behalen van het kwalificatiegetuigschrift van kinderverzorger/verzorgster na de basisoptie "kinderverzorging". (NOTA van Justel : het Frans origineel draagt " aspirante en nursing ".)
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 22-11-2001, p. 39634.)
  Gewijzigd door
  <BFG 2021-06-24/25, art. 11, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2021>