Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

12 DECEMBER 2000. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende uitvoering van het samenwerkingsakkoord, gesloten op 4 juli 2000, tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende de terbeschikkingstelling van pedagogisch materiaal voor de leerlingen en leerkrachten van het technisch en beroepssecundair onderwijs (VERTALING).



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De leden van het Beheerscomité hebben een mandaat voor een periode van één jaar, dat vernieuwd kan worden rekening houdend met artikel 10 van het samenwerkingsakkoord, gesloten op 4 juli 2000, tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende de terbeschikkingstelling van pedagogisch materiaal voor de leerlingen en leerkrachten van het technisch en beroepssecundair onderwijs, hierna " het samenwerkingsakkoord " genoemd.
  Ieder ontslagnemend lid blijft zitting hebben totdat zijn vervanger wordt aangewezen.
  Ieder lid dat wordt benoemd ter vervanging van een ontslagnemend lid voleindigt het mandaat van dat lid.

Art.2. Om geldig te kunnen beraadslagen en beslissen, is de aanwezigheid van ten minste twee derde van de vertegenwoordigers van de regeringen bedoeld in artikel 6, lid 1, 1° en 2°, van het samenwerkingsakkoord, vereist.
  Wanneer die voorwaarde niet vervuld is, stelt de voorzitter dit vast en heft de vergadering op.
  Hij roept een nieuwe vergadering bijeen binnen de vijf kalenderdagen met dezelfde punten in de agenda.
  Gedurende deze nieuwe vergadering kan het Beheerscomité geldig beraadslagen en beslissen, ongeacht het aantal aanwezige leden.

Art.3. Overeenkomstig het samenwerkingsakkoord, keurt het Beheerscomité zijn beslissingen bij consensus of, bij ontstentenis daarvan, bij een tweederde meerderheid van de aanwezige leden goed op voorwaarde dat er een gewone meerderheid is binnen de groepen die samengesteld zijn uit de vertegenwoordigers van de regeringen bedoeld in artikel 6, lid 1, 1° en 2°, van het samenwerkingsakkoord.
  Alleen de leden die de categorieën bedoeld in artikel 6, lid 1, 1° tot 6°, van het samenwerkingsakkoord vertegenwoordigen, zijn stemgerechtigd.

Art.4. Op initiatief van de directeur-generaal van het verplicht onderwijs van de Franse Gemeenschap, wordt een oproep gedaan voor de indiening van pedagogische projecten reeds vanaf de maand januari.
  De projecten worden bij de technische Cel van het Beheerscomité ingediend.
  De technische Cel gaat na of de projecten in aanmerking kunnen komen, inzonderheid op grond van de opdrachten van het Fonds, zoals die bepaald zijn in artikel 1 van het samenwerkingsakkoord.
  De technische Cel vraagt, zodra het sectoraal Fonds dat bestemd is voor de pedagogische projecten bestaat, het advies van dat Fonds aan.
  De technische Cel van het Fonds zendt het geheel van de dossiers, ongeacht of deze in aanmerking kunnen komen of niet, en, in voorkomend geval, de adviezen van de betrokken sectorale fondsen, aan het secretariaat van het Beheerscomité over.
  Het Beheerscomité selecteert de pedagogische projecten, volgens de criteria bepaald in artikel 1, lid 1, 1°, a) tot c), van het samenwerkingsakkoord.
  Onder de in aanmerking komende projecten, wordt de voorrang verleend aan :
  1° de projecten die het doeltreffendste gebruik van de middelen voorstellen ten bate van het geheel van de schoolinrichtingen van een opleidingszone, ongeacht het net en de aard van hun onderwijs;
  2° de projecten die een gunstig advies hebben gekregen van het betrokken sectoraal Fonds, of bij ontstentenis van een sectoraal Fonds, van een daartoe geraadpleegde deskundige, wanneer het Beheerscomité dit beslist;
  3° de projecten die beantwoorden aan de behoeften van de plaatselijke arbeidsmarkt.
  Het Beheerscomité beslist over de goedkeuring van de projecten volgens de regels die nader worden bepaald door dit besluit en door zijn huishoudelijk reglement.
  De projecten worden aan de onderwijsinrichtingen uiterlijk einde juni medegedeeld.

Art.5. De Regering keurt het huishoudelijk reglement van het Beheerscomité, gevoegd bij dit besluit, goed.

Art. 6. Bij wijze van overgangsmaatregel, voor het dienstjaar 2000, zal het Beheerscomité alleen de pedagogische projecten in aanmerking nemen waarvan het bedrag begrepen is tussen 500 000 BEF en 5 000 000 BEF, BTW niet inbegrepen, op voorwaarde dat de deelneming van de inrichtingen ten minste 20 % bedraagt.
  Brussel, 12 december 2000.
  De Minister van Secundair Onderwijs en van Buitengewoon Onderwijs,
  P. HAZETTE