Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

24 AUGUSTUS 2000. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van de Pedagogische raad voor het onderwijs van de Franse Gemeenschap (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-04-2001 en tekstbijwerking tot 08-07-2009)



Inhoudstafel:


Art. 1-19



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1993029606 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Er wordt bij het Algemeen bestuur Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek een Pedagogische raad voor het onderwijs van de Franse Gemeenschap opgericht, hierna " de Raad ".

Art.2. De Pedagogische raad betreft het verplicht onderwijs, het onderwijs voor sociale promotie, het hoger onderwijs buiten de universiteit en de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap.

Art.3. § 1. De Raad stuurt aan de betrokken Ministers adviezen en voorstellen omtrent :
  1° de basishervormingen van het Onderwijs;
  2° de pedagogische problemen die betrekking hebben op verscheidene onderwijsniveaus of -vormen;
  3° de schoolritmes;
  4° de grote gemeenschapsproblemen (geweld, drug, mishandeling, ...) en hun weerslag binnen de scholen;
  5° het aanleren van burgerschap op school;
  6° elk ander probleem met pedagogisch karakter dat hem door de Regering of het Bestuur wordt voorgelegd;
  7° ook zal hij tot opdracht hebben de pedagogische experimenten gevoerd in het Onderwijs van de Franse Gemeenschap te inventariseren, te evalueren en te bevorderen; ook zal hij de betrokken Ministers adviezen en voorstellen toezenden met als doel het verbeteren van de werking van het Onderwijs van de Franse Gemeenschap.
  § 2. De Raad stuurt zijn adviezen en voorstellen aan de betrokken Ministers via het Bestuur.
  § 3. De goedgekeurde notulen van de vergaderingen van de Raad worden toegezonden door de Algemene dienst Pedagogische Zaken, Onderzoek in de Pedagogie en Sturing van het Onderwijs van de Franse Gemeenschap aan de bevoegde Ministers binnen de tien dagen, met adviezen en overwegingen indien nodig.
  Deze Algemene dienst laat binnen de tien dagen een afschrift van de notulen geworden aan de andere betrokken bestuursdiensten.

Art.4.De Raad wordt samengesteld uit :
  1° de Voorzitters van de sociaal-pedagogische districten. Wanneer een sociaal-pedagogisch district het resultaat is van de samenvoeging van twee districten, wordt het vertegenwoordigd door de voorzitter en de Ondervoorzitter die elk voortkomen uit één van beide voormalige districten;
  2° zes opdrachthouders, zonecoördinators van het Secundair onderwijs;
  3° drie Zonevoorzitters van het Basisonderwijs aangewezen door de Minister tot wiens bevoegdheid het Basisonderwijs behoort [1 of door de ambtenaar-generaal aan wie de Regering die bevoegdheid heeft gedelegeerd]1 ;
  4° drie Directeuren-voorzitters of Categorie-directeurs van de Hogescholen van de Franse Gemeenschap aangewezen door de Minister tot wiens bevoegdheid het Hoger Onderwijs behoort [1 of door de ambtenaar-generaal aan wie de Regering die bevoegdheid heeft gedelegeerd]1 ;
  5° één Zonevoorzitter van het Onderwijs voor sociale promotie aangewezen door de Minister tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort [1 of door de ambtenaar-generaal aan wie de Regering die bevoegdheid heeft gedelegeerd]1 ;
  6° (zeven pedagogische adviseurs van de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap); <DFG 2007-03-08/46, art. 204, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2007>
  7° één vertegenwoordiger van elke betrokken Minister;
  8° de Adjunct-directeur-generaal van de Algemene dienst Pedagogische Zaken, Onderzoek in de Pedagogie en Sturing van het Onderwijs van de Franse Gemeenschap of zijn vertegenwoordiger.
  ----------
  (1)<BFG 1998-02-09/35, art. 72ter (ingevoegd bij BFG 2009-05-14/30, art. 20), 003; Inwerkingtreding : 18-07-2009>

Art.5. De Raad stelt een Voorzitter en twee Ondervoorzitters aan, die leden zijn van de Raad met uitzondering van de leden van de categorieën 2°, 7° en 8° bedoeld bij artikel 4.
  De Voorzitter en de Ondervoorzitters worden door de Regering benoemd voor een hernieuwbaar mandaat van vier jaar.

Art.6. Het mandaat van de leden van de Raad bedoeld bij artikel 4, 1°, 3°, 4°, 5° en 6° is een hernieuwbaar mandaat van vier jaar.

Art.7. Ieder lid dat de hoedanigheid verliest waarvoor het aangesteld werd houdt op lid te zijn van de Raad.

Art.8. Voor ieder van de leden bedoeld bij artikel 4, 1°, 3°, 4°, 5° en 6°, wordt een plaatsvervangend lid aangewezen.
  De plaatsvervanger van de Voorzitter van een sociaal-pedagogisch district wordt van rechtswege de Ondervoorzitter van hetzelfde district.
  Voor de districten die voortkomen uit een samenvoeging worden de plaatsvervanger aangewezen onder de leden van het college van het district.

Art.9. De Raad wordt bijeengeroepen door de Voorzitter, ofwel op eigen initiatief, ofwel op aanvraag van de betrokken Ministers, ofwel op aanvraag van het Bestuur, ofwel op aanvraag van minstens een derde van zijn leden.

Art.10. De Raad beraadslaagt en beslist geldig indien de meerderheid der leden aanwezig is.
  Wanneer de Raad echter bijeengeroepen wordt een eerste keer zonder het aantal nodige leden, dan kan hij, na een nieuwe oproeping, geldig beraadslagen en beslissen over hetzelfde onderwerp, wat het aantal aanwezige leden ook moge zijn.

Art.11. De resoluties worden genomen bij de meerderheid der aanwezige leden.

Art.12. De Raad kan in zijn midden commissies samenstellen belast met het onderzoek van specifieke problemen. Hij kan ook de hulp inroepen van deskundigen gekozen buiten de Raad.

Art.13. Het secretariaat van de Raad bestaat uit de Secretaris en de Adjunct-secretaris. Deze personen zullen ambtenaren zijn voortkomend uit de Algemene Dienst Pedagogische Zaken, Onderzoek in de Pedagogie en Sturing van het onderwijs ingericht door de Franse Gemeenschap.

Art.14. De werkingskosten van de Raad en van de commissies alsook de verplaatsingskosten van de leden vallen ten laste van de begroting van de Algemene Dienst Pedagogische Zaken, Onderzoek in de Pedagogie en Sturing van het onderwijs van de Franse Gemeenschap.

Art.15. De mandaten van de leden van de Raad worden niet bezoldigd.
  Deze leden genieten vergoedingen inzake reiskosten. Voor de berekening van deze vergoedingen worden ze gelijkgesteld met de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap van rang 12.
  De personen van wie de medewerking wordt gevraagd met toepassing van artikel 12 van dit besluit worden vergoed voor de reiskosten volgens de voor de Raadsleden bepaalde voorwaarden.

Art.16. Wanneer ze deelnemen aan de vergaderingen van de Raad, zijn de leden in dienstactiviteit.

Art.17. De Raad stelt zijn huishoudelijk reglement op, dat ter goedkeuring aan de Regering wordt voorgelegd.

Art.18. Het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 21 oktober 1992 tot oprichting van de Pedagogische Raad van het Onderwijs van de Franse Gemeenschap wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 19. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van de datum waarop het wordt ondertekend.
  Brussel, 24 augustus 2000.
  Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap,
  De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toegewezen aan de ONE,
  J.-M. NOLLET
  De Minister van Secundair Onderwijs, Kunsten en Letteren,
  P. HAZETTE
  De Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek,
  F. DUPUIS
  De Minister van Jeugd, Ambtenarenzaken en Onderwijs voor sociale promotie,
  W. TAMINIAUX.