23 OKTOBER 2001. - Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 18 oktober 2001, tot vaststelling van de aanvullende personeelsformatie bij de personeelsformatie van het Fonds voor arbeidsongevallen tot uitvoering van de overgangsbepalingen van de wet van 20 februari 1990 betreffende het personeel van de overheidsbesturen en van sommige instellingen van openbaar nut.
Art. 1-3
Artikel 1. De betrekkingen opgenomen in artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 oktober 2001 tot vaststelling van de aanvullende personeelsformatie bij de personeelsformatie van het Fonds voor arbeidsongevallen tot uitvoering van de overgangsbepalingen van de wet van 20 februari 1990 betreffende het personeel van de overheidsbesturen en van sommige instellingen van openbaar nut, worden onderverdeeld als volgt :
22 % van de betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30F;
28 % van de betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30H;
10 % van de betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30I;
30 % van de betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42C;
23 % van de betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42D;
7 % van de betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42E.
Art.2. § 1. De betrekkingen die opgenomen zijn in dit besluit kunnen slechts worden bekleed door de personeelsleden bedoeld in artikel 19 van de wet van 20 februari 1990 betreffende het personeel van de overheidsbesturen en van sommige instellingen van openbaar nut.
§ 2. Zij worden afgeschaft bij het vertrek van hun titularis.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 18 oktober 2001 tot vaststelling van de aanvullende personeelsformatie bij de personeelsformatie van het Fonds voor arbeidsongevallen tot uitvoering van de overgangsbepalingen van de wet van 20 februari 1990 betreffende het personeel van de overheidsbesturen en van sommige instellingen van openbaar nut.
Brussel, 23 oktober 2001.
F. VANDENBROUCKE.