Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

30 AUGUSTUS 2001. - [Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 30 augustus 2001 houdende toekenning van een haard- of standplaatstoelage aan de ambtenaren van de Diensten van de Regering, van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector en de Instellingen van openbaar nut die onder het Sectorcomité XVII ressorteren.] <BFG2017-02-22/10, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 25-03-2017> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-09-2001 en tekstbijwerking tot 15-03-2017)



Inhoudstafel:


Art. 1-9
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1967013002 



Uitvoeringsbesluit(en):

2005200833 



Artikels:

Artikel 1.[1 Worden onderhevig aan dit besluit, de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector en de Instellingen van openbaar nut die onder het Sectorcomité XVII ressorteren.]1
  ----------
  (1)<BFG 2017-02-22/10, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 25-03-2017>

Art.2. § 1. Ingeval de jaarlijkse wedde, bepaald voor volledige prestaties, van de ambtenaar van een dienst bedoeld bij artikel 1 van dit besluit niet de bedragen opgenomen in artikel 3 overschrijdt :
  1° wordt een haardtoelage toegekend aan :
  - de ambtenaar die gehuwd of die met iemand anders een koppel vormt en onder hetzelfde dak woont;
  - de ambtenaar die de last heeft van een of meer kinderen die kinderbijslag geniet(en), behoudens wanneer hij een koppel vormt met een ambtenaar die een haardtoelage geniet;
  2° wordt een standplaatstoelage toegekend aan de ambtenaar die niet bij 1° bedoeld is.
  § 2. Wanneer de bij artikel 1 bedoelde ambtenaar gehuwd is of met een ambtenaar van de Federale Administratie van de Staat, van de diensten van de Regering van een Gemeenschap of Gewest, van de diensten van het Verzameld College van de Gemeenschappelijke Commissie of van de diensten van de Franse Gemeenschapscommissie een koppel vormt, wordt hem de haardtoelage toegekend indien hij de laagste wedde geniet.
  Om de laagste wedde te bepalen, wordt er overgegaan tot de vergelijking van de wedden uitgedrukt op niet geïndexeerde bruto jaarlijkse basis, waarbij de respectieve geldanciënniteiten in aanmerking worden genomen en met volledige prestaties.
  Wanneer één van de echtgenoten of samenwonenden of beide echtgenoten of samenwonenden, zonder de eventueel toe te kennen haardtoelage in aanmerking te nemen, de gewaarborgde bezoldiging genieten, wordt de haardtoelage toegekend aan de bij artikel 1 bedoelde ambtenaar die de hoogste wedde geniet, indien deze laatste er recht op heeft overeenkomstig de bepalingen van artikel 3 van dit besluit.
  Bij gelijke bedragen kunnen de echtgenoten of de samenwonenden met wederzijds akkoord bepalen wie van beiden begunstigde zal zijn van de haardtoelage.
  § 3. De vereffening van de haardtoelage is afhankelijk van een verklaring op erewoord opgesteld door de ambtenaar, volgens het als bijlage bij dit besluit gevoegd model en toegestuurd in drievoud aan de dienst belast met het personeelsbeheer.
  § 4. De in disponibiliteit gestelden ambtenaren genieten noch de haardtoelage, noch de standplaatstoelage.

Art.3. Het jaarlijks bedrag van de haardtoelage of van de standplaatstoelage wordt vastgesteld als volgt :
  1° Wedden die (16.099,83 euro) niet te boven gaan : <BFG 2005-02-04/38, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2005>
  haardtoelage : 719,89 euro (29 040 frank);
  standplaatstoelage : 359,95 euro (14 520 frank);
  2° Wedden die 15 940,43 euro (643 035 frank) te boven gaan doch niet hoger liggen dan 18 147,79 euro (732 080 frank) :
  haardtoelage : 359,95 euro (14 520 frank);
  standplaatstoelage : 179,98 euro (7 620 frank).
  De bezoldiging van de ambtenaar wiens wedde 15 940,43 euro (643 035 frank) te boven gaat, mag niet kleiner zijn dan die welke hij zou bekomen, ware zijn wedde gelijk aan dit bedrag. Bij voorkomend geval wordt het verschil hem toegekend in de vorm van een gedeeltelijke haardtoelage of van een gedeeltelijke standplaatstoelage.
  De bezoldiging van de ambtenaar wiens wedde (18.329,97 euro) te boven gaat, mag niet kleiner zijn dan die welke hij zou bekomen, ware zijn wedde gelijk aan dit bedrag. Bij voorkomend geval wordt het verschil hem toegekend in de vorm van een gedeeltelijke haardtoelage of van een gedeeltelijke standplaatstoelage. <BFG 2005-02-04/38, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2005>
  Onder bezoldiging moet worden verstaan de wedde, verhoogd met de volledige of gedeeltelijke haardtoelage of de volledige of gedeeltelijke standplaatstoelage, verminderd met de inhouding voor de samenstelling van het overlevingspensioen.
  De tussen haakjes opgenomen bedragen en in frank opgesteld zijn van toepassing tot 31 december 2001.

Art.4. De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden is ook van toepassing op de haardtoelage, de standplaatstoelage en de grenswedden vastgesteld voor de toekenning ervan.
  Ze worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01 op 1 januari 1990.

Art.5. De haardtoelage of de standplaatstoelage wordt toegekend aan de ambtenaren met onvolledige dienstprestaties, naar rata van de prestaties.
  Zij wordt niet toegekend wegens nevenbetrekkingen.

Art.6. De haardtoelage of de standplaatstoelage wordt betaald terzelfder tijd als de wedde van de maand waarop zij betrekking heeft. Zij wordt betaald in dezelfde mate en volgens dezelfde nadere regels als de wedde wanneer deze voor geen volle maand verschuldigd is.
  Wanneer zich in de loop van een maand een feit voordoet dat het recht op de haard- of standplaatstoelage wijzigt, zoals het bepaald is bij artikel 2 van dit besluit, wordt het voordeligste stelsel voor de volle maand toegepast.

Art.7. Het koninklijk besluit van 30 januari 1967 houdende toekenning van een haartoelage of een standplaatstoelage aan het personeel der ministerie, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 november 1969, 29 juni 1973, 4 januari 1974, 10 september 1981, 14 december 1981, 3 december 1987, 16 augustus 1988, 13 december 1989, 21 maart 1990, 7 augustus 1991 en 5 maart 1993, wordt opgeheven.

Art.8. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand die volgt op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art.9. De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N. (Geen versie voor deze bijlage).